[2] Dat ze Hem als een roofmoordenaar zullen grijpen, en Hem voor een werelds gerecht zullen slepen, waarin de geest van de helse onderwereld heerst?
[3] En dat dit gerecht de Heer der Hemelse Glorie aan het kruis zal doen slaan; wat heb je daarop te zeggen?
[4] Als met Hem zal gebeuren, wat de profeten over Hem hebben voorspeld! Je weet immers wat zij hebben gezegd! Wat zeg je daar nu van?'
[5] Toen zij dit gedrieën van het Kindje gehoord hadden, werden ze vreselijk geschokt. Op zeer heftige toon zei Jozef:
[6] 'Maar Jezus, mijn goddelijk Kindje, zo iets mag toch Jou niet overkomen?!
[7] De hand, die zich aan Jou zou vergrijpen, moet voor eeuwig vervloekt zijn; en de ziel, die aan de eigenaar van die hand toebehoort moet in alle eeuwigheid in de verschrikkelijkste pijnen haar misdaad boeten!'
[8] Cyrenius en Jonatha vielen Jozef bij; Cyrenius zei:
[9] ' Ja, als zo iets mogelijk zou zijn dan -dat bezweer ik jullie voor eeuwig -dan wil ik van nu af aan de wreedste tiran worden!
[10] Tweehonderdduizend van de best geoefende soldaten staan onder mijn bevel; ik behoef slechts een wenk te geven, en overal op de wereld wordt dood en verderf gezaaid !
[11] Liever nog zou ik alle mensen op de hele wereld laten uitmoorden, eer dat zo'n brutale duivel in mensengedaante zijn satanshanden aan dit Kind zou slaan!'
[12] Maar het Kindje zei glimlachend: 'Maar jouw krijgslieden zouden dan toch nog overblijven; wie zou hen dan wel uit de wereld moeten helpen?
[13] Lieve beste Cyrenius, luister: Wie -wetend wat hij doet onrecht doet, die doet zonde, ... die is een misdadiger!
[14] Maar wie niet weet wat hij doet, terwijl hij onrecht doet, aan hem worde dat vergeven! Hij wist immers niet wat hij deed!
[15] Slechts diegene is een slaaf van de hel, en hij haalt zich een veroordeling op de hals, die, als hij wel weet wat hij doet, terwijl hij eigenlijk geen onrecht zou willen, dat toch doet als hij daartoe wordt gedwongen zonder dat hij zich er tegen verzet!
[16] Maar de hel weet heel goed, dat het gemakkelijker werken is met blinde werktuigen dan met ziende ;
[17] daarom is het dat zij die blinden voortdurend in haar ban tracht te houden, en juist die blinden zullen de Heer der Heerlijkheid aan het kruis slaan!
[18] Hoe zou je nu een blinde willen straffen die, als hij op straat met zijn voet ergens tegenaan zou stoten, daardoor zou vallen en daarbij armen en benen zou breken?
[19] Blijf jij dus maar fijn en netjes thuis met je strijdmacht; die zou veel meer onheil stichten dan wel te doen!
[20] Bovendien kun je ervan verzekerd zijn, dat Hij, Die de mensen in hun blindheid naar het vlees zullen doden, dat Hij niet zal worden gedood naar de geest met Zijn kracht en macht, en dat Hij ook weer spoedig uit eigen kracht en macht uit het graf zal opstaan!
[21] En daardoor pas zal Hij voor alle schepselen de weg vrij maken naar het eeuwige Leven! ,
[22] De heftige toon, waarop Cyrenius had gesproken, had de aandacht van Tullia's groepje op het kleine gezelschap gevestigd; zij wilden meeluisteren.
[23] Maar het Kindje wees hun gezelschap af met de woorden: 'Houden jullie je maar bij je eigen interessen, want wat hier aan de orde is, dat is voor jullie blinden niet bestemd.' - Zij trokken zich dus maar weer terug.
«« 200 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.