[2] Daarom laat Hij de zon ondergaan en op haar plaats aan de hemel duizenden en nog eens duizenden schitterende sterretjes verschijnen; maar hoeveel verhevener en oneindig maal heerlijker is de sterrenhemel dan de zonnige hemel! Wat wekken de heerlijke sterren al flonkerend een blijmoedig leven op in hun bevende schijnsel en hoe gevarieerd is hun licht!
[3] Bekijk daarentegen de hemel overdag! Is de helderste dag niet meteen ook de eentonigste?! Wie is dan in staat omhoog te kijken?! Overal straft de zon hem met brandend schel licht.
[4] Indien geen vluchtige, weinig zeggende, nieuwe wolkenformaties de hemel overdag verlevendigden en vele gevederde bewoners van de lucht hem opgewekt doorkruisten, - voorwaar, wij zouden onze ogen hoogst zelden naar de hemel boven de aarde richten!
[5] Zie, zo werkt de Heer voortdurend! Het grote stelt Hij niet op prijs en Hij verheft het kleine en onaanzienlijke tot Zijn liefde. De grote olifant heeft een bijna eeuwigdurend leven. Hij loopt traag in het rond, alsof hijzelf een kleine, dood lijkende aardmassa is. Maar kijk daarentegen naar een mierenhoop; hoe bont wervelt daar het leven door elkaar!
[6] En uit duizend van dergelijke onbeduidende verschijningen laat de natuur toch immers reeds duidelijk zien, waar de Heer het meest actief is en waar Hij bij voorkeur levendig heerst en handelt. Het is bij de mensen net zo. De geringsten en onaanzienlijksten richt Hij op en door de zwakken der aarde toont Hij aan de groten en sterken der aarde Zijn oneindig grote macht en voor eeuwig onoverwinnelijke sterkte.
[7] Was het ook bij mij niet zo, dat ik nu al bijna twee dagen lang overeenkomstig Zijn liefde tot de vaderen moest spreken, terwijl ik toch de geringste en de zwakste van allemaal ben?! Onaanzienlijker en zwakker daarentegen dan ik ooit was en ooit zal zijn en zal kunnen worden, kwam Asmahaël vanuit de diepte tot ons!
[8] Zijn ijver was bovenmate groot, Zijn liefde zonder grenzen; wat Hij bij ons zocht, had Hij reeds in Zijn oneindige ijver volledig met Zich meegebracht, zodat het nu betamelijk is dat wij van Zijn grote overvloed eerder iets kunnen ontvangen dan dat wij in staat zouden zijn Hem met ons gebrek aan ijver te verrijken.
[9] Wees daarom, goede vader, nu onbezorgd en volkomen rustig; door wat volgt zal ons nog menig raadsel van en over Asmahaël worden onthuld als hij eerst maar eens in onze woning zal zijn! Verheug je daarop, vader Jared; luister, dat zullen dagen van leven en van de grootste zaligheid worden! Amen."
[10] Volkomen tevreden antwoordde Jared: "Met al je antwoorden heb je gelijk; zo moet het wel zijn! Want als het niet zo zou zijn, hoe kon Asmahaël anders zulke daadkrachtige woorden uiten?!
[11] Maar luister, als hij bij mij intrekt en in mijn woonstee zal wonen en jij waarschijnlijk ook weer, dan zullen wij nog veel van hem te weten komen!
[12] Ik verheug mij daar ten zeerste op. Ik moet het je openlijk zeggen, of het juist is of niet, maar kennelijk omhelst mijn gevoel Asmahaël nu al inniger dan jou! Wat echter mettertijd uit mijn voorliefde tot Asmahaël wordt, kan ik je nu nog niet precies voorspellen; want zeer veel hangt er nog van af, of hij verder zichzelf trouw blijven zal. Maar je mag je daar niets van aan trekken; want je zult tengevolge daarvan bij mij, je vader, niets tekortkomen!
[13] Maar wees nu stil; want hij schijnt ons gefluister op te merken! Zie, hij zet het dier aan en dat draagt hem recht op ons af; houd je daarom stil, beste Henoch, stil! Amen."
«« 101 / 187 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.