Jozefs uitleg van de menselijke vrije wil; zijn raad aan Cornelius. De overste neemt maatregelen ten behoeve van de H. Familie (2 september 1843)

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 21 / 302 »»
[1] Zeer getroffen door deze uitla­ting van Cornelius, zei Jozef: 'Ik­zelf zou U niet kunnen zeggen hoe groot dit wonder is.
[2] Maar dat daarmee grote en machtige dingen samenhangen, daar ben ik van overtuigd, want als het om minder belangrijke za­ken zou gaan, dan zouden de machten van Gods eeuwige heme­len zich niet zo bewegen !
[3] Maar dat behoeft nog niet te betekenen dat er ook maar ie­mand belemmerd zou zijn in de uitoefening van zijn vrije wil; en dat leid ik af uit het gebod dat de twee Engelen hebben gegeven !
[4] God zou immers door Zijn almacht onze wil net zo kunnen binden bij deze gelegenheid, als Hij de wil van dieren bindt; dan zouden wij slechts kunnen hande­len volgens Zijn H. Wil!
[5] Maar Hij doet dat niet; Hij geeft in plaats daarvan slechts een vrij te volgen gebod, waaruit wij kunnen afleiden wat Zijn H. Wil is. ..
[6] Ook U bent dus met geen enkele vezel van Uw wezen ook maar in het minst gebonden, zo­dat U kunt doen wat U wilt! Wilt U vandaag mijn gast blijven, dan kunt U blijven; wilt U niet of durft U niet, dan bent U daartoe net zo vrij!
[7] Als ik U echter zou mogen adviseren, dan zou ik natuurlijk zeggen: Vriend blijf, want ner­gens ter wereld kun je nauwelijks beter onder dak zijn dan hier, on­der de klaarblijkelijke bescher­ming van alle hemelse machten!'
[8] Nu zei Cornelius: ' Ja, voor God, voor alle goden en voor alle mensen, je bent rechtvaardig, je raad is goed; ik zal die opvolgen; tot morgen blijf ik bij jullie.
[9] Nu wil ik mij echter, samen met mijn hospita, voor slechts zo korte tijd verwijderen, als nodig is om maatregelen te nemen dat jul­lie allen hier -zij het dan ook slechts in deze grot - beter gehuis­vest zult zijn!'
[10] Jozef sprak: 'Beste man, doe wat U wilt; God de Heer zal het U eens vergelden.'
[11] De hoofdman ging nu met de vroedvrouw de stad in. Eerst liet hij in alle straten van de stad bekend maken dat die dag een vrije dag zou zijn. Vervolgens liet hij dertig soldaten aantreden; hij gaf hun beddengoed, tenten, en brandhout, dat zij allemaal naar de grot moesten brengen.
[12] De vroedvrouw nam zelf een hoeveelheid levensmiddelen en drank mee, terwijl ze nog meer liet na bezorgen.
[13] Terug in de grot liet de hoofdman direct drie tenten op­zetten, een extra zachte en soepele voor Maria, een voor zichzelf, Jozef en diens zonen, en een voor de vroedvrouwen haar zuster .
[14] Voorts liet hij in de tent voor Maria een bed plaatsen, zacht en fris opgemaakt, terwijl hij er ook nog een aantal andere voorzieningen liet aanbrengen. Ook de andere tenten werden doelmatig ingericht. Vervolgens liet hij door zijn knechten met grote spoed een kookkachel bouwen, en zelf maakte hij daarop een houtvuur om de grot te verwarmen; het was daar in dat jaar­ getijde namelijk nogal koud.
«« 21 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.