[2] ' Als vruchten van jouw dwaasheden zullen nu degenen, die innerlijk verblind waren, gaan zien!
[3] Luister dus, jij dwaas, die Dumas alleen maar kunt zien als een doom in je eigen oog!
[4] Weet dat Ik van boven ben neergedaald om de mensen -voor zover zij naar wereldse maatstaven leven -te vervloeken, ...
[5] maar ook om jullie te verlossen, voor zover jullie bereid zijn te leven volgens de roeping van boven, en volgens de opdracht van Hem, Die in Mij is, en boven Mij en boven jullie,
[6] en Die Mij daartoe uit zichzélf in Mij heeft gezonden!'
[7] Toen het Jezuskind deze toespraak beëindigd had, genazen plotseling in de wijde omtrek allen, die door een of ander gebrek aan het ziekbed gekluisterd waren!
[8] Dit wil dus zeggen, dat toen ook al degenen werden verlost, wier aardse bestaan ooit bij enige gelegenheid door een vloek van de kleine Jezus waren getroffen, met uitzondering van de jongen, die met verschrompeling was geslagen.
[9] Deze moest namelijk vanwege zijn vader de drie jaren die hem waren opgelegd onder de vloek van het Kindje vol maken.
[10] Piras Zacheüs stond nu op, ging met Jozef naar buiten, en zei daar tegen hem:
[11] 'Broeder, we zijn nu buiten en niemand kan ons afluisteren.
[12] Laat mij jou, beste broeder, dus mogen verzoeken mij te willen zeggen, hoe het nu eigenlijk met betrekking tot die jongen in elkaar zit,
[13] want, zoals ik al eerder opmerkte, kan dat beslist geen natuurlijk kind zijn!'
[14] Jozef sprak nu tot Piras Zacheüs: 'Vriend luister: als ik over de natuur van mijn jongen zou willen spreken, zou ik aan vele dagen nog te kort komen,
[15] bovendien staat het Kind ook mij niet toe om willekeurig uit de school te klappen.
[16] Maar kijk, daar komt de jongen juist naar ons toe!
[17] Vat moed en liefde tot Hem, dan zal het Kind je alles zeggen, wat te weten goed voor je is!'
[18] En nu vatte de onderwijzer moed en liefde voor Hem op, en toen Het hen bereikt had, zei hij op vragende toon:
[19] 'Dag, lief wonderkind!' 20. Het Jongetje antwoordde lachend: 'Weet u, als geleerde waar boven is en waar beneden?
[21] Want weet u, de aarde is bolrond en overal rondom wonen mensen en andere schepselen.
[22] Er wonen er beneden zowel als boven. Eenmaal per dag draait de aarde om haar as, zodat u dagelijks vierduizend mijl verplaats wordt; weet u nu wanneer u boven bent en wanneer aan de onderkant?'
[23] N u keek de onderwijzer wel heel erg verbaasd en hij wist niet wat hij op dergelijke ongehoordheden zou kunnen antwoorden.
[24] Het Jongetje moest om het domme gezicht van Piras Zacheüs lachen, en zei:
[25] 'Wel, geleerde, hoe kunt u dan onderwijs geven, als u niet eens weet, dat alleen het licht in deze bepalend is?!
[26] Daar waar het licht is, is het boven, en waar het nacht is, ... onder!
[27] Bij u is het nog nacht, dus bent u ook onder. Maar Ik ben altijd in de hoogste lichtsferen geweest; daardoor zult u Mijn lichtnatuur in uw nachtelijke duisternis wel evenmin kunnen vatten, als onze tegenvoeters, die nu nacht hebben, ons kunnen zien! ' ...Vervolgens liep het Kindje weg.
[28] Piras Zacheüs zei nu tegen Jozef: 'Zie je nu wel. ..nu weet ik nog precies even weinig als tevoren! ...Buitengewone taal hoor, spreekt die jongen! Laat mij nu maar alleen, dan kan ik daarover nadenken! ' En Jozef liet de onderwijzer in de tuin alleen.
«« 288 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.