[2] Toen hij dus ongeveer zo Iaat zijn huis naderde, bemerkte hij, dat zijn drie knechten met hun vrouwen en kinderen nog druk bezig waren; hij hoorde hen uitgelaten met elkaar spreken:
[3] 'Het was maar eens goed ook, dat de baas op reis was vandaag; daardoor bood hij ons deze gelegenheid om hem te bewijzen hoe toegewijd wij hem zijn!
[4] Duizend pond tonijn, duizend pond steur, drie jonge haaien, tien zwaardvissen, een dolfijn en zo'n tweehonderd pond kleinere fijne vissoorten: dat is onze vangst van vandaag!
[5] Wat zal hij blij zijn, als hij straks deze rijke vangst zal vinden!'
[6] Nu maakte Jonatha zich bemerkbaar en allemaal liepen ze hem tegemoet alsof hij hun vader was, en toonden hem hun voorspoedige vangst.
[7] Jona/ha loofde en kuste hen, waarna hij zei: ' Als jullie dan vandaag toch al zo vlijtig bent geweest, dan moeten jullie nu nog de grote vissen, de haaien, de zwaardvissen, de dolfijn en de steuren vierendelen en naar de rokerij brengen!
[8] Daarna moeten jullie dan nog vlug een sterk rokend vuur maken van allerlei geurende takken en twijgen, zodat de vissen bij deze grote hitte niet tot bederf overgaan! De haaien en de dolfijn moeten extra pittig gezouten worden en jullie moeten daarbij maar niet kijken op een paar zeeuien of wat extra tijm!
[9] De tonijn en de andere kleinere vissen moeten jullie maar in de grote bunnen doen.
[10] Maar nu antwoordde hem de voorman: 'Maar heer, dat is allemaal in de loop van de dag al gedaan: het is allemaal al goed voor elkaar!'
[11] Nu ging Jona/ha zelf kijken en zich ervan overtuigen dat dit inderdaad gebeurd was. ..'Kinderen en broeders,' zei hij: 'Dit is geen gewone vangst!
[12] Hieraan heeft beslist een hogere macht bijgedragen! Laten we daarom tot middernacht opblijven om af te wachten of deze hogere macht niet wellicht op zijn beurt een beroep zal willen doen op onze krachten!
[13] Jullie hebben zojuist die maansverduistering ook wel gezien; een en ander duidt erop, dat er ergens een ongeluk op iemand ligt te wachten! Daarom moeten we tot middernacht wakend afwachten of niet iemand onze hulp nodig heeft!
[14] Gaan jullie dus de grote boot, die met het zeil en de tien riemen, klaarmaken om uit te varen.'
[15] Zijn drie knechten gingen dat alles onmiddellijk in orde maken.
[16] Nauwelijks waren ze met het klaarmaken van de grote boot gereed, of er kwam al een harde wind opzetten, die het zeewater in hevige beroering bracht.
[17] Nu zei Jonatha tegen de drie: 'We hebben geen tijd meer te verliezen! ...Roepen jullie vlug je tien zoons en zet die aan de riemen. Jij, bootsman, moet de stuurriemen nemen, dan neem ik zelf de twee grote boegspanen voor mijn rekening.
[18] Jullie moeten het zeil reven, want we hebben tegenwind. Laten we nu direct vertrekken, in de Naam van de Almachtige de open zee op!'
[19] Na een goed uur roeien, waarbij ze erg veel last hadden van de hoge golven, hoorden ze angstig hulpgeroep van ergens op de woedende zee.
[20] Jonatha roeide er moedig op af, om na ongeveer een kwartier een groot Romeins schip te bereiken, dat was vastgelopen op een zandbank, en dat al hevig slagzij maakte.
[21] Onmiddellijk werden er touwladders uitgeworpen en alle opvarenden, zo'n honderdtal konden daardoor worden gered. Het commando werd gevoerd door onze Cyrenius! Hij was in gezelschap van Tullia en van Maronius Pilla.
«« 179 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.