[2] Cyrenius vroeg haar of ze wel rustig geslapen had.
[3] Tullia bevestigde dat, eraan herinnerend, hoezeer de bergtocht haar had vermoeid.
[4] Cyrenius zei: 'Nu, dan heb je veel geluk gehad!
[5] Was je vannacht wakker geweest, dan had je duizend angsten uitgestaan!
[6] Want nog geen uur geleden was deze zelfde kamer een toneel van verschrikking!'
[7] Vol verbazing vroeg Tullia nu wat er dan wel gebeurd kon zijn.
[8] Cyrenius wees haar nu op de drie leeuwen en zei met grote stemverheffing:
[9] 'Kijk Tullia, dat zijn toch verschrikkelijke dieren, nietwaar? Het zijn ware koningen van dierlijke kracht, woede en wreedheid als ze getergd worden.
[10] Wee de reiziger door de wildernis, als zij zich daar ophouden!
[11] Niets kan hem tegen hun woede beschermen: Eén sprong. .., en de mens ligt verscheurd in het stof van de woestijn!
[12] En toch zijn er mensen, jegens welke deze dieren zich gedragen als hemelse genieën!
[13] Zo hebben deze dieren ons beiden deze nacht beschermd tegen de razernij van mensen! In deze zelfde kamer hebben zij wel twintig muiters verscheurd!'
[14] Tullia ontstelde hevig bij dit verhaal van haar gemaal; ze zei:
[15] 'Hoe kan dat nu? Dat ik daarvan niets gemerkt zou hebben! Heb je er niet eerder iets van geweten, waarom heb je mij niet gewaarschuwd?'
[16] Cyrenius sprak: ' Ja Tullia, ik wist wel dat er vannacht iets zou gaan gebeuren,
[17] maar hoe en wat precies, dat wist ik niet: ik wist niet meer , dan wat het goddelijke Kindje van mijn vriend mij heeft medegedeeld.
[18] Mijn grote liefde voor jou, lieveling, is de reden, dat ik je niets verteld heb!
[19] Maar nu is alles gelukkig alweer voorbij! De God van Israël heeft ons op wonderbaarlijke wijze van een smadelijke ondergang gered.
[20] Hem moeten we dan ook uit het diepst van ons hart ons leven lang loven en prijzen!
[21] Maar laten we, nu je toch al gekleed bent, deze verheven familie tegemoet gaan, zodat we hen nog voor de stadspoort kunnen verwelkomen! ,
[22] Nadat Cyrenius nu eerst nog zijn staf had opgedragen om voor het te vieren feest alles voor te bereiden en te regelen, ...
[23] gaf hi j de verraderlijke dienaar bevel hen tot bij de stadspoort te volgen.
[24] Op datzelfde moment kwam Maronius, samen met de drie priesters uit een andere vleugel van de burcht opdagen met de mededeling, dat de verheven familie alreeds genaderd was tot vlakbij de burcht!
[25] Bij dit bericht liet Cyrenius aanstonds alles in de steek en met kloppend hart snelde hij zijn vriend Jozef tegemoet, die hem al op de onderste trede van de trap met uitgestrekte armen tegemoetkwam, samen met Maria en het Kindje en met heel zijn hemelse gevolg.
«« 137 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.