[2] Cyrenius, vol woede tegen deze tijgers in mensengedaante, antwoordde:
[3] ' Ja beste vriend, ik wil hier een voorbeeld stellen, zodat het volk zal inzien, dat niets zozeer om wraak roept als deze totale liefdeloosheid!
[4] Want een liefdeloos mens, gespeend van alle medelijden, is het ergste wat er op deze aarde bestaat!
[5] Bij hen vergeleken zijn alle verscheurende dieren nog gelijk lammeren, en de helse wraakgodinnen zijn bij hen vergeleken hoogstens ondeugende schoolkinderen!
[6] Daarom beschouw ik het tot eerste en hoogste plicht van een goede regeerder om dergelijk tuig uit te roeien en volledig van de aarde weg te vagen.
[7] Juist priesters in het bijzonder behoren het volk in de liefde te onderrichten; juist zij moeten iedereen het goede voorbeeld geven!
[8] Als nu deze aangewezen leraren en leiders van het volk tot furies verworden, wat moet er dan wel terechtkomen van hun leerlingen ?
[9] Weg dus met deze beesten! Het enige wat ik nu nog wil uitvinden is: wat zal voor hen de meest pijnlijke dood kunnen zijn. Ben ik daar eenmaal achter, dan zal ik onmiddellijk de staf over hen breken!'
[10] Cyrenius had dit met zoveel ernst gezegd, dat Jozef nog nauwelijks de moed had om daar iets tegen in te brengen.
[11] Na een poosje vielen de drie priesters echter voor de voeten van Cyrenius neer en ze smeekten hem om genade. Ze beloofden tevens hun leven te willen beteren, en bovendien bereid te zijn op staande voet afstand te doen van hun priesterlijke waardigheid.
[12] Bij dit verzoek om genade beriepen zij zich op het priesterlijke voorschrift volgens hetwelk zij zo, en niet anders, moesten handelen.
[13] Maar nu antwoordde Cyrenius hen: 'Denken jullie booswichten dan soms, dat ik de wetsvoorschriften voor priesters niet ken?
[14] Luistert: De wet op de bijzondere offerplechtigheden luidt aldus: Als een of ander volk de goden kennelijk ontrouw is geworden, en een buitensporig gedrag vertoont, ...en wanneer de goden dat volk dan straffen met de pest, met oorlog of met hongersnood, dan moeten de priesters dat volk tot beterschap manen!
[15] Als dat volk zich dan bekeert, moeten de priesters het weer zegenen, en ze moeten het volk verplichten om ter verzoening van de goden bepáálde offers te brengen, namelijk in de vorm van goud, vee en graan! De priesters moeten dan deze offers wijden en er een brandoffer van maken!
[16] Stel echter dat er een volk zou bestaan, hetwelk zo hardnekkig en onverbeterlijk is, dat het zijn priesters zou bespotten, dan moeten de priesters die spotters en hun kinderen laten gevangen zetten en hun zeven maanden lang in onderaardse verblijven met de tuchtroede inpeperen hoe het wél moet.
[17] Bekeren die misdadigers zich, dan moeten ze weer op vrije voet worden gesteld; bekeren zij zich echter niet, dan pas moeten ze -met het zwaard! -worden omgebracht, en daarná mogen ze pas als zoenoffers voor de goden worden verbrand.
[18] Zó nietwaar, luidt het oude, wijze offerdienstvoorschrift! En, was er hier dan soms oorlog, of hongersnood of heerste hier de pest? was deze prachtige jeugd van de goden afgedwaald? Hebben jullie hen eerst zeven maanden lang gecorrigeerd? Neen! Uit pure wellust en uit ziekelijke eerzucht hebben jullie hen willen doden, daarom moeten jullie sterven als de grootste verkrachters van jullie eigen wet!'
«« 70 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.