[2] Cyrenius was hoogst verbaasd, dat Jozef in alle vroegte al zo'n partij verse vis had kunnen bemachtigen!
[3] Maar Jozef wees nu naar de grote Jonatha en zei met lichte scherts in zijn stem:
[4] 'Kijk, als je zo'n geweldige meestervisser tot vriend hebt, behoef je niet al te ver te reiken. .. en dan komt de vis er zo aan!'
[5] Cyrenius glimlachte en zei toen: ' Ja, daar heb je gelijk in. ..
[6] Nu ja, wie er zo aan toe is, die kan altijd wel op verse vis rekenen: en dat bovendien als je Zo Iemand in huis hebt!'
[7] Nu hief Jozef beide handen instemmend omhoog en met diep ontroerde stem zei hij:
[8] ' Ja broeder Cyrenius, vooral als Dat dan ook nog Iemand is, Die wij geen van allen ooit waardig zullen zijn!
[9] Hij moge dit heerlijke ontbijt voor ons zegenen, opdat het ons echt moge sterken, in onze ledematen, maar ook in onze liefde tot Hem, de Allerheiligste!'
[10] Deze uitroep van Jozef ontroerde alle gasten tot tranen toe en allen loofden zij de grote God, in het nog slapende Kindje.
[11] Toen nu de gasten, nadat het lofgebed was gezegd, zich allemaal tot de vissen wendden, werd het Kindje ook wakker,
[12] en de heerlijke geur, die de vis verspreidde verried Hem onmiddellijk wat er op tafel stond.
[13] Het was dan ook bijzonder snel uit Zijn bedje, en kwam onmiddellijk nog helemaal naakt naar Zijn moeder toe gerend, die aan tafel zat, om iets te eten te vragen!
[14] Maria nam Hem direct op haar schoot en zei tegen Jacob:
[15] 'Haal jij eens even gauw een schoon hemdje uit Zijn kamer!'
[16] Jacob deed onmiddellijk wat Maria wenste en bracht een schoon hemdje.
[17] Maar het Kindje wilde Zich ditmaal het hemdje niet laten aantrekken.
[18] Dit maakte Maria wat kriegel, zodat zij zei: 'Maar Kindlief, dat gaat toch niet; naakt aan tafel verschijnen geeft geen pas;
[19] Als Je Je niet Iaat aankleden, dan maak Je mij heel erg boos!'
[20] Maar Cyrenius kon bij de aanblik van dat tere Kindje zijn tranen nauwelijks inhouden, en hij smeekte Maria dan ook:
[21] 'Ach lieve, allerliefste moeder, geef mij dat jochie maar: zo heerlijk bloot zou ook ik Het nog wel een keertje willen aanhalen en verwennen!
[22] Dat grenzeloze geluk zal mij op deze wereld een tweede maal zeker niet ten deel vallen!'
[23] Het Kindje lachte nu naar Cyrenius en wilde meteen bij hem zijn.
[24] Maria gaf Het dus maar zonder verwijl aan Cyrenius, die nu van vreugde en zaligheid zijn tranen niet meer de baas kon, toen het gezonde Kindje, op zijn schoot stond te trappelen van plezier.
[25] Toen Cyrenius Hem nu direct vroeg welk stuk vis Hij zou willen hebben,
[26] gaf het Kindje hem ten antwoord -en Het zei dat op echtkinderlijke manier! -'Geef mij dat witte stuk daar maar, waarin geen graten zitten!'
[27] Vlug gaf Cyrenius het Kindje dat beste en mooiste stuk in Zijn handjes, en het Kindje nuttigde het met veel smaak.
[28] Toen Het nu verzadigd was, zei Het: 'Dat was lekker! Kleed jij Mij nu maar aan!
[29] Want als Ik honger heb, dan wil Ik eerst eten, en Mij pas daarna laten aankleden.' ... Daarna zei het Kindje niets meer en Het liet Zich heel rustig Zijn hemdje door Cyrenius aantrekken.
«« 229 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.