[2] 'Zie je nu wel, overbezorgde man-van-mij, hoe heerlijk en goed de Heer onze God is, en hoe echt vaderlijk Hij voor ons zorgt? !
[3] Wie van ons had zich ooit, al was het maar in een droom, zoiets kunnen denken? Uit onze grote angst heeft Hij deze zegen voor ons bewerkstelligd. Heel onze grote vrees en zorg heeft Hij in enorme vreugde omgezet!
[4] Van hen, van wie wij vreesden dat zij het Kindje naar het leven stonden, juist van hen hebben wij mogen beleven dat zij Hem slechts kwamen eren, en wel met een eer, zoals men aan God de Heer alleen schuldig is!
[5] Bovendien hebben zij ons zo rijkelijk bedacht, dat wij van de tegenwaarde van hun geschenken een prachtig landgoed kunnen kopen, waar wij voor de opvoeding van het goddelijk Kind zeker op de beste wijze en naar Gods Wil kunnen zorgen!
[6] Jozef, zo ooit, dan nu, wil ik de allerliefste Heer danken, loven en prijzen, tot in het diepst van de nacht, want Hij is nu ook aan onze armoede zo zeer tegemoetgekomen, dat we nu echt royaal uit de voeten kunnen. Is het niet zo, lieve vader Jozef? ...,
[7] Jozef nu: ' Ja Maria, God is oneindig goed voor hen, die Hem boven alles liefhebben als hun Heer, en die al hun hoop uitsluitend op Hem richten. Maar ik ben van mening dat die geschenken niet voor ons maar voor het Kindje bestemd zijn, zodat wij niet het recht hebben ze te gebruiken naar onsgoeddunken.
[8] Het Kindje heet Jezus, en is een Zoon des Allerhoogsten; daarom moeten we op de eerste plaats aan de verheven Vader vragen, wat er met deze schat moet gebeuren.
[9] Wij zullen er dat mee moeten doen, wat Hij ermee voor heeft. Buiten Zijn Wil om wil ik ze nog niet eens aanraken, mijn leven lang niet! Nee, dan wil ik nog liever desnoods op een heel moeilijke manier een eerlijk stuk brood verdienen.
[10] Zoals ik jou en mijn zoons tot dusverre, dank zij mijn door de Heer gezegende handenarbeid heb kunnen onderhouden, zo zal ik dat met de hulp des Heren verder ook wel klaarspelen. ..!
[11] Daarom Iaat ik mij aan deze geschenken minder gelegen liggen dan aan de Wil des Heren, aan Zijn Genade, aan Zijn Liefde. ..!
[12] Dit zijn de drie grootste geschenken, die ons altijd tot zegen zullen strekken: Zijn Heilige Wil is voor mij als de kostbaarste wierook. Zijn Genade is mij als het zuiverste en zwaarste goud. Zijn Liefde tenslotte is voor mij als de kostelijkste myrrhe ...
[13] Die drie schatten mogen wij altijd zonder terughoudendheid, ja zelfs op kwistige wijze uitbuiten. .., maar, ...deze wierook, dit goud en deze myrrhe hier in deze goudbestikte zakken, mogen wij niet aanraken, tenzij het ons wordt ingegeven door die drie "hoofdschatten", die voor ons tot dusverre de allerbelangrijkste zijn geweest...!
[14] Dus Maria, lieve, zo zullen wij doen, en dan ben ik ervan overtuigd dat de Heer ons met des te meer welgevallen zal gadeslaan. ..en, Zijn Welbehagen is voor ons toch wel de allergrootste schat!
[15] Vind je niet Maria, dat ik gelijk heb? Zou op die manier voor deze schatten niet de beste bestemming kunnen worden gevonden?'
[16] Maria, tot tranen geroerd, loofde Jozefs wijsheid. De hoofdman sloot Jozef in zi jn armen terwijl hij hem toevoegde: ' Ja, ja, je bent nog eens een mens, die echt helemaal naar Gods Wil leeft!' Maar ook het Kind je zag nu Jozef glimlachend aan; Het hief Zijn handjes omhoog; zodat het leek alsof Hij Zijn pleegvader, de zeer deugdzame Jozef, echt zegende.
«« 31 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.