[2] 'O grenzeloze Machten van de allerhoogste Heerser der ruimten, hebt gij dan werkelijk geen bliksems meer ter beschikking, om naar deze monsterlijke vazal van Rome te slingeren?!
[3] O mijn goede broeder, Caesar Augustus, welke furie* (* Lat. wraakgodin.) heeft je indertijd verblind, toen je deze schurk, dit uitvaagsel uit de diepste Tartarus**,( ** Gr. Onderwereld) .neen, uit die ware Orcus*** (*** Lat. Onderwereld) .beleende met Palestina en met Judea?
[4] Neen, te veel is het, om dit alles in eenmaal te moeten horen! Maronius, waarom heb jij mij indertijd over dit alles niets verteld, toen Herodes te Tyrus door mij werd verhoord?
[5] Standrechtelijk had ik hem toen al zijn Medusahoofd**** (**** Gr. Medusa was een van de drie 'Gorgonen', vrouwelijke monsters).) van de romp moeten slaan!
[6] Dan zou nu een andere, een waardigere vazal de positie van dit monster uit Griekenland bekleden!
[7] Maar nu, wat kan ik nu nog ondernemen? Zijn boete heeft hij betaald; een tweede kan ik hem nu niet meer opleggen! Ik kan hem nu verder niet meer straffen!
[8] Maar pas wel op, jij oude bloedhond, jij hyena der hyena's, op jou zullen we een jacht ontketenen, zoals er zelfs onder alle furiën nooit gedroomd is!'
[9] Maronius, Jozef en Maria rilden van ontzetting over deze woede van Cyrenius; zij durfden nauwelijks vermoeden, wat hij wellicht nog zou uitbroeden!
[10] Hij was ook veel te opgewonden dan dat iemand hem nog een vraag durfde stellen.
[11] Alleen het Kind je gaf geen enkel blijk van schrik over die heftige stem van Cyrenius; Het bleef hem steeds rustig aankijken.
[12] Toen zijn stormachtige gevoelens enigszins tot bedaren waren gekomen, sprak het Kindje opnieuw zeer duidelijk -tegen Cyrenius:
[13] 'Cyrenius, o luister naar Mij, kom hier bij Mij en neem Me op je arm, en draag Mij dan naar buiten, dan zal Ik jou eens iets laten zien!'
[14] Deze woorden vloeiden Cyrenius als balsem in het gewonde hart! Terstond ging hij met open armen op het Kindje af, nam Het zachtkens en liefdevol op zijn arm en droeg Het -begeleid door Jozef, Maria en Maronius Pilla -naar buiten.
[15] Ze waren al gauw in de vrije natuur en toen vroeg het Kindje -weer duidelijk sprekend -aan Cyrenius:
[16] 'Cyrenius, wie van ons beiden heeft de langste arm? Meet de Mijne eens aftegen de jouwe!'
[17] Cyrenius was zo verwonderd over deze vraag, dat hij stil hield, en niet wist wat aan het Kindje te antwoorden. Hij zag immers duidelijk de zijne -wel driemaal zo lang als de twee van het Kindje samen!
[18] Maar het Kindje zei opnieuw: 'Cyrenius, je ziet je eigen arm als veellanger dan de Mijne?
[19] En toch zeg Ik je dat de Mijne veellanger is dan de jouwe!
[20] Zie je, daar in de verte die hoge zuil die met een godenfiguur getooid is?
[21] Pak jij die van hier af nu eens met je langere arm beet, gooi hem omver, en vermorzel hem dan eens even tussen je vingers!'
[22] Cyrenius, nog meer onthutst nu dan zoëven, zei, na een ogenblikje pauzeren: 'Maar Kindje-mijn, Leven van me, behalve voor God is zoiets voor niemand mogelijk!'
[23] Maar nu strekte het Kindje Zijn armpje uit naar de zuil, die zeker duizend passen ver weg stond, en de zuil viel om en verpulverde tot stof!
[24] En het Kindje vervolgde: 'Heb over Herodes dus óók maar geen zorgen, want Mijn arm reikt verder dan de jouwe! Herodes heeft zijn loon al te pakken, maar jij, jij moet hem vergeven, zoals ook Ik hem vergeven heb! Dat zal beter voor jou zijn ook, want ook Herodes is een blind kind dezer aarde!' Deze woorden van het Kindje ontnamen Cyrenius zijn heftigheid geheel en al, en in stilte begon hij het Kindje nu echt te aanbidden!
«« 60 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.