[2] Een ieder zette zich weer op zijn plaats en genoot van het smakelijke maal.
[3] Pas tegen het einde van de maaltijd bemerkte Cyrenius dat de meer genoemde hoofdman niet aan tafel was verschenen.
[4] 'Waar zit hij en wat voert hij uit?' vroeg men nu algemeen aan de stadscommandant die aan de Romeinse kant van de tafel zat.
[5] Cyrenius stelde zijn vraag echter aan zijn vriend Jozef. ..
[6] Jozef gaf hem ten antwoord: 'Maak je over hem maar geen zorgen! Hij is namelijk de stad in om armen te bezoeken.
[7] Daarbij gaat het hem nog méér om innerlijke verlichting dan om de armen zelf!
[8] Maar dat doet niets af aan zijn streven, want al zoekende zal hij vanzelf de juiste weg vinden!'
[9] Toen Cyrenius dit vernomen had, werd hij heel blij en loofde hij inwendig deze hoofdman.
[10] Maar, terwijl het Romeinse tafelgezelschap nog allerlei vermoedens uitwisselde over de mogelijke reden van de afwezigheid van de hoofdman, kwam die er heel opgewekt aanstappen. Onmiddellijk werd hij dan ook van alle kanten bestormd met duizend en één vragen.
[11] De hoofdman, zelf immers een zeer weetgierig vragensteller , vond in het geven van antwoorden niet minder genoegen.
[12] Hij ging daarom onmiddellijk op Cyrenius toe om zich te verontschuldigen dat hij er ditmaal tijdens het middagmaal tussenuit geknepen was.
[13] Cyrenius echter reikte hem de hand, en zei:
[14] 'Luister eens hoofdman, zelfs al zouden wij intussen tegenover de vijand hebben gestaan, dan nog had je, wat mij betreft, niets goed te maken gehad, als je je plaats in het gevecht om deze reden zou hebben verlaten!
[15] Want echt, zoals ik het nu kan zien, doen we meer door wel te doen aan één mens, dan door voor Rome alle koninkrijken van de hele wereld te veroveren!
[16] Aan één mens is God meer gelegen, dan aan heel de wereld!
[17] Tegenover God verrichten we daarmee een veel belangrijker werk: door als broeders ee.a broeder hulp te bieden uit liefde. .., en dat dan zowel geestelijk als lichamelijk, ...
[18] dan wanneer we tegen duizenden van de meest vervaarlijke vijanden te velde trekken.
[19] Ja, het is zelfs eindeloos veel roemrijker om ten overstaan van God een weldoener jegens zijn broeders te zijn, dan de allergrootste held van deze dwaze wereld!'
[20] En het Kindje voegde daar nog aan toe: ' Amen, zo is het, mijn Cyrenius Quirinus!
[21] En blijf op deze weg, er is geen veiliger weg naar het eeuwige leven dan deze! Want de liefde is het leven zelf! Wie de liefde heeft, die heeft tevens het leven!' En met een blik uit Zijn ogen zegende het Kindje zowel Cyrenius als de hoofdman.
«« 151 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.