Verwijt van de herbergier Nicodemus aan het adres van Jozef. Jozefs zelfverdediging. Het getuigenis van de vroedvrouw. Een genadige wenk aan Nicodemus, die daarop de Heer erkent (9 september 1843)

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 26 / 302 »»
[1] Toen Jozef zich de volgende morgen al had klaargemaakt om te vertrekken naar Bethlehem, kwam de jonge Israëliet het over­nachtingsgeld incasseren.
[2] Toen hij de kamer betrad overviel hem een grote angst, waardoor hij geen woord over zijn lippen kon krijgen.
[3] Jozef ging naar hem toe en zei: 'Vriend, ik bezit geen geld; neem dus iets van mijn bezit dat U een drachme waard is als tegen­waarde.'
[4] Nu kwam de Israëliet een beetje bij en zei met trillende stem: 'Man van Nazareth, nu her­ken ik je pas: jij bent Jozef, de timmerman. Jij bent dezelfde, aan wie negen maanden geleden een maagd des Heren, Maria geheten, door het lot in de Tempel werd toegewezen!
[5] Dit is datzelfde meisje! Nou, jij hebt goed op haar gepast zeg, dat ze nu al moeder moest wor­den! Wat is er gebeurd?
[6] Ik ben er wel zeker van dat u niet de vader bent, want mannen van Uw leeftijd en van Uw gods­vrucht -wat bekend is in heel Israël­ doen zoiets nooit!
[7] Maar U hebt volwassen zoons. Kunt U voor hun onschuld instaan? Hebt U steeds op ze ge­let? Al hun denken en handelen, doen en laten in de gaten gehou­den?'
[8] Jozef wierp hem nu tegen: Ja, nu herken ik jou ook; jij bent Nicodemus, een zoon van Benja­min, van de stam Levi. Hoe haal jij het in je hoofd mij uit te horen? Dat komt jou helemaal niet toe! De Heer Zelf heeft mij onder­zocht, zowel in de Tempel als op de Berg der Vervloeking! Hij heeft mij voor de Hoge Raad on­schuldig bevonden; wat zoek jij mij en mijn zoons dan nog te be­schuldigen?
[9] Ga maar naar de Tempel op doe daar navraag bij de Hoge Raad, dan zul je over mijn huis een juist getuigenis krijgen!'
[10] Door deze woorden werd de jonge rijkaard zeer getroffen; hij zei: 'Maar om Gods Wil, als dat zo is, vertel me dan alsjeblieft, hoe het komt dat dit meisje heeft gebaard. Was het een wonder, of is het op natuurlijke wijze toe ge­gaan?'
[11] Nu deed de ook aanwezige vroedvrouwen stapje naar voren tot Nicodemus en zei: 'Beste man, hier, pak aan je overnachtings­geld: een drachme, dik betaald, het zeer karige onderkomen in aanmerking genomen! En houd ons nu niet langer op, want we moeten vandaag nog in Bethle­hem zijn!
[12] Maar weet wel, dat Wat vannacht zo armetierig in jouw herberg heeft gelogeerd voor één drachme, dat Daarvoor je aller­mooiste kamer, gesierd met edel­stenen en goud, nog veel te min zou zijn! In dit kamertje, dat hoogstens goed genoeg mag heten voor een dwangarbeider, heeft Gods Heerlijkheid Zelf verblijf gehouden!
[13] Ga naar dat Kindje, raak het aan, dan zullen die dikke schil­len van je ogen vallen; dan zul je zien, Wie bij je op bezoek is ge­weest ...! Als vroedvrouw heb ik volgens oude gewoonte het recht jou toe te staan het Kindje aan te raken.
[14] Nu ging Nicodemus naar het Kindje toe en raakte Het met­terdaad aan; en toen hij Het had aangeraakt, ging hem een inner­lijk Licht op, waardoor hij althans voor een kort ogenblik Gods Heerlijkheid vermocht waar te nemen.
[15] Onmiddellijk viel hij voor het Kindje op zijn knieën, aanbad Het en zei: 'O God, dat Gij Uw volk in deze gestalte en op deze wijze bezoekt! ...Hoe groot moet Uw genade met hen zijn en Uw erbarmen jegens hen! ...
[16] Maar, wat staat mij nu met dit-mijn-huis te doen? En wat staat mijzelf te wachten, nu ik Gods Heerlijkheid zo heb mis­kend?'
[17] De vroedvrouw antwoord­de hem en zei: ' Je blijft maar pre­cies zoals je bent; maar bewaar wel over hetgeen je gezien hebt het diepste stilzwijgen, anders zul je Gods straf kunnen verwach­ten!. ..' Nicodemus gaf nu de drachme weer terug en ging onder tranen naar buiten. Het desbetref­fende kamertje liet hij later inder­daad rijk met goud en edelstenen verfraaien. Jozef echter is direct afgereisd.
«« 26 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.