De uitwerking van de genadevolle zegening op Cyrenius. Jozefs nederige getuigenis over zichzelf en diens goede raad aan Cyre­nius. Aankomst in Ostracine (Egypte) (11 oktober 1843)

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 42 / 302 »»
[1] Ook Cyrenius werd vervuld van een hevig gevoel van zaligheid. Hij drukte dat als volgt uit: 'Luis­ter achtenswaardigste man... nu onderga ik weer hetzelfde, als wat ik ervoer toen ik het Kindje op mijn arm droeg.
[2] Bent U dan misschien één ­van natuur met Hem, of hoe komt het, dat ik nu weer dezelfde zegen ondervind?'
[3] Jozef zei: 'Edele vriend, niet van mij, maar uitsluitend van de Heer van Hemel en aarde gaat een dergelijke Kracht uit.
[4] Bij een gelegenheid als deze gaat die slechts "door mij heen", om dan "als zegen in U over te gaan"! Ik heb zo'n Kracht nooit van mijzelf, want God-alleen is al­les in alles!
[5] Eert dus in Uw hart steeds deze enige ware God, dan zal de Volheid van deze zegen-van-Hem nooit van U wijken!'
[6] En verder zei Jozef nog: 'Wij hebben nu wel met Gods almach­tige hulp deze kust bereikt, maar , naar het mij toeschijnt, zijn we nog lang niet in Ostracine.
[7] Welke kant uit ligt het? Welke richting moeten we hou­den? De dag loopt al ten einde. Wat doen we? Gaan we verder, of blijven we hier tot morgen?'
[8] Cyrenius nu: 'Kijk, hier zijn we bij de ingang van de grote baai; in de binnenste inham ervan, daar rechts van ons ligt Ostracine, een rijke handelsstad.
[9] In minder dan drie uur kun­nen we daar zijn, maar als we er 's nachts aanleggen, dan zullen we toch moeilijk onderdak vinden. Het lijkt mij dus beter dat we nu hier op het schip overnachten en er morgen heengaan. ,
[10] Maar nu zei Jozef: 'Maar vriend, als het maar drie uur is, laat ons dan niet hier blijven sla­pen. Wel lijkt het mij goed dat Uw schip hier blijft liggen, om geen opzien te baren in de stad. .., dan kan ik ook heimelijk op de plaats van bestemming arriveren.
[11] Want als de Romeinse be­zetting daar het schip van een Ro­meins landvoogd in de gaten krijgt, dan, neem ik aan, zal die U toch zeker met grote eer ontvan­gen.
[12] Als Uw vriend zou ik dan ongewild deel krijgen aan die ver­ering, en dat zou ik bijzonder on­aangenaam vinden.
[13] Het lijkt mij daarom wen­selijker de reis onmiddellijk voort te zetten. ..over land wel te ver­staan. Mijn pakezels zijn nu wel voldoende uitgerust om ons in korte tijd naar Ostracine te kun­nen brengen.
[14] Mijn zoons zijn sterk en vlot ter been; zij kunnen te voet gaan, terwijl U dan met het on­misbare deel van Uw gevolg ge­bruik kunt maken van de vijf vrij­komende lastdieren; we komen dan gemakkelijk in de helemaal niet zo ver gelegen stad. ,
[15] Cyrenius ging met Jozefs advies akkoord, droeg het schip tijdelijk over aan de scheepslui, om er goed op te passen. Hij nam nog vier bedienden mee, die mede de lastdieren van Jozef bestegen, en trokken zo met Jozef naar de stad.
[16] Binnen twee uur waren ze er al. Toen ze de stad binnentrok­ken, werden zij aangesproken door de poortwachter, die naar hun papieren vroeg.
[17] Cyrenius maakte zich nu aan de poortwachter bekend. De­ze liet hem direct ceremonieel be­groeten door de soldaten die daar waren en trof voorts de nodige maatregelen voor onderdak.
[18] Zo werd ons reisgezel­schap, zonder ook maar de gering­ste problemen, direct en zo gun­stig mogelijk voor hen, in de stad ondergebracht.
«« 42 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.