Straf voor Jacob en het Kindje voor het niet bidden aan tafel. Over het tafelgebed. Het Kindje loopt weg

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 212 / 302 »»
[1] Vervolgens begon Jozef zijn ge­bruikelijke tafelgebed te bidden en zegende hij de spijzen,
[2] waarna hij aan het Kindje vroeg of Hij ook al gebeden had.
[3] Maar het Kindje glimlachte slechts en zei tegen Jacob:
[4] 'Nu zullen we het hebben: Allebei hebben we het smeek­ en dankgebed vergeten, en toch heb­ben we al van de vis gegeten!
[5] Red jij ons maar zo goed en zo kwaad als het lukt eruit, anders krijgen we allebei weer straf en zullen we moeten vasten.
[6] Jacob zei wat verlegen: 'Lie­ve Vader Jozef, ik vraag u vergif­fenis: inderdaad heb ik, samen met het Kindje Jezus vergeten te bidden!'
[7] Toen Jozef dit van Jacob te horen kreeg, keek hij nogal lelijk en zei:
[8] 'Als jullie vergeten hebben te bidden, vergeet het eten dan ook maar tot vanavond; tot dan kunnen jullie nu wel naar buiten gaan om te wandelen.
[9] Het Kindje glimlachte nu an­dermaal tegen Jacob en zei: 'Zo zie je nu maar weer, heb Ik je niet van tevoren gezegd, dat het op vasten zou uitdraaien?!
[10] Maar wacht toch nog even; Ik wil met Jozef eerst nog een paar woordjes wisselen!
[11] Wellicht valt er nog wat met hem over dat vasten tot aan de avond te regelen. ,
[12] En in stilte bad nu Jacob: 'Heer, doe wat U goeddunkt, dan zal ik Uw voorbeeld volgen!'
[13] Nu vroeg het Kindje dus aan Jozef: 'Vader Jozef, meent u dat nu echt?'
[14] Jozef zei: ' Ja natuurlijk, want wie niet bidt, die mag ook niet eten.'
[15] Weer lachte het Kindje en zei: 'Nou maar, dat noem Ik streng!
[16] Als Ik zo streng zou zijn als u bent, dan zou er voor velen een vastenstraf opzitten, die vandaag wel eten, zonder te bidden! 17. Maar toch zou Ik wel eens van u willen horen waarom Ik bidden moet en tot wie dan eigen­lijk wel!
[18] En ook zou Ik van u willen weten, tot wie u in uw gebed bidt, en tot wie die arme Jacob had moeten bidden!'
[19] Jozef sprak: 'Tot God de Heer, Jouw Heilige Vader, moet je bidden, omdat Hij heilig is, meer dan heilig!'
[20] Het Kindje: ' Ja, daarin hebt u wel gelijk,
[21] maar, het fatale aan deze zaak is het feit, dat u die Vader van alle Heerlijkheid, tot wie u bidt helemaal niet kent!
[22] En u zult die Vader ook nog bij lange na niet kennen, om­dat uw sleurblindheid u dit ver­hindert!'
[23] Vervolgens zei het Kindje tot Jacob: 'Laten we nu maar naar buiten gaan, dan zul je zien, dat er buiten in de vrije natuur ook zon­der gebed best wat te eten valt!'
[24] Nu liep het Kindje met Zijn Jacob naar buiten en liet Zich door niemand tegenhouden.
«« 212 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.