De bezichtiging van het nieuwe huis. Dankbetuigingen van Jozef en Maria. Cyrenius stelt belang in Israëls geschiedenis (14 oktober 1843)

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 45 / 302 »»
[1] Na een beetje bekomen te zijn van zijn grote verrassing, ging Jozef met Cyrenius alles in ogen­schouw nemen.
[2] Ook Maria, die het Kindje weer uit Cyrenius' armen had te­ruggenomen, deed aan deze be­zichtiging mee. Ze was oprecht verheugd over de goedheid van de Heer, omdat Hij nu ook in hun aardse behoeften zo goed had voorzien.
[3] Toen ze nu alles hadden be­zichtigd en in het woonhuis waren teruggekeerd, zei Maria, die zich als verzaligd gevoelde:
[4] 'Lieve beste Jozef, ik was nog nooit zo blij, dat de Heer zo goed voor ons heeft gezorgd.
[5] Voor mij lijkt het, alsof de Heer de oude heilsorde volledig heeft omgekeerd.
[6] Ooit leidde Hij de kinderen van Israël vanuit Egypte naar het beloofde land Palestina, dat toen nog Kanaän heette;
[7] nu heeft Hij Egypte weer tot het beloofde land gemaakt, ter­wijl Hijzelf met ons meevoer, of beter gezegd: Zelf leidde Hij ons hier naartoe, vanwaar Hij ooit on­ze voorvaderen bevrijdend door de woestijn leidde naar het be­loofde land, dat overvloeide van melk en honing!'
[8] Jozef antwoordde: 'Maria, je hebt weliswaar niet helemaal ongelijk met je blijde opmerking;
[9] maar, naar mijn mening gaat jouw uitspraak alleen op voor on­ze huidige situatie.
[10] In het algemeen gesproken lijkt het mij eerder zo, dat de Heer nu met ons heeft gedaan wat Hij eens deed met de zonen van Ja­cob, toen in het land Kanaän die grote hongersnood was uitgebro­ken!
[11] Het volk van Israël bleef daarna tot aan de tijd van Mozes in Egypte; maar Mozes bracht het weer terug, door de woestijn, naar het vaderland.
[12] Ik denk, dat het met ons ook zo zal gaan: ook wij zullen hier niet begraven worden; te zij­ner tijd zullen we zeker naar Kanaän moeten terugkeren!
[13] Voor de terugkeer van on­ze voorvaderen moest er toen eerst een Mozes worden verwekt, maar wij hebben de Mozes van Mozes al in ons midden!
[14] Ik denk dus dat het wel zal gaan zoals ik al heb gezegd. ,
[15] Maria was het met Jozef eens en hield al deze woorden in haar herinnering vast.
[16] Hevig geïnteresseerd had Cyrenius toegeluisterd en hij gaf Jozef dan ook te kennen dat hij graag de geschiedenis van de jo­den nader zou willen Ieren ken­nen.
«« 45 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.