[2] 'Vader, wat moeten we nu doen? Alles is nu op orde. We zijn vermoeid van de reis; mogen we niet gaan slapen?'
[3] Maar Jozef antwoordde hen: 'Kinderen, jullie zien toch wel wat grenzeloos grote genade ons allen van Boven is ten deel gevallen; blijven jullie dus liever nog wakker om samen met mij God te loven.
[4] Jullie hebt gezien wat Salome is overkomen omdat ze niet wilde geloven! Laat ons dus niet toegeven aan de slaap op het moment waarop de Heer ons gelieft te bezoeken!
[5] Gaat liever naar Maria om het Kindje te strelen. Wie weet of jullie oogleden dan niet zo gesterkt zullen worden, alsof jullie uren lang vast geslapen hadden!'
[6] Dit deden Jozefs zonen dus en het Kindje glimlachte tegen hen en Het strekte Zijn Handjes naar hen uit, als had Het hen als Zijn broers aangenomen.
[7] Ze waren allemaal verwonderd en zeiden: 'Nou, dat is vast geen gewoon natuurlijk kind, want wie heeft er ooit meegemaakt dat iemand door een pasgeboren kind zo verrukkelijk werd begroet? !
[8] En bovendien gevoelen wij ons nu plotseling zozeer gesterkt in al onze ledematen, alsof we helemaal geen reis hadden gemaakt. .., alsof we gewoon thuis op een morgen volkomen verkwikt uit onze bedden stapten!'
[9] Jozef nu: 'Mijn advies is dus wel goed geweest! Maar nu merk ik toch wel dat het flink koud begint te worden! Brengen jullie de ezel en de os maar eens hierheen, dan kunnen die bij ons liggen en met hun adem en lichaamswarmte wat warmte aan ons afgeven; en Iaat ons Maria omringen en trachten hetzelfde te doen!'
[10] De jongens gingen aldus te werk. Ze brachten de dieren, die zich beide eigener beweging aan Maria's hoofdeinde legerden en ijverig over het Kindje en Maria heen ademden, waardoor ze hen behoorlijk verwarmden.
[11] Nu zei de vroedvrouw: 'Duidelijk blijkt hier dat er niet zomaar iets heeft plaatsgevonden, want zelfs de dieren dienen God hier op een wijze alsof ze begrip en verstand hadden!'
[12] En Salome voegde daaraan toe: ' Ja zuster, de dieren schijnen hier nog beter te kunnen zien dan wij! Terwijl wij ons dit alles nog nauwelijks kunnen voorstellen, aanbidden reeds de dieren Hem, Die hen heeft geschapen !
[13] Geloof me zuster, zo waarlijk God leeft, zo waarlijk ook is Dit hier voor ons de beloofde Messias; want dit weet ik wel, dat zich nooit eerder zelfs niet bij de geboorte van de grootste profeten -dergelijke wonderen hebben voorgedaan! ,
[14] Maria sprak nu tot Salome: 'God de Heer heeft je wel een zeer grote genade bewezen, dat je moogt inzien, waarvoor mijn ziel zelfs nog beeft!
[15] Maar, zoals de engel je al eerder heeft opgedragen: je moet er wel over zwijgen; anders zou je ons wel eens een vreselijk harde ervaring kunnen bezorgen!'
[16] Nu beloofde Salome Maria haar leven lang te zullen zwijgen, en de vroedvrouw volgde haar voorbeeld.
[17] Alles werd nu rustig in de grot. Maar tegen een uur voor zonsopgang hoorden zij allen dat er buiten voor de grot prachtige lofzangen werden gezongen. ..
[18] Jozef zond dadelijk zijn oudste zoon om te gaan zien wat er daarbuiten aan de hand was en wie daar zo overweldigend Gods lof zongen...
[19] Joël ging kijken en hij zag dat alle regionen van heel het firmament vervuld waren, zowel hoog boven hem als in de verre verten voor hem en achter hem, door myriaden lichtende Engelen! Verbijsterd rende hij terug de grot in en vertelde allen wat hij gezien had.
[20] Iedereen was zo verbaasd over wat Joël vertelde, dat ze naar buiten gingen om zich van de juistheid van diens mededelingen te overtuigen.
[21] En toen ze volop van dit schouwspel van Gods Heerlijkheid hadden genoten, keerden ze in de grot terug om ook Maria erin te doen delen door hun getuigenis. Jozef zei:
[22] 'Luister, jij zuiverste van de maagden des Heren, wat jij hebt gebaard, Dat is waarlijk door Gods Heilige Geest verwekt, immers heel de hemel getuigt daarvan!
[23] Maar, hoe zal het met ons aflopen, nu de hele wereld wel moet aannemen wat hier is gebeurd!? Want, dat niet alleen wij, maar ook alle andere mensen kunnen waarnemen, welk een machtig getuigenis voor ons van de hele hemel uitstraalt, dat heb ik zojuist afgelezen van de verwonderde gezichten van vele herders, die hun blikken omhoog gericht hielden.
[24] Als eenstemmig zongen ze mee met de machtige koren van engelen, die -en dat is nu duidelijk te zien: van hoog tot laag, tot de aarde toe het hele hemelruim vullen!
[25] Hun gezang, evenals dat van de Engelen, luidde: "Dauwt hemelen van Boven de Gerechtigde! Vrede op aarde aan de mensen, die van goeden wille zijn! Eer aan God in den Hoge, aan Hem, Die komt in de Naam des Heren!"
[26] Maria, de hele wereld kan dit nu horen en zien! Men zal dus nu wel hier heen komen om ons te vervolgen, zodat we moeten vluchten door dalen en over bergen!
[27] Zo vlug we maar enigszins kunnen, vind ik, zullen we van hier moeten vertrekken, dat wil dus zeggen, zodra ik ben geregistreerd; en dat moet dan maar dadelijk, deze morgen, gebeuren! Terug naar Nazareth moeten we, en van daaruit moeten we naar Grieks gebied uitwijken. Gelukkig ken ik heel wat Grieken! ...Vind jij ook niet. ... .?
[28] Maria zei echter: ' Je kunt toch wel zien, dat ik vandaag nog niet op kan staan! We moeten alles maar aan de Heer overlaten! Hij heeft ons tot hier geleid en beschermd; dat zal Hij dus zeker ook verder wel trouw blijven doen!
[29] Als Hij ons werkelijk aan de hele wereld wil openbaren, dan moet jij mij maar eens vertellen, waarheen wij dan zouden kunnen vluchten, om niet door Zijn Hemelen te worden ontdekt!
[30] Zijn Wil moet dus maar gebeuren! Wat Hij wil is goed voor ons! Kijk, hier aan mijn borst rust Hi j , om wie dit alles draait !
[31] Hij blijft bij ons, dus zal de grote Heerlijkheid Gods ook zeker niet van ons wijken; we zullen dus best daarheen kunnen gaan, waarheen wij maar willen!'
[32] Nauwelijks had Maria dit gezegd, of daar stonden reeds twee Engelen voor de grot. Zij waren de leiders van een troep herders, en ze toonden de herders, dat daar Degene geboren was, tot Wie hun lofzangen waren gericht.
[33] Vervolgens gingen de herders de grot binnen. Ze knielden voor het Kindje neer en aanbaden Het! En ook de Engelen kwamen met hele scharen tegelijk, om het Kindje te aanbidden!
[34] Vol verbazing keken Jozef en zijn zoons op naar Maria en het Kindje, en Jozef sprak: 'O mijn God, wat gebeurt er nu weer?! Hebt U dan echt Zelf in dit Kind je een vleselijk lichaam aanvaard?!
[35] Immers, hoe zou het anders kunnen, dat Het aanbeden wordt. .., zelfs door Uw heilige Engelen?! Maar Heer, als U nu hier bent, hoe zit het dan met de Tempel, en met het allerheiligste!?'
[36] N u kwam er een Engel naar voren; die zei tot Jozef: 'Stel maar geen vragen, en wees maar niet bezorgd, want de Heer heeft de Aarde uitgekozen tot het toneel, waarop Zijn Erbarmen zal worden getoond! Hij heeft nu Zijn Volk bezocht, zoals Hij had voorspeld door Zijn Kinderen, Zijn Knechten en Zijn Profeten!
[37] Wat hier voor je ogen plaatsheeft, gebeurt volgens Zijn Wil, en Hij is Heilig, ja meer dan Heilig!'
[38] De Engel ging vervolgens van Jozef weg om opnieuw het Kindje te aanbidden, Dat nu allen, die Hem aanbaden met gespreide handjes toelachte!
[39] Toen de zon ten slotte opkwam, verdwenen de Engelen, maar de herders bleven nog en trachtten van Jozef te weten te komen, hoe zoiets kon zijn gebeurd! ...
[40] Jozef zei hun: 'Lieve mensen, zo wonderlijk, als het gras groeit uit deze aarde, zo is ook dit wonder gebeurd! Wie immers weet, hoe gras groeit?! Evenmin weet ik over dit wonder iets te vertellen! God heeft het zo gewild, dat is alles, wat ik ervan zeggen kan!'
«« 18 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.