De uitwerking van de tweede brief. Komst van Herodes en van de stadhouder. Hun ontvangst door Cyrenius. Tyrus in opwinding. Maronius Pilla voor Cyrenius

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 49 / 302 »»
[1] Deze brief van Cyrenius heeft de stadhouder van Jeruzalem en ook Herodes pas echt bang ge­maakt!
[2] Herodes en de stadhouder genaamd Maronius Pilla, zijn daarom zo vlug mogelijk naar Cy­renius toegegaan.
[3] Herodes om te proberen nog iets van zijn boete af te dingen, en de stadhouder om te bewerkstelli­gen dat hij zijn aanstelling zou te­rugkrijgen.
[4] Toen zij met groot gevolg te Tyrus aankwamen, werd het volk van Tyrus vreselijk bang, in de veronderstelling namelijk dat He­rodes, met toestemming van Cy­renius, ook daar zijn gruwelijk bedrijf zou gaan uitoefenen!
[5] Cyrenius, die geen idee had van de aanleiding tot die ontstel­tenis, werd aanvankelijk zelf ook erg bezorgd.
[6] Maar hij vermande zich al spoedig en trachtte om op een allervriendelijkste manier van het volk te weten te komen, wat er aan de hand was, en waarom het zo geweldig tegen hemzelf tekeer ging.
[7] Maar het volk schreeuwde: 'Hij is hier, de wreedste aller wreedaards, die in Palestina vele duizenden onschuldige kinderen liet vermoorden.
[8] Nu pas begreep Cyrenius de angst van het volk; hij stelde het gerust en troostte het, waarna het volk weer afdroop. Hijzelf echter bereidde zich erop voor het twee­tal te ontvangen.
[9] Het volk was nog nauwelijks weggetrokken, of het tweetal liet zich aandienen.
[10] Eerst maakte Herodes zijn opwachting. Hij boog diep voor zijne keizerlijke Hoogheid, en vroeg toestemming om te spre­ken.
[11] Uitermate geprikkeld richtte Cyrenius zich nu eerst tot hem en zei: 'Ja, spreek op, jij booswicht! De hel is nog te goed om voor jou een naam te kunnen bedenken! Spreek jij, die door de diepste hel bent uitgebraakt! Wat moet je?!'
[12] Door deze donderende woorden van Cyrenius verbleekte Herodes van schrik. Bevend van angst bracht hij er niettemin uit: 'Gebieder van Rome's Heer­schappij, de boete die U mij hebt opgelegd is niet op te brengen; schenkt U daarom de helft kwijt.
[13] Zeus is mijn getuige dat datgene, wat ik heb gedaan, ge­daan is met oprechte ijver voor Rome!
[14] Toegegeven dat ik wreed gehandeld heb, maar anders kon het niet! De Perzische delegatie, die zo luisterrijk voor mij ver­scheen, heeft mij daartoe duide­lijk alle aanleiding gegeven! Men heeft mij - het gegeven erewoord schendend­ om de tuin geleid!'
[15] Maar Cyrenius antwoord­de: ' Jij lelijke leugenaar! Maak dat je wegkomt! Ik ben volledig op de hoogte! Verklaar onmiddel­lijk dat je de boete zult betalen, of ik laat je hier nog op staande voet de kop van je romp slaan!'
[16] Nu beloofde Herodes dan de boete te betalen, bang als hij was dat hij zijn leenbriefniet terug zou krijgen; dat zou pas na het betalen van de boete gebeuren!
[17] Cyrenius zond hem weg en liet nu Maronius Pilla ontbieden.
[18] Deze had in de anticham­bre Cyrenius' woedende stem al gehoord... Meer dood dan le­vend verscheen hij dan ook voor Cyrenius.
[19] 'Maronius, man, kom tot jezelf; jij werd immers gedwon­gen! Ik heb jou laten roepen om­dat je mij belangrijke inlichtingen moet geven! Voor jou geldt er geen andere boete dan die in je hart tegenover God!'
«« 49 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.