[2] Maar Emmanuël antwoordde hem: "Waarom bedank je voor datgene waaraan je geen deel hebt? Wacht, tot je aan de beurt zult komen; kom dan pas en bedank!
[3] Hield jij niet je zoon bij zijn mantel vast, toen hij naar Mij toe wilde komen?! En het zou je plezier hebben gedaan als Ik hem zou hebben afgewezen! Maar omdat Ik dat niet deed en Lamech behield, kom je nu en bedank je Mij in weerwil van je hart!
[4] Zie, een dergelijk dankbetuiging is niet vrij, maar noodgedwongen! Degene die Mij een dankoffer wil brengen, diens hart moet vrij zijn als de liefde, omdat hij (de dank) een bloesem en een vrucht van de liefde is.
[5] Degene die op een andere manier dankt dan hij liefheeft, diens dank is als een holle vrucht, waarin geen levenskern huist!
[6] Breng daarom eerst je hart op orde; kom dan pas en offer je gave, opdat Ik die aan zal zien en indien zij zonder enige smet is, ook zal aannemen! Amen."
[7] Hierover werd Methusalah bedroefd en zei bij zichzelf: "O Emmanuël, met U is het hard en buitengewoon moeilijk om te gaan; want U eist van mij een zuiverheid van hart, die boven alles uitgaat wat de hoogste menselijke wijsheid ooit bij machte was te bedenken!"
[8] En Emmanuël zei tegen hem: "Methusalah, nu heeft je hart waar gesproken en dat is meer waard dan de ongelegen en wormstekige vrucht van je dank!
[9] Waarlijk, de wijzen en verstandigen van de wereld zullen altijd zeer veel last van Mij ondervinden en zij zullen zich geweldig aan Mij stoten! Maar de kinderen zullen met hun Vader spelen en altijd en eeuwig zal het speelgoed voor de Vader aangenamer zijn dan alle ook nog zo deftige wijsheid van de overigens bijzonder saaie wijzen van deze wereld!
[10] Begrijp dit goed en ga heen en doe zoals ik je heb aangeraden! Amen."
[11] En Methusalah ging heen en begon zijn hart te onderzoeken en vond dat het zo vol ongerechtigheid was dat hij daarover met afgrijzen vervuld werd en hij weg wilde vluchten en zich in de een of andere uithoek van de wijde wereld verbergen.
[12] Onmiddellijk versperde Emmanuël hem de weg en zei: "Methusalah, je wilt Mij ontvluchten en je verbergen voor Mijn aangezicht; Ik zeg je echter dat je in de hele oneindigheid geen plaats zult vinden die verborgen zou zijn voor Mijn ogen! Ga je naar het einde van de wereld, waarlijk, je zult Mij daar vinden!
[13] Ook al zou je je laten zinken in de diepte van de zee, denk je soms dat Ik daar dan niet aanwezig zal zijn? O, je vergist je geweldig; zie, ook de schepselen in de zee ontvangen hun voedsel uit Mijn hand!
[14] Of waarheen zou je willen vluchten zonder dat Ik je op je vlucht stap voor stap zou kunnen volgen?!
[15] Zie, dat alles is vergeefs; blijf daarom waar je bent en zuiver je hart, opdat Ik je dan helpen kan! Amen."
[16] En Methusalah bleef en beweende zijn dwaasheid.
[17] In de loop van deze gesprekken, die bij alle kinderen een grote verandering in hun harten had bewerkstelligd, werd ook het offeraltaar voltooid; en daarop was ook het hout reeds kruiselings neergelegd en was een lam als brandoffer toebereid.
[18] En nu naderde Henoch Emmanuël, vervuld van vurige liefde en zei: "Heer, ons aller liefdevolle Vader, zie, alles is toebereid! Hoe wilt U, dat als zichtbaar teken voor het zondige vlees dit offer aan U opgedragen zal worden?"
[19] En Emmanuël zei: "Het hout is neergelegd zoals het hoort en het offerlam, zoals het betaamt; maar Ik zie dat er nog iets aan ontbreekt! Ga daarom, lieve Henoch, en haal het ontbrekende voor Mij; want daarop ben Ik het meeste gesteld! Ik zeg je, zonder dat zou het offer geen waarde hebben; ga daarom en haal het vlug! Amen."
«« 140 / 187 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.