[2] Daartoe gaf Jonatha, die een partij erg mooie tonijn had meegebracht, deze aan Jozefs zonen.
[3] Na deze instructie begaf Jozef zich met Cyrenius' persoonlijke staf en uiteraard met Cyrenius zelf, met Maria, Jonatha en het Kindje -nog bij Cyrenius op de arm -naar de top van zi jn lievelingsheuvel.
[4] Eudokia, Tullia en ook de acht kinderen bleven evenmin in huis zitten, maar ook zij volgden het gezelschap de heuvel op, waar ruimte in overvloed was.
[5] Allen zetten zich op de door Jozef gemaakte banken en haalden hun hart op aan de welriekende geuren van rozen, myrthe en papyrus, in de schaduw waarvan zij gezeten waren.
[6] De heuvel had namelijk twee verschillende gedeelten; het een was dicht begroeid, wat overdag fijn was, ...
[7] het andere was zo goed als onbegroeid en open, en werd voornamelijk des avonds benut en des nachts om daar namelijk van de frisse lucht en het vrije uitzicht zowel over de omgeving, alsook haar uitspansel, te genieten.
[8] Toen men onder het heerlijke lover van de heuvel aangekomen was en daar had plaatsgenomen, vroeg Cyrenius aan Jozef, of die dan nu niet de gevraagde uiteenzetting wilde geven over zijn zeereis. ..
[9] En jozef antwoordde: 'Inderdaad broeder, hier is de geschikte plaats en nu is het de tijd daarvoor: luister dus maar!
[10] De oostenwind is de genade Gods: deze dreef je stormachtig naar Hem toe, Die je nu op je arm draagt.
[11] Zeer velen kennen en erkennen echter nog niet de genade des Heren, noch ook de wijze, waarop die pleegt te werken.
[12] Zo heb ook jij niet begrepen, wat de almachtige genade des Heren met jou voorhad!
[13] Je waande jezelf al verloren, en dacht, dat de Heer je volledig vergeten had !
[14] En toen je, door de almachtige Hand des Heren daar op die zandbank strandde, en jezelf al verloren achtte, toen heeft de Heer je op datzelfde moment gegrepen met alle Macht die daartoe nodig was, en Hij heeft je gered van die dreigende ondergang!
[15] Dit is altijd de manier geweest en zal dat ook altijd blijven, waarop de Heer diegenen, die naar Hem onderweg zijn, waren, of zullen zijn, leidt en begeleidt!
[16] De vraag dringt zich op: Waarom? Waarom moest de Heer jou nu aldus leiden? Je moet dan weten, dat toen in de omgeving van Tyrus bekend werd dat jij hierheen zou gaan, en wel per schip, beroepsmoordenaars de handen ineengeslagen hebben,
[17] schepen werden georganiseerd met het voornemen om jou op volle zee te overvallen en te vermoorden!
[18] Toen zond de Heer onverwachts die hevige oostenwind. ..,
[19] waardoor jouw schip zo ver van die van je vijanden verwijderd werd, dat zij er niet in slaagden je te bereiken.
[20] Desondanks verloren je vijanden je niet uit het oog, en ze achtervolgden je met toenemende felheid. Maar toen zwol des Heren genade jegens jou aan tot een orkaan!
[21] Deze orkaan nu deed je vijanden in zee verdrinken, terwijl jouw schip op de juiste plek tot rust werd gebracht, waar je ten slotte werd gered. ..Cyrenius, begrijp je nu die zeetocht van je?'
«« 184 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.