[2] Cornelius antwoordde Jozef: 'Hooggeachte vriend en Heer, als ik en mijn broeder Cyrenius hem niet in toom zouden houden, dan zou hij nog tienmaal wreder zijn, dan zijn vader geweest is!
[3] Maar, wij hebben zijn macht op goede gronden sterk beknot, zodat hij niet anders mag doen dan belasting heffen, en dat dan ook nog slechts volgens onze maatstaven.
[4] En in gevallen, waarin belastingplichtigen om wat voor reden dan ook zouden weigeren om die belasting te voldoen, is hij verplicht zich tot ons te wenden.
[5] Als hij zich daar niet aan houden zou, kunnen wij hem op elke willekeurige dag het afzettingsdecreet van de keizer, dat ik altijd onder mij heb, overhandigen, en hem dan tegelijk vogelvrij verklaren voor heel het volk.
[6] Je hebt dus van deze koning niet het minste te vrezen,
[7] want het is hem beslist niet geraden ook maar in het minst tegen de bestaande voorschriften in te gaan,
[8] anders is hij morgen geen koning meer, maar een vogelvrije, verbannen slaaf van Rome!
[9] Ik dacht zo, vriend, dat je het hiermee kunt doen om gerust te zijn!
[10] Ik ben nu stadhouder van Jeruzalem en mijn broeder Cyrenius is zoiets als onderkeizer van Azië en Afrika, en wij zijn jouw vrienden!
[11] Een betere waarborg, dacht ik -wereldlijk gesproken is er voor veiligheid van een mens in een land niet denkbaar .
[12] En dan woont bovendien jullie allergrootste garantie voor veiligheid en rust nog in jullie eigen huis ook!
[13] Je kunt nu dus volkomen gerust zijn en ook kun je je mij bekende kunstvaardigheden zonder enige vrees of schroom weer gaan uitoefenen.
[14] En wat belastingen betreft, zal ik je wel in een schaal brengen, die je geen pijn zal doen!'
[15] Toen Jozef dit van Cornelius hoorde, keerde zijn opgewektheid volledig terug en werd hij weer blij en vrolijk.
[16] Nu pas ontdekte Cornelius de vijf meisjes van Cyrenius en ook Eudokia, die hem heel bekend voorkwam, maar die hij desondanks hier niet herkende.
[17] Daarom vroeg hij Jozef dan ook hoe het met deze personen zat.
[18] Jozef stelde hem nu volkomen waarheidsgetrouwen zonder enig voorbehoud of geheim doenerij daarover volledig op de hoogte.
[19] Toen Cornelius hieruit kon afleiden hoe bijzonder nauw de vriendschapsbetrekkingen tussen Jozef en zijn broeder Cyrenius waren, en hoe onbaatzuchtig, bleek hij hoogst aangenaam verrast.
[20] Hij was hier uitermate verheugd over en hij kuste Jozef wel honderd maal! Daarna riep hij de kinderen van zijn broeder bij zich, die hij liefkoosde en eveneens kuste.
[21] Vervolgens zei hij tegen Jozef: 'Nu je dan zo met mijn broeder blijkt te staan ben je tevens voor altijd van belasting vrijgesteld, net als alle burgers van Rome. Vandaag nog zal ik de keizerlijke brief van vrijdom op je huis bevestigen!' ...Tot tranen toe bewogen was Jozef hierdoor , en iedereen weende mee, zo blij waren ze.
«« 265 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.