Krijsende kledingdieven voor de deur van Jozef. Energieke toespraak tot hen door het Kindje

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 254 / 302 »»
[1] Kort daarna wéér gebrul, op enige afstand nu, uit de richting van de stad komend. Er kwam een menigte mensen in zicht, die ren­den in de richting van Jozefs villa.
[2] 'Wat moet dat nu weer?' vroeg Jozef aan de verbaasde Jo­natha.
[3] Deze antwoordde: 'Dat zal de Heer, zoals altijd alles, zeker beter weten dan wij tweeën!'
[4] En Jacob voegde hen beiden toe: 'Zit daar maar niet over in: dat zijn namelijk de dieven van de kleren!
[5] De macht des Heren heeft hen achterhaald; zij moeten nu de misdaad boeten die zij aan deze geheiligde kleding hebben be­gaan.
[6] Want wie ze aantrekt, of ze maar aanraakt, die wordt onmiddellijk door een innerlijk vuur aangegrepen en tot as ver­teerd.
[7] Daarom rennen zij nu krij­send en weeklagend hierheen om ons te smeken, dat wijzelf de kle­ren komen terughalen uit hun halfverbrande huizen. ..,
[8] wat wij dan ook best bereid zijn te doen; maar de Heer zal hun eerst een duchtig lesje Ieren!'
[9] En nauwelijks had Jacob de­ze woorden uitgesproken, of de kledingdieven waren al voor Jo­zefs huisdeur
[10] Ze schreeuwden hevig om hulp en redding, zodat Jozef en Jonatha naar buiten gingen.
[11] Toen ze buiten kwamen, stonden daar zo'n dertig vertwij­felde mannen tot hun te schreeu­wen:
[12] 'O Gij, almachtige god Ju­piter, help ons, red ons; ja wij hebben tegen u gezondigd, door u niet tijdig te herkennen.
[13] Maar nu hebben wij u her­kend; wij smeken u derhalve: dood ons of haal de kleren, die wij van uw gezin hebben gestolen uit onze huizen terug!'
[14] Op dit moment kwam ook het Kindje naar buiten en sprak: 'Luistert, jullie gemene dieven!
[15] Precies zoals jullie die kle­ren hebben mee geroofd, precies zo moeten jullie ze hier terug­brengen!
[16] Doen jullie dat niet, dan wacht jullie de dood!'
[17] Toen de dieven dit hoor­den, zeiden ze:
[18] 'Dat is die jonge God; Hem moeten we gehoorzamen, anders zijn we verloren!'
[19] Ze renden plotseling allemaal weg en brachten vervolgens alle gestolen kleren, die ze over metalen staven hadden gehangen, weer terug.
[20] Zij durfden ze namelijk niet met hun blote handen aan te raken.
[21] Toen alle kleren aldus wa­ren teruggebracht, liet het Kindje de dieven gaan; Hij strafte hen verder niet. Jozef nam de kleren met grote vreugde in ontvangst en droeg ze naar binnen.
«« 254 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.