Liefdevol gesprek van het Jezuskind met Jacobus. Hoe zwaar het kan vallen de Heer in zijn hart te dragen. Het Jezuskind vervalt tot sprakeloosheid

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 157 / 302 »»
[1] Toen ze nu buiten de stad geko­men waren, gaf Maria het Kindje over aan Jacob, omdat ze er moe van was geworden Het heel de dag op de arm te hebben gehad.
[2] Jacob was blij dat hij zijn Lieveling weer eens mocht dra­gen.
[3] Het Kindje sloeg nu Zijn ogen naar hem op en zei: ' Jacob, lieve, jij houdt wel erg veel van Mij
[4] Maar, als Ik nu eens erg zwaar voor je zou worden, vind je ­ Mij dan nog zo aardig?'
[5] Jacob antwoordde: 'Natuur­lijk, liefste Broertje; zelfs als Je mijn eigen gewicht zoudt hebben, dan nog zou ik je met van liefde brandend hart op mijn arm dra­gen.'
[6] Het Kindje zei: 'Broederlief, nu direct zal Ik beslist niet te zwaar worden,
[7] maar, er komt een tijd, waarin Ik een grote last voor je zal worden!
[8] Daarom doe je er goed aan je nu reeds in liefde aan Mijn ge­wicht te gewennen.
[9] Als die moeilijke tijd dan straks zal aanbreken, zul je Mijn feitelijke gewicht dan net zo ge­makkelijk kunnen dragen, als je Mij nu draagt als Kind!
[10] Maar ook dit zeg Ik je: AI wie Mij niet eerst zal dragen als Kind, die zal onder Mijn volle ge­wicht bezwijken!
[11] Wie Mij echter in zijn hart wil dragen, zoals jij nu op je arm, dus als een klein, zwak Kindje, voor hem zal Ik ook straks als Ik volwassen zal zijn, tot een even lichte last worden!'
[12] Jacob, die deze verheven woorden niet begreep, vroeg het Kindje nu, liefkozend:
[13] 'Maar, allerliefst Broertje van me, Jezus lief, Je wilt Je toch zeker niet straks als man ook nog laten dragen?'
[14] Het Kindje zei echter: 'Voor Mij is het genoeg dat jij Mij met al je krachten liefhebt.
[15] Jouw eenvoud heb Ik liever dan de wijsheid van de wijzen, die wel erg knap zijn in het berekenen en voorspellen, maar wier harten Kouder zijn dan ijs.
[16] Wat je nu nog niet begrijpt, dat zul je straks, te rechter tijd, wel kunnen vatten, gemakkelijk zelfs!
[17] Ik ben nu Zelf nog maar een Kind, dat naar Mijn leeftijd eigenlijk nog volslagen onmondig zou moeten zijn,
[18] toch is Mijn tong reeds ont­bonden en kan Ik met jou spreken als een volwassen man.
[19] Als Ik nu zo zou blijven, dan zou Ik zijn als een dubbel­wezen: namelijk voor het oog een kind, en voor het oor een man.
[20] Het kan dus zo niet blijven! Ik ga Mijzelf daarom nog een jaar lang het zwijgen opleggen tegen­over iedereen, behalve jou;
[21] jij zult mijn stem nog slechts in je hart kunnen horen!
[22] En als Ik dan weer wel met Mijn mond zal spreken, dan zal je oog Mij al wel mannelijker zien worden, maar je oor zal van Mij slechts kinderlijke taal vernemen!
[23] Dit alles heb Ik je meege­deeld, opdat je je niet aan Mij zoudt ergeren als het zover is; en zo zij het!'
[24] Op dit moment werd het Kindje opnieuw volledig sprake­loos, en Het gedroeg Zich verder zoals ieder ander kindje van Zijn leeftijd. Inmiddels was nu ook de villa bereikt.
«« 157 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.