Antwoord van Jezus

Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus

«« 4 / 15 »»
[1] Goede Abgarus, gróót is Uw geloof! Groot genoeg opdat ik Uw zoon op grond dáárvan zou kunnen beter maken! Maar, omdat Ik bij U méér liefde vond dan in Israël, dáárom wil ook Ik voor U méér doen, dan wanneer Ge alleen-maar-gelóófd had!
[2] Als Heer van de Eeuwigheid, Die nu optreedt als Leraar van de mensen en als Bevrijder uit de eeuwige dood, zal Ik Uw zoon nog vóór mijn Hemelvaart het eeuwige leven schenken, omdat hij Mij, Dien hij niét heeft gezien en niét kent, van gans er harte heeft bemind, nog vóórdat Ik voor alle mensen zal gaan lijden! Dat betekent, beste Abgarus dat Ge Uw zoon weliswaar naar het lichaam zult gaan verliezen en voor déze wereld, maar dat Ge naar de géést hem duizendvoudig zult terugwinnen in Mijn eeuwig Rijk!
[3] Denk dus niet dat Uw zoon als hij sterft echt dood zal zijn! O neen!, want als hij sterft zal hij uit de slaap-des-doods-van-deze-wereld ontwaken tot het werkelijke eeuwige Leven in Mijn Rijk, hetwelk een gééstelijk Rijk is, geen stoffelijk, lichamelijk rijk!
[4] Daarom: laat uw ziel niet bedroefd worden! En weet dat Ik alleen DE HEER ben; wéét dit, hóór het, en zwijg erover! Naast Mij -buiten Mij -is er géén andere! Dat is de reden, waarom Ik, wat Ik doe, onafhankelijk doe! Niemand kan Mij opdragen dit te doen of dat niet te doen!
[5] Alles wat Ik doe of toelaat, b. v. dat Ik Mij als was Ik een zwakke mens -láát vervolgen, daarin heb Ik reeds voorzien en dat heb Ik zó geregeld vóórdat Ik de aarde heb gegrondvest en vóórdat Ik de zon, de maan en de sterren vanuit de hemel de aarde deed verlichten! Dáártoe ben Ik namelijk van de Vader uitgegaan -Die in Mij is, zoals Ik in Hem ben! De Vader is de Hoogste; Hij is namelijk Mijn Liefde, Mijn Wil! Maar de Geest, Die van Mij en van de Vader uitgaat, en Die werkzaam is van Eeuwigheid tot Eeuwigheid, is de Heiligste! En Ik, Die U dit nu onthul, IK BEN DAT ALLES!
[6] Wees dus niet bedroefd, want Ge wéét nu Wie Degene is, Die U dit alles heeft geopenbaard! Maar Ge moet over dit alles zwijgen, totdat Ik door de joden aan de Kruispaal zal worden opgehangen, waarvan U, zodra het plaatsvindt bericht zal geworden; anders zou de wereld vóór de daartoe bestemde tijd vergaan!
[7] Zeer binnenkort zal er in Uw stad een arme jongeman aankomen. Die moet Ge opnemen, waardoor Ge Mijn Hart zult verheugen! Wees goed voor hem, omdat Ik zó'n grote dienst bewijs aan Uw zoon, dat Ik hem -vanwege zijn liefde jegens Mij -nog vóór Mijzelf dáárheen laat gaan, waarheen Ikzelf zal gaan ná Mijn verheffing aan het Kruishout. Amen.
[8] Geschreven te Kana in Galilea door de leerling Johannes, en overgebracht door 's konings koerier.
«« 4 / 15 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.