[2] Ten geleide
[3] Het boekje "De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis" werd in het jaar 1863 door middel van de innerlijke stem van de geest geschreven door Antonie Grossheim in Graz, een vrouw die tot de vriendenkring behoorde van de grote mysticus en schrijfknecht van God Jakob Lorber.
[4] Over Antonie Grossheim staan nadere bijzonderheden te lezen in de korte, interessante biografie "Jakob Lorber", die de Stiermarkse schrijver en secretaris in staatsdienst Karl Gottfried Ritter von Leitner over zijn tijdgenoot en hoogvereerde vriend, de grote ziener, heeft geschreven. Volgens deze mededelingen was Antonie Grossheim een huiseigenaresse in Graz, die haar aardse bezit graag gebruikte om goede daden te verrichten. Hoewel zij beslist geen lichtgelovige vrouw was en zich hield aan de aansporing van Paulus: "Beproeft de geesten", was zij een overtuigd aanhangster van de diepzinnige geschriften van Jakob Lorber, die een goddelijk licht werpen op vragen over God, de schepping en het leven. Zij heeft de in aardse armoede levende "schrijfknecht van God" menigmaal liefdevol ondersteund.
[5] Omdat de Heer in het evangelie van Johannes (hoofdstuk 14 : 21) diegenen, die Zijn geboden van de liefde "hebben en bewaren" belooft, dat Hij bij hen zal wonen en Zich aan hen zal openbaren, mogen wij ook geloven dat Hij het is, die Zich in het nu volgende geschrift aan de oprechte, zielsgoede volgelinge van Hem heeft geopenbaard. De inhoud ervan verwijst immers alleen naar Hem, de Vader in Jezus, en naar de weg van het geloof, dat door de liefde in daden wordt omgezet!
[6] De uitgever.