[2] 'Daarom Vader zeg ik het nogmaals: Zowaar de Heer van Hemel en Aarde leeft, zo waarlijk ben ik rein en weet ik van geen man iets af! Maar evenmin weet ik iets af van het geheim Gods, dat ik nu, tot mijn eigen groot verdriet onder het hart moet dragen!'
[3] Vreselijk geschrokken, en als met stomheid geslagen stond Jozef daar nu voor Maria: Maria 's woorden drongen diep door in zijn van kommer vervulde ziel; zijn heimelijke vermoedens bleken dus inderdaad bevestigd!
[4] Piekerend over wat hem nu te doen stond, dacht hij bij zichzelf:
[5] Als ik haar -voor het oog van de wereld onweerlegbare zonde zou negeren, alsof ik daarin geen kwaad meer zou zien, zal ik ongetwijfeld voor een schender van de Wet worden gehouden, en de daarop staande straf zou ik beslist niet kunnen ontgaan. ..
[6] Maar als ik - tegen mijn rotsvaste overtuiging in - haar als een ordinaire zondares bij Israëls zonen zou gaan aangeven, terwijl wat zij onder het hart draagt -en daarin was zij niet mis te verstaan! -nota bene van een engel is. ..,
[7] dan zal ik door God de Heer worden beoordeeld als iemand, die onschuldig bloed uitlevert aan de doodstraf!
[8] Wat kan ik dus met haar beginnen? Moet ik haar stilletjes verlaten, dat wil zeggen kan ik haar heimelijk verwijderen uit mijn huis (zie noot 19), en haar ergens in de buurt van de Griekse enclave/grens (zie noot 20) in het gebergte verstoppen? Of zou ik het moeten zien uit te houden tot de dag des Heren, waarop Hij mij zelf dan wel zal zeggen, wat ik moet doen.
[9] Maar stel dat er morgen of overmorgen iemand uit Jeruzalem bij mij komt die Maria zou herkennen, wat dan? Ja, het zal wel het beste zijn dat ik haar in het geheim doe verdwijnen, zonder dat -buiten mijn kinderen uiteraard iemand anders er iets van te weten komt!
[10] Mettertijd zal de Heer haar onschuld zeker doen blijken, dan zal alles weer veilig in orde zijn ; ja, zo moet het dan maar, in de Naam des Heren!
[11] Jozef deelde dit nu heimelijk aan Maria mee, en zij beloofde zich te zullen schikken in dit goed bedoelde besluit van Jozef, waarna zij, het was inmiddels laat geworden, naar bed ging.
[12] Jozef, moe van het vele gepieker, viel eveneens in een sluimer. ..en zie, nu verscheen hem een Engel des Heren in een droom, die tot hem sprak:
[13] ' Jozef, voor Maria, die des Heren zuiverste maagd is, hoef je niet in angst te zitten! Want wat zij onder het hart draagt, is verwekt door de Heilige Geest Gods; en bij Zijn geboorte moet je Hem de naam Jezus geven!'
[14] Op ditzelfde moment werd Jozef uit zijn slaap gewekt en hij prees de Heer, Die hem zozeer had begenadigd.
[15] Inmiddels was het morgen geworden en kwam Maria reisklaar naar Jozef toe in de veronderstelling dat het tijd was om te vertrekken.
[16] Maar Jozef omhelsde het kind nu innig en zei tegen haar: 'Maria, jij bent zo zuiver! Je mag toch bij mij blijven; de Heer heeft mij namelijk zojuist over jou een machtig getuigenis gegeven, want wat uit jou geboren gaat worden moet " Jezus" worden genoemd!'
[17] Aanstonds begreep Maria nu dat de Heer met Jozef had gesproken, omdat zij dezelfde naam hoorde noemen, die de Engel haar had opgegeven, terwijl zij daarvan nog niets aan Jozef had verteld !
[18] Van nu af behoedde Jozef het meisje met grote zorgvuldigheid; hij liet het haar aan niets ontbreken dat zij in haar toestand nodig had!
«« 9 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.