Salome's verzoek aan Maria. Maria stemt toe. Salome's bevindingen. Haar straf en haar berouw. De raad van de Engel aan Salome. Haar genezing. Waarschuwing van Boven

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 17 / 302 »»
[1] Na dit gezegd te hebben, ging Salome vlug de grot binnen en zei:
[2] 'Maria, ik verkeer in grote tweestrijd; ik smeek U mij toe te staan om met mijn ervaren vroed­vrouwenhand zelf te onderzoeken en vast te stellen hoe het nu met Uw maagdelijkheid is gesteld!'
[3] Maria voegde zich welwil­lend naar deze smeekbede van de ongelovige Salome, en zij liet zich onderzoeken...
[4] Maar toen Salome Maria's lichaam op deskundige wijze aan­raakte., brulde zij het plotseling uit van pijn:...
[5] 'Wee mij om mijn ongeloof, waardoor ik de Eeuwig levende God heb willen tarten! Zie mijn hand toch eens! Die verbrandt in het vuur van Gods Toorn over mij ellendige! ...,
[6] En, voor het Kindje op de knieën vallend, zei ze:
[7] 'O God van mijn Vaderen, Gij Almachtige Heer van alle Heerlijkheid, wees toch gedachtig dat ook ik ben voortgesproten uit het zaad van Abraham, Izaak en Jacob!
[8] Maak mij niet tot mikpunt van spot voor de zonen Israëls! Maak mijn ledematen toch weer gezond!'
[9] En zie, plotseling stond er een Engel des Heren naast Salo­me, die haar zei: 'God de Heer heeft je smekingen al gehoord; ga maar naar het Kindje toe en neem Het op, dan zal je een groot geluk ten deel vallen!'
[10] Toen ze dit vernomen had, ging ze op haar knieën naar Maria toe en smeekte haar om het Kind­je.
[11] Gewillig gaf Maria haar het Kindje in handen en zei: 'Over­eenkomstig de uitspraak van de Engel des Heren moge Het je tot Heil strekken; de Heer moge Zich over je ontfermen!'
[12] Nu nam Salome het Kindje op haar arm, en Het vasthoudend, terwijl ze op haar knieën rond­ ging, zei ze:
[13] 'O God, Almachtige Heer van Israël, Gij die regeert en heerst van Eeuwigheid, ...er is hier voor Israël waarachtig een Koning geboren, Die machtiger zal zijn dan eens David geweest is, alhoewel die de man was naar Gods Hart! Ik loof U en prijs U in eeuwigheid!'
[14] En ziet, weer volkomen ge­nezen gaf Salome met een van dankbaarheid vermorzeld hart het Kindje terug aan Maria, en ze ver­liet gerechtvaardigd de grot!
[15] Buiten gekomen had ze het wel willen uitschreeuwen om het wonder der wonderen dat ze zo­juist ervaren had. en terwijl ze op het punt stond om aan haar zuster te vertellen wat ze had meegemaakt.. .,
[16] klonk daar plotseling weer een Stem van Boven: 'Salome, Sa­lome, vertel aan niemand iets over je uitzonderlijke ervaringen! Eerst moet de tijd komen, waarop de Heer door woorden en daden van Zichzelf zal getuigen!'
[17] Nu deed Salome er plotse­ling het zwijgen toe, waarna Jozef naar buiten kwam met een ver­zoek aan beide zusters om, over­eenkomstig Maria's wens, weer in de grot te willen terugkomen, op­dat toch maar niemand bemerken zou wat er in deze grot voor won­derbaarlijks had plaats gevonden. Bescheiden gevolg gevend aan dit verzoek, gingen zij nu beiden de grot binnen.
«« 17 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.