Jozef vertedert Cyrenius en wijst op het oordeel van de Heer. Cyrenius geeft toe. Schijnveroordeling tot de kruisdood als middel om de drie te corrigeren

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 71 / 302 »»
[1] Toen Cyrenius deze uitspraak had gedaan, ging Jozef andermaal naar hem toe, en zei:
[2] 'Beste Cyrenius, hoogstaan­de vriend en broeder, ik vind dat je de straf voor deze drie afgoden­knechten, die inderdaad zeer kwaadaardig zijn, toch maar beter kunt overlaten aan de Heer!
[3] Want, geloof me, niemand bewijst de Almachtige God van hemel en aarde een dienst met het doden van een misdadiger, ook niet de allerergste!
[4] Laat de meest juiste tuchti­ging van dit drietal dus rustig over aan de Almachtige. De Heer zal je daarvoor zegenen. Hen echter zal Hij, als ze zich niet bekeren, als ze geen groot berouw zullen tonen, des te zekerder straffen op Zijn manier!'
[5] Door deze woorden van Jo­zef werd Cyrenius opnieuw aan­gezet tot nadenken over wat hem nu precies te doen stond.
[6] Na een poosje besloot hij er­toe de drie tenminste een tijd je in doodsangst te laten, als vergelding voor de doodsangst die zij de arme jeugd hadden aangedaan.
[7] Tegen Jozef zei hij: 'Aller­beste en verheven vriend en broe­der, jouw advies heb ik serieus overwogen en ik zal er ook naar handelen.
[8] Op dit moment kan ik dat echter nog niet doen. Ik heb deze lelijke duivelsknechten nu een­maal schuldig bevonden. Dien­overeenkomstig moet ik hen dus tot een zeer pijnlijke dood ver­oordelen.
[9] Als zij straks vierentwintig uur in doodsangst hebben geze­ten, dan mag jij mij -hier, op deze plaats van de terechtstelling ­voor heel het volk en luid en dui­delijk voor hen om genade vragen en om kwijtschelding van de doodstraf.
[10] ' In het openbaar zal ik jou dan terwille zijn, en aan die drie booswichten overeenkomstig de rechtsorde het leven schenken.
[11] Ik denk dat dat het beste zal zijn, want ik kan ze nu niet direct begenadigen, omdat ik hen heb gebrandmerkt als allerergste ver­krachters van de priesterlijke wet.
[12] Het oordeel over hen moet conform die wet over hen worden uitgesproken. Pas als dat gebeurd is­ eerder niet -kan, in uitzonder­lijke gevallen, op de plaats van executie, begenadiging volgen.
[13] Ik zal dus nu direct de nodi­ge uitvoeringsmaatregelen ne­men.'
[14] Hiermee kon Jozef ak­koord gaan. Cyrenius liet dus di­rect de rechters, hun gerechtsdie­naren en de beulen bij zich komen en zei:
[15] 'Haalt drie ijzeren kruisen met kettingen. Zet de kruisen vast in de grond, en stookt daarna ge­durende vier en twintig uren vu­ren rondom die opgerichte krui­sen.
[16] Als dan die kruisen de juis­te schroeihitte hebben, zal ik ko­men om bevel te geven dat de drie misdadigers aan die gloeiende kruisen zullen moeten worden ge­hesen. Zo zal geschieden!'
[17] Vervolgens nam Cyrenius een staf, brak die, en smeet die het drietal voor de voeten met deze woorden:
[18] 'Jullie hebben nu je vonnis gehoord. Bereid je er dus op voor , want jullie verdienen deze dood! Zo zij het!'
[19] Als getroffen door duizend bliksems, zó waren de drie door dit oordeel geschrokken. Onmid­dellijk begonnen zij te krijsen en te kermen en alle goden te hulp te roepen.
[20] Dadelijk werden ze in ver­zekerde bewaring gesteld, terwijl de beulen het rechthuis binnen­gingen om de bestemde martel­werktuigen in orde te maken. Cy­renius, Jozef en Maronius bega­ven zich nu dadelijk weer op weg naar huis.
«« 71 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.