Angstige vragen van Jozef aan Cyrenius over Maronius Pilla. Geruststellend antwoord van Cyrenius. Aankomst bij het buiten­huis

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 54 / 302 »»
[1] Dit alles beviel Jozef uitste­kend, en hij loofde de Heer van harte voor deze gunstige wending, die zijn angstige bezorgdheid vol­komen ophief.
[2] Toch hinderde hem de aan­wezigheid van Maronius wel enigszins; hij wist immers nog steeds niet wat die vriend van He­rodes hier nu eigenlijk te maken had!
[3] Onderweg ging hij daarom quasi argeloos naast Cyrenius lo­pen, en vroeg hij hem met ge­dempte stem:
[4] 'Nobele vriend, is die mar­tiale figuur, die daar loopt, is dat niet Maronius van Jeruzalem?
[5] En, als hij dat inderdaad is, die vriend van Herodes, wat doet hij dan hier?
[6] Heeft hij soms lucht van mij gekregen, en wil hij mij hier op­speuren en gevangen nemen mis­schien?
[7] Grote nobele mensen­vriend, Iaat mij toch niet langer in onzekerheid!
[8] Nu greep Cyrenius Jozefs hand en zei, eveneens heel zachtjes:
[9] 'Maar mijn beste, mijn ach­tenswaardige vriend, voor die, in­derdaad gewezen stadhouder van Jeruzalem, behoef je niet de min­ste angst te koesteren!
[10] Vandaag nog zul je ervan overtuigd raken dat hij meer re­den heeft, véél meer, om bang te zijn voor jou, dan jij voor hem!
[11] Je moet namelijk weten, dat hij niet langer stadhouder is van Jeruzalem, maar hij is, zoals hij daar gaat, mijn regelrechte ge­vangene! Hij komt ook niet terug op zijn post voordat hij helemaal bekeerd en genezen zal zijn!
[12] Ik heb hem juist om jou­wentwille meegenomen; hij deed het tijdens een verhoor, toen na die gruwelen, voorkomen, alsof hij jou en Maria persoonlijk ken­de!
[13] Maar zo te zien kent hij nóch jou, noch óók Maria, je vrouw!
[14] Dat lijkt om te beginnen water op onze molen!
[15] Hij weet er echter absoluut niets van dat jij hier bent; verraad je dus niet!
[16] Hij verwacht hier alleen een bijzonder wijze man te ont­moeten, die hem de verborgen roerselen van zijn ziel moet bloot­leggen!
[17] En dat is dan niemand an­ders dan jijzelf! Want zoals ik al zei, heb ik hem daarom meegeno­men, opdat hij in jou die wijze man zal Ieren kennen, Iaat hem dus daarmee zijn voordeel mogen doen!
[18] Hij is bij voorbaat nu al vreselijk bang voor je, en. ..naar zijn bleke gezicht te oordelen, heeft hij wellicht al geconclu­deerd, dat jij de man van mijn keuze bent.
[19] Laat dit je voorlopig ge­ruststellen; de rest zal je gauw ge­noeg blijken!'
[20] Jozef was blij dit van Cyre­nius te hebben mogen vernemen. Heimelijk lichtte hij nu ook Maria en zijn oudste zoon in hoe die zich tegenover Maronius moesten ge­dragen, zodat er van Cyrenius' plannen niets zou kunnen uitlek­ken. ..En zo werd dan, rustig aan, tenslotte de villa bereikt, waar -zoals gezegd -de voorbe­reidingen voor het etentje werden getroffen.
«« 54 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.