[2] Maar toen Jozef al aanstalten maakte om op te breken, kwam de hoofdman, die voor het aanbreken van de dag al iets in de stad te regelen had gehad, op de terugweg weer 'even aan' en hij zei tegen Jozef:
[3] 'Eerwaarde Godsman, wil je opbreken en naar huis terugkeren? Doe dat nog niet! Voor vandaag, morgen en overmorgen moet ik het beslist afraden.
[4] Zoëven heb ik namelijk bericht gekregen van mensen van mi j , die vanmorgen al voor dag en dauw uit Jeruzalem zijn aangekomen, dat in Jeruzalem drie enorme karavanen uit Perzië zijn binnengetrokken.
[5] Drie sterrenkundigen, die de leiders van die karavanen zijn, hebben zich tot Herodes gewend, op zoek naar de nieuwgeboren Koning der Joden.
[6] Herodes, die, als Romeinse zetbaas uit Griekenland, niet op de hoogte is, heeft zich tot de priesters gewend om te achterhalen waar die nieuw gezalfde geboren zou moeten worden.
[7] Deze hebben hem bericht dat het in Judea en wel in Bethlehem zou moeten zijn. Zo zou het "beschreven staan".
[8] Herodes heeft toen de priesters weggestuurd en zich, begeleid door heel zijn gevolg, opnieuw tot de leiders van de drie karavanen gewend om hun mede te delen wat hij van de hogepriesters vernomen had.
[9] Hij drong er bij die drie op aan, om in Judea zorgvuldig naar de nieuw gezalfde te zoeken, en om als zij hem zouden vinden weer met spoed bij hem terug te komen, opdat ook hijzelf het Kind je zou kunnen gaan huldigen!
[10] Weet je, beste vriend Jozef, ik vertrouw die Perzen niet, maar de heerszuchtige Herodes nog minder!
[11] Die Perzen zouden magiërs zijn, en ze zouden die geboorte ontdekt hebben door een wonderbaarlijke nieuwe ster, hetgeen ik niet zou willen ontkennen. Want, nu zich bij de geboorte van dit Knaapje hier zulke grote wonderen hebben voorgedaan, kan dat in Perzië ook best het geval zijn geweest!
[12] Maar, omdat het klaarblijkelijk om dit Kind gaat, is nu een hachelijke situatie ontstaan: als de Perzen het Kind vinden, dan zal ook Herodes Het vinden.
[13] En dan zullen we ons tot het uiterste moeten verzetten om uit de klauwen van die oude vos te blijven.
[14] Daarom, zoals gezegd, moet je nog minstens drie dagen op deze afgelegen plaats blijven. In die tijd zal ik proberen om die koningszoekers om de tuin te leiden, en dat zal best lukken! Ik beschik tenslotte over twaalf legioenen hier! Je weet nu wat je doen moet; meer kan ik je -terwille van je gemoedsrust -maar beter niet zeggen. Blijf dus! Ik ga nu, maar om twaalf uur kom ik terug!'
[15] Jozef, die tezamen met zijn gezin door dit bericht verontrust was, bleef en in overgave aan de Wil des Heren, wachtte hij af wat uit deze vreemde samenloop van omstandigheden zou voortvloeien.
[16] Hij ging naar Maria en vertelde haar wat hij zojuist van de hoofdman had gehoord.
[17] Maria zei: 'De Wil des Heren geschiede! AI heel wat erg bittere dingen zijn ons overkomen: de Heer heeft ze alle maal in honingzoete omgezet.
[18] Ook die Perzen zullen ons geen kwaad doen, als ze inderdaad naar ons zullen toekomen. En, voor het geval dat ze enig geweld tegen ons in hun schild voeren, dan is, door de genade Gods, altijd nog de bescherming van de hoofdman tot onze beschikking!'
[19] Jozef zei tegen Maria: 'Dat komt wel in orde. Zelf heb ik ook geen angst voor die Perzen, maar grijsbaard Herodes, dat verscheurende dier in mensengedaante, die is het voor wie ik bang ben; en ook de hoofdman is bang voor hem!
[20] Want, gesteld dat door die Perzen definitief blijkt dat ons Knaapje de nieuwsgezalfde koning is, dan zal ons niets anders overblijven dan een smadelijke vlucht !
[21] In dat geval zal ook de hoofdman, uit Romeins staatkundige overwegingen, en voor zijn eigen bestwil, wel tot een vijand voor ons moeten worden, als hij althans niet wil worden aangezien voor een afvallige van de keizer; hij zal ons móeten vervolgen i. p. v. ons te redden !
[22] Zelf ziet hij dat beslist ook wel in, want, met betrekking tot zijn verstandhouding tegenover Herodes gaf hij mij blijk van grote achterdocht.
[23] Dat is dan ook de reden dat hij ons nog drie dagen hier wil laten blijven. Als alles goed verloopt blijft hij zeker onze vriend.
[24] Als het daarentegen slecht verloopt, heeft hij ons prachtig bij de hand, om ons dan aan Herodes' wreedheid te kunnen uitleveren. Hij zal dan zelfs van zijn keizer nog een pluim krijgen, omdat hij op zo'n slimme manier een joodse koning die misschien ooit gevaarlijk zou kunnen worden voor de staat, uit de wereld heeft geholpen!'
[25] Maar Maria gaf ten antwoord: ' Jozef, maak je over mij en ook over jou geen onnodige zorgen. Wij hebben immers het vloekwater gedronken zonder dat ons iets is overkomen, waarom zouden wij dan nog bang zijn. Daarvoor hebben we toch zeker al te veel van Gods Heerlijkheid dank zij dit Kindje mogen zien!
[26] Gebeure dus wat gebeuren moet! Ik garandeer je: De Heer is machtiger dan de Perzen, Herodes, Rome's keizer, plus de hoofdman met z'n twaalf legioenen tezamen! Houd je dus kalm, zoals je ziet dat ook ik ben.
[27] Overigens ben ik ervan overtuigd dat de hoofdman eerder alles zal opgeven, dan zich tot onze vijand te laten maken!'
[28] Hierdoor werd de goede brave Jozef weer gerustgesteld. Hij wachtte rustig op de hoofdman en liet intussen door zijn zoons de grot verwarmen en tegelijk voor Maria, voor zichzelf en voor zijn zoons wat vruchten koken.
«« 28 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.