Jozef nodigt Cyrenius aan tafel. Cyrenius verontschuldigt zich onder verwijzing naar zijn verzadigd zijn door de Heer. Lof voor Cyrenius

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 189 / 302 »»
[1] Nu kwamen Jozefs zonen zeg­gen dat de maaltijd klaar was.
[2] Jozef ging naar Cyrenius toe om hem dat te zeggen en hij vroeg hem­ hij hield zich al weer volle­dig met het Kindje bezig­ of hij van verdriet nog wel iets door zijn keel zou kunnen krijgen.
[3] Cyrenius antwoordde: 'Waarde broeder, denk je nu werkelijk, dat ik nog ergens trek in heb?
[4] Kijk eens! Hoe zou iemand nu toch hongerig kunnen worden in gezelschap van Hem, door Wie elk ogenblik myriaden en nog eens myriaden worden verzadigd!
[5] En wat betreft die droef­heid, die je bij mij veronderstelt, kan ik je zeggen uit de volheid van liefde tot Hem, Die jou en mij geschapen heeft:
[6] Hoe zou ik kunnen treuren in het gezelschap van jouwen mijn Heer?
[7] Weet je: overal waar je een graankorrel in de aarde zaait, die daar dan vergaat, daar Iaat Hij er honderd voor in de plaats komen!
[8] En zo is het hier ook het ge­val: waar de Heer een ding neemt, daar geeft Hij dat duizendvoudig terug.
[9] Hij heeft mij weliswaar mijn jaloerse Tullia ontnomen, maar daarvoor in de plaats heeft Hij mij Zichzelf gegeven!
[10] Broederlief, wat een gren­zeloze vervanging voor mijn ge­ring verlies!
[11] In de plaats van mijn vrouw mag ik Hem nu in mijn hart eeu­wig de Mijne noemen.'
[12] Jozef antwoordde: 'Jij bent naar de Heer toegegroeid! Werkelijk, jij die een heiden was. ..je bent n u beter dan vele Israëlieten !
[13] Ja, ik moet tegenover jou zelfs bekennen, dat je mond en je hart mi zelf hevig beschaamd doen staan!
[14] Bij mijzelf heb ik namelijk een dergelijke overgave aan de Wil des Heren nog nooit be­speurd!'
[15] Maar nu richtte Het Kindje Zich op en zei: ' Jozef, Ik weet, waarom Ik jou heb uitverkoren maar voor Mij was je nog nooit groter dan juist nu, nu je je zwak­heid bekent tegenover een hei­den!
[16] Maar nu jij Cyrenius al­reeds voor beter houdt dan vele Israëlieten, zeg Ik je nog dit:
[17] Hierin is Cyrenius zelfs gro­ter dan Abraham, Izaak en Jacob, en groter dan Mozes en de profe­ten, en groter dan David en Sa­lomo!
[18] Want hun daden waren ge­rechtig uit hun geloof, en vanwege de grote vreze Gods in hun inner­lijk.
[19] Maar Cyrenius is een eer­steling, die als zodanig door mijn liefde werd verwekt; en dat is van groter waarde dan heel het Oude Verbond, dat dood was terwijl Cyrenius springlevend is!
[20] Jij kent de heerlijkheid van de Tempel te Jeruzalem, die een werk is van de Wijsheid van Salomo.
[21] Maar die tempel is nu net zo dood als zijn bouwmeester, die Mi j opofferde aan de vrouwen
[22] Maar Cyrenius heeft in zijn hart voor Mij een nieuwe Tempel gebouwd met grote zelfverlooche­ning: daarin zal Ik voor eeuwig wonen en dat is meer dan alle wijsheid van Salomo!'
[23] Nu begon Cyrenius te we­nen van zaligheid, en Jozef en Ma­ria griften deze woorden diep in hun hart; want het waren woor­den vol kracht en vol leven.
«« 189 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.