[2] zei Jozef tegen hen, toen het al Iaat was geworden:
[3] 'Jullie hebt nu wel voldoende getoond dat jullie van het Kindje houden!
[4] Het is al Iaat nu en morgen zal het weer vroeg dag zijn; gaat dus in de naam des Heren ter ruste!
[5] Het Kindje slaapt al. Zetten jullie de wieg voorzichtig naast het bed van Zijn moeder en gaat dan naar jullie slaapkamer.
[6] Maar nauwelijks was Jozef uitgesproken, of het Kindje sloeg Zijn ogen op en zei:
[7] 'Blijven jullie vannacht allemaal hier en houdt jullie slaapkamer vrij voor vreemden die vandaag nog hierheen zullen komen.
[8] Straks zal er een verschrikkelijke storm opsteken, zoals er in deze streken nog niet eerder is geweest.
[9] Maar niemand van jullie hoeft bang te zijn; er zal niemand een haar worden gekrenkt.
[10] Sluit dus ook de deuren niet af, zodat vluchtelingen zich in dit huis in veiligheid kunnen stellen.'
[11] Van deze voorspelling van het Kindje schrok Jozef nogal; vlug ging ie naar buiten om te zien vanwaar het onweer zou komen.
[12] Toen hij buiten was, kon hij echter nergens ook maar een wolkje gewaar worden. De hemel was helder en het was windstil.
[13] Alom heerste er doodse stilte, en van storm op komst kon geen sprake zijn!
[14] Jozef kwam dus direct weer terug, loofde God en zei:
[15] 'Het Kindje zal wel gedroomd hebben, van storm op komst kan geen sprake zijn!
[16] De hemel is totaal onbewolkt en er is geen zuchtje wind; waar zou die storm dan zo plotseling vandaan moeten komen?'
[17] Maar nog had Jozef deze woorden niet gezegd, of daar klonk een slag als van duizend donderslagen tegelijk! Zo geweldig beefde de aarde daarvan, dat in de stad meerdere huizen en ook tempels instortten.
[18] En onmiddellijk daaropvolgend was er een orkaan zo hevig, dat de nabij gelegen zee er meters hoog door werd opgejaagd en tot in de stad stroomde. Het volk, door de enorme schok gewekt, rende de stad uit naar hoger gelegen plaatsen.
[19] Ook Cyrenius en Maronius kwamen met heel hun gevolg naar Jozefs villa geijld, inderhaast vertellend welke huiveringwekkende tonelen de aardbeving en de storm veroorzaakten.
[20] Jozef kon hen in zoverre geruststellen, dat hij hun vertelde wat het Kindje van tevoren gezegd had. Cyrenius, hierdoor over zijn grootste schrik heen, was nu niet langer bang voor de storm en voelde zich weer volkomen veilig!
«« 65 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.