Cornelius doet navraag naar de wondermacht van het Kindje. Jozef verwijst hem naar Diens spreekwijze. Het Kindje spreekt op indrukwekkende wijze tot Cornelius

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 267 / 302 »»
[1] Nadat Cornelius nu ook met Eudokia alles wat hij te weten no­dig achtte, voldoende had doorge­sproken
[2] en daaruit begreep, dat wat zij had gezegd volledig in over­eenstemming was met hetgeen in de brief van zijn broeder had ge­staan,
[3] richtte hij zich opnieuw tot Jozef, zeggend:
[4] 'Hooggeachte vriend, ik ben nu wel helemaal volledig van alles op de hoogte .
[5] Ik zal je dan ook niet gaan vragen waarom je Egypte weer hebt verlaten, niettegenstaande je daar uitstekend verzorgd was.
[6] Want ik weet, dat je niets doet dan alleen dat, wat je door God wordt opgedragen.
[7] En, omdat je precies pleegt te handelen in overeenstemming met de Wil van God, daarom is je handel en wandel altijd juist en gerecht tegenover God en de hele wereld, die­ net als ik -recht­schapen denkt en wil en handelt!
[8] Toch wil ik, voordat ik naar Jeruzalem vertrek, nog een ding aan Je vragen.
[9] En dat ene ding bestaat hier­in: Weet je, nog altijd staan de wonderlijke verschijningen, wel­ke bij de geboorte van je Kind plaatsvonden mij levendig als de dag van gisteren voor ogen!
[10] En nu moet ik merken, dat dit wonderbaarlijke karakter van Hem volledig verloren schijnt te zijn gegaan; hoe moet ik dat op­vatten? Kun je mij dat zeggen?'
[11] Jozef gaf ten antwoord: 'Maar vriend toch, wat een vreem­de vraag van je?
[12] Heb je dan zojuist het Kind je niet met Salome horen spreken?
[13] Spreken dan soms alle kin­deren van die leeftijd met zo diepe wijsheid?
[14] Vind je dergelijke taal uit de mond van een driejarig kind dan niet net zo wonderlijk..als die wonderlijke verschijnselen bij de geboorte te Bethlehem?'
[15] Cornelius zei nu: 'Daarin moge je gelijk hebben, maar toch is een wonder zoals dit voor mij -niets nieuws.
[16] Te Rome heb ik namelijk niet zelden kinderen van een jaar oud, wier geboorte volkomen normaal was verlopen, ook reeds ver­bazend vlot horen spreken!
[17] Wat dat betreft zijn mijn bijzonder hoog gespannen ver­wachtingen dus helaas niet door je Kindje bevestigd.'
[18] Nu kwam het Kindje zelf op Cornelius toegelopen, en zei te­gen Hem:
[19] 'Cornelius, wees nu maar tevreden met de last, die Ik jou op de schouders heb geladen,
[20] want je zou slechts een berg van graniet moeten worden, als je omwille van Mij een nog zwaarde­re last zou willen torsen!
[21] Voor de tijd daartoe rijp is moet je van Mij dus liever niet meer vragen!
[22] Te juister tijd zal Ik echter beslist voor jou en de hele wereld ruimschoots genoeg doen!'
[23] Toen hij dit vernam, speur­de Cornelius niet verder, maar zijn bagage voor vertrek gereed te kort hierna gaf hij opdracht om maken.
«« 267 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.