[2] Ik erken nu immers dat die dwingeland streeft naar alleenheerschappij over Azië.
[3] En ik zou hem dan nog op de een of andere manier van dienst kunnen zijn? Hoe dan? Herodes kon nauwelijks tegen de jodenkinderen optreden met dat handjevol Jeruzalemse soldaten!
[4] En die gruweldaad heeft hem zo'n echec opgeleverd, dat hij een dergelijke onderneming in geen tijden meer zal wagen.
[5] Ik was trouwens maar een noodhulp voor hem, en, omdat hij mij dreigde met Rome, moest ik wel doen wat hij wilde!
[6] Nu ik echter van U precies weet hoe deze zaken staan, en nu ik geen macht meer ter beschikking heb, en ook niet meer hebben wil,
[7] zie ik beslist niet in, op welke wijze ik nog staatsgevaarlijk zou kunnen zijn.
[8] Als U mij bij U houdt, als borg voor mijn trouw jegens Rome, maakt U mij veel gelukkiger, dan wanneer U mij opnieuw stadhouder van Palestina en Judea maakt! ,
[9] Heel serieus sprak Maronius deze woorden uit. Geen spoor van dubbelzinnigheid was er in wat hij zei te bekennen.
[10] Daarom zei Cyrenius tegen hem: 'Goed broeder, ik geloof wat je hebt gezegd en ik vind ook dat je ditmaal ernstig hebt gesproken.
[11] Maar ten einde absoluut zeker van de waarheid te zijn, ontbreekt er nog één ding, en dat is het oordeel van die wijze man, over wien ik je al te Tyrus vertelde. Let op!
[12] Dat orakel aller orakels staat hier voor ons!
[13] Deze man heeft je doorzien tot en met je innerlijkste gedachten nuances. Laat ons hem dus vragen, hoe hij over jou denkt!
[14] Naar zijn uitspraak zal jou geschieden! Als hij je weer landvoogd te Jeruzalem maakt, dan word je vandaag nog als zodanig benoemd!
[15] Maar, doet hi j dat op goede en de meest wijze gronden niet, dan blijf je mijn gijzelaar. ,
[16] Desgevraagd sprak dus nu Jozef: 'Nobele vriend Cyrenius, wat mij betreft is Maronius nu gezuiverd; U kunt hem zonder meer zijn post teruggeven!
[17] Maar, we zi jn immers in Gods Hand, de Hand van de Almachtige, Eeuwige! Welke macht zou het dan nu nog tegen ons kunnen opnemen?'
[18] Nu hief Cyrenius bezwerend zijn hand op en sprak plechtig: 'Dan, Maronius, zweer ik jou, bij de levende God van deze wijze man, dat je van nu af weer landvoogd van Jeruzalem bent!'
[19] Maronius antwoordde echter: 'Geeft U dat ambt toch liever aan iemand anders, en houdt U mi j dan bij U; dat maakt mij veel gelukkiger!'
[20] Nu zei dan Cyrenius: 'Wees dan maar mijn ambtskameraad voor zolang Herodes nog leeft; daarna word je dan hoogste gezagvoerder over heel het joodse rijk!' Dit voorstel nam Maronius gaarne aan.
«« 58 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.