[2] 'Sixtus, als jij daarginds aan de kop van het gebaande pad nu eens tien kuiltjes zoudt willen maken, allemaal een klein eindje van elkaar; je weet wel waarvoor die bestemd zijn,
[3] en als je dan de tien knikkers nog even wilt halen, die Jacob uit leem voor ons als speelgoed heeft gemaakt, dan kunnen we een potje gaan knikkeren; je weet nog wel hoe. .. jij hebt het Me zelf geleerd!'
[4] Sixtus deed meteen wat het Kindje hem vroeg!
[5] Toen de tien kuiltjes nu klaar waren en de knikkers gehaald, zei het Kindje tegen Cyrenius:
[6] Wil je Mij nu even los laten, dan kan Ik uitleggen en voordoen hoe dit spel gaat; jullie kinderen, val Mij nu niet in de rede want nu moet Ik Cyrenius zelf de gang van zaken toelichten!'
[7] Met veel pathos richtte het Kindje Zich nu tot Cyrenius, en zei:
[8] 'Nou, het spel gaat zó: je gaat drie passen van deze kuiltjes afstaan, en dan gooi je een knikker.
[9] Als je erin slaagt om daarmee in het tiende, het laatste en verst verwijderde kuiltje te komen, dan ben je de koning van dit spelletje; kom je in het negende. dan ben je minister, in het achtste ben je een veldheer!
[10] In het zevende kuiltje ben je een landvoogd, in het zesde een rechter, in het vijfde een priester , in het vierde een boer, in het derde een vader, in het tweede een moeder en in het eerste een kind!
[11] Hoe het spel dan verder gaat, zal Ik wel uitleggen, zodra de kuiltjes bezet zijn.
[12] Lachend pakte Cyrenius nu een knikker, en wierp die over het pad, en de knikker rolde dadelijk in het eerste kuiltje.
[13] Het Kindje vroeg hem: 'Ben je tevreden met dit resultaat? Zo niet, dan mag je -omdat je beginneling bent -nog tweemaal gooien!'
[14] Maar Cyrenius zei: 'Nee, heerlijk Leven van me, Jezus-lief, ik blijf maar waar ik nu ben!'
[15] Nu zei het Kindje: 'Nu zijn jullie aan de beurt om te gooien, één voor één, Ik gooi wel als laatste!'
[16] Nu wierpen de kinderen hun knikkers, maar zij bezetten niet alle kuiltjes: sommigen kwamen met tweeën en drieën in een kuiltje!
[17] Ten slotte wierp het Kindje en kwam net als anders altijd - in het tiende!
[18] Een van de meisjes wond zich daarover op en zei: 'Moet die kleine Jezus dan altijd koning zijn?'
[19] Maar nu zei het Kindje tegen het meisje: 'Moet je daarom nu zo lelijk tegen Mij doen? Jij had toch een beurt vóór Mij?! Waarom doe je dan ook zo onhandig?!
[20] Als je vervelend tegen Mij blijft doen, dan zal Ik meteen weer een muis tegen je opstoken: daar ben je immers zo bang voor?!'
[21] Nu zei het me is je niets meer en stelde zich verder tevreden met haar eenzaamheid in het tweede kuiltje.
[22] Toen bleek dat het negende, het achtste, het zevende en het zesde kuiltje leeg waren gebleven, zei Cyrenius tegen het Kindje:
[23] 'Kijk eens, mijn Leven, nu hebben we nog geen minister, geen veldheer, geen landvoogd en geen rechter!
[24] Wie moet nu die belangrijke posities vervullen?'
[25] 'Deze posten,'zei het Kindje, 'zal Ik nu Zelf op Mij moeten nemen, omdat niemand ze heeft ingenomen: alle onbezette posten moeten namelijk worden vervuld door degene, die, gerekend vanaf het koningskuiltje, de eerst opvolgende is!
[26] Zou bijvoorbeeld het ministerskuiltje wel bezet zijn geweest, dan zouden de drie na hem volgende posities aan hem zijn toegevallen, maar nu die post onbezet is, nu moet de koning die vier open posten bezetten.! Zo, nu zijn dus alle posities ingenomen; laten we nu met het eigenlijke spel beginnen
«« 192 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.