[2] Vervolgens keerde Het Zich weer naar Cyrenius, en zei met een bijzonder lieflijke stem tot hem:
[3] 'Geliefde Cyrenius Quirinus, deze Mijn dienaren, die je hier ziet als zachtaardige jongelingen, houden heel de schepping onder controle.
[4] leder hemellichaam, elke zon, moet aan hun geringste wenken gehoorzamen!
[5] Je ziet dus, dat Ik hun een schier onbegrensde macht heb toebedeeld.
[6] En, zoals Ik nu al het geschapene in geregeld beheer heb gegeven, zo draag Ik jou nu hier deze veel grotere levenswerelden over!
[7] Deze broeders en zusters zijn namelijk waardevoller dan een oneindige ruimte vol werelden en zonnen.
[8] Ja, zeg Ik je: één kindje in de wieg betekent méér dan heel de materie in de eeuwige ruimten!
[9] Daaraan kun je afmeten hoe groot het belang is, dat je bij deze toedeling van Mij ontvangt, en over welk een gróót goed Ik jou het beheer geef!
[10] Leid dus deze armen met grote liefde, zachtmoedigheid en geduld en langs de juiste weg naar Mij toe, dan zul je de grootte van Mijn beloning, die je daarvoor eens ten deel zal vallen, in heel de eeuwigheid niet kunnen vatten!
[11] Ik, jouw Heer en God, maak jou hierdoor tot een voorloper in de wereld van de heidenen, opdat hij, dien Ik te zijner tijd tot de heidenen zal zenden, welwillend zal worden ontvangen.
[12] Ook tot de joden zal Ik in de toekomst een voorloper zenden. ..,
[13] maar dit zeg Ik je daarbij: die zal het heel moeilijk krijgen. Wat hij in het zweet zijns aanschijns zal moeten bewerkstelligen, dat zul jij in je slaap af kunnen!
[14] Dat is dan ook de reden, waarom het licht aan de eigen kinderen zal worden ontnomen, en waarom Het in alle volheid aan jullie zal worden gegeven!
[15] Daartoe leg Ik in jou, als Kind, het zaad, dat Mij eens de boom zal opleveren, waaraan in der eeuwigheid de edelste vruchten zullen groeien voor Mijn Huis!
[16] Maar de vijgeboom, die Ik reeds in Abrahams tijd heb geplant bij de kinderen van mijn volk in Salem, een stad, die Ik met eigen handen in Melchizédek heb gebouwd, die vijgeboom zal Ik vervloeken, omdat die niets dan bladeren voortbrengt.
[17] Waarlijk, tot nu toe heb Ik altijd honger gehad! En, hoewel Ik hem vele malen door goede tuinlieden liet bemesten, gaf hij mij toch geen vruchten!
[18] Nog voordat er een eeuw vervlogen zal zijn, zal deze stad, die Mijn eigen hand voor Mijn eigen kinderen heeft gebouwd, aan jullie, vreemdelingen, ten prooi vallen: de zoon van jouw broeder zal tegen Salem het zwaard opnemen!
[19] Maar, zoals jij nu deze armen aanneemt als kinderen, zo zal ook Ik jullie, vreemdelingen, aannemen als Mijn kinderen en zij zullen de kinderen van Mijn eigen volk buiten werpen!
[20] Houd deze woorden vertrouwelijk in gedachten, en handel er in stilte naar, dan zal Ik je altijd zegenen met de onzichtbare kroon van Mijn eeuwige liefde en genade. Amen!'
[21] Bij deze woorden verstomde ieder ander geluid. En de engelen lagen met hunne aangezichten ter aarde, en niemand waagde het om iets te zeggen of te vragen!
«« 152 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.