Jozef spreekt over de liefde tot God en de liefde tot de wereld onder verwijzing naar David, Salomo en Cyrenius. Ontroering van Jozefs zonen en de zegen van het Kindje

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 64 / 302 »»
[1] Toen Jacob zijn verhaal beëin­digd had, zei Jozef tot Jacob:
[2] 'Ja, zo is het en zo zal het altijd blijven: God moet men meer liefhebben dan al de heerlijkhe­den van de wereld, ook in de kleinste dingen.
[3] Immers wat hééft de mens feitelijk aan al die schreeuwerige heerlijkheden van de wereld?
[4] David zelf moest vluchten voor zijn eigen zoon, en Salomo moest tenslotte op bittere wijze nog des Heren ongenade onder­gaan, omdat hij al te zeer gehecht was aan de heerlijkheden van de­ze wereld!
[5] Iedere seconde schenkt God ons een nieuw leven; hoe zouden wij Hem dan niet, ook in de klein­ste dingen, meer liefhebben dan heel de wereld, die immers ver­gaan zal en die bovendien vol is van bederf en van smeerlapperij?
[6] Wij hier zijn er onder ons allemaal van overtuigd dat dit Kind je van ons van Boven is en Gods Zoon.
[7] Niet zomaar een stukje Gods dus; het is dan ook billijk dat wij Het meer beminnen dan wij het heel de wereld doen.
[8] Kijk nu eens naar de heiden Cyrenius; wat die voor ons doet, dat doet hij niet om ons, maar om het Kindje. Want hij is er in zijn hart van overtuigd, dat­ zoals hij dat uitdrukt -een allerhoogst­ denkbaar goddelijk Wezen in nauwe relatie staat tot ons Kindje; daarom vreest hij Het en bemint hij Het tevens!
[9] En, doet een heiden zoiets, hoeveel te meer moeten wij dat dan wel doen, wij, die precies we­ten vanwaar dit Kindje gekomen is en Wie Zijn Vader is!
[10] Daarom moet heel ons doen en laten op dit Kind gericht zijn, want dit Kind is meer dan wij en heel de wereld!
[11] Nemen jullie gerust een voorbeeld aan mij; zie eens wat ik -als oude man -reeds allemaal aan zware offers heb gebracht voor dit Kindje!
[12] Toch deed ik dat met ge­mak en met grote liefde, omdat ik God nu eenmaal meer liefheb dan heel de wereld.
[13] En zou je nu kunnen stel­len, dat wij daardoor soms iets hebben gemist? Nee toch! Na elk offer bleek zelfs dat we er op vooruit waren gegaan!
[14] Denken en handelen jullie dus ook zo, dan zul je nooit iets verliezen, maar wel altijd heel veel winnen!
[15] En daar komt nog bij, dat dit~Kindje zo'n lief karakter heeft, dat het werkelijk een lust is om bij Hem te zijn!
[16] Hoogst zelden komt het slechts voor dat Het huilt. Ziek is Het nog nooit geweest, en, als je Het toelonkt, dan kijkt Het zo op­gewekt en vrolijk rond en dan lacht Het ieder zo hartelijk toe, dat je er de tranen van in je ogen krijgt!
[17] En nu Het ook nog zo won­derbaarlijk is gaan spreken, zou je Het uit louter liefde helemaal aan je hart willen drukken!
[18] Dus kinderen, bedenk goed Wie dit Kindje is, en be­hoed en verzorg Het met de grootst mogelijke zorg!
[19] Het zou jullie anders wel eens behoorlijk kunnen straffen, als jullie Het -ons hoogste Goed! -minder zouden achten dan wel­ke dwaasheid van deze wereld ook!'
[20] Deze toespraak bracht alle vijf de tranen in de ogen; ze ston­den van tafel op en gingen om de wieg van het Kindje staan.
[21] Het Kindje op Zijn beurt keek allervriendelijkst naar Zijn broers op, zegende hen en sprak: 'Lieve broers, willen jullie voor eeuwig gelukkig zijn, word dan als ik!' En wenen dat de broers nu deden; heel die avond aten ze niets!
«« 64 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.