[2] En zie, toen Kaïn nu merkte dat de rook van Abel naar de hemel opsteeg en de zijne op de aarde neersloeg, werd hij nijdig in zijn hart; maar zijn gezicht maakte hij effen, zodat men zijn toorn niet zou merken, terwijl Abel voor Kaïn bad, omdat hij diens sluwheid opmerkte.
[3] En de Heer vernam Abels smeekbede en liet volgens diens vrome wens Zijn stem aan de vertoornde Kaïn horen en zei luid:
[4] "Kaïn, waarom ben jij Mij ontrouw geworden en liet je je in beslag nemen door de toorn in je hart, en waarom is je gedrag geveinsd en lieg je met je ogen? Jij hebt iets boosaardigs in de zin tegen Abel! Is dat niet zo? - Ontken het als je dat kunt!
[5] Ik heb vernomen dat je Mijn zon hebt vervloekt en zag de lege garven waarmee je Mij tengevolge van je luiheid en je inhaligheid wilde afschepen, en Ik heb je ook meermalen zien hoereren in je grote luiheid, want je hebt bijna altijd nagelaten wat je bevolen was te doen voordat je je vrouw zou mogen beslapen. En zeg Me, is dat niet waar?
[6] Zie, Ik heb je geduldig gadegeslagen en liet Mijn bestraffende rechterhand niet op je hoofd neerkomen en Ik werd niet toornig op je in Mijn heiligheid! Overweeg daarom Mijn woorden en word diep gelovig in je hart, dan zul je Mij weer bevallen en je offer zal weer aangenomen worden; als je daarentegen in de geheime boosheid van je hart blijft, dan heeft de zonde zich voor je deur een rustplaats ingericht en zal over je heersen en jij en al je nakomelingen zullen slaven en knechten van haar worden, en de dood zal komen over jullie allen.
[7] Doe daarom niet wat de zonde wil, namelijk over jou heersen, maar breek volkomen met haar en maak haar aan je ondergeschikt, opdat je vrij zult worden, - meester over je eigen wil, die van oorsprong boos is, omdat die uit jou en niet uit Mij is!"
[8] En zie, toen boog Kaïn zich ter aarde neer omdat hij berouw had over zijn schuld. Maar toen zag hij een slang aan zijn voeten en schrok daar hevig van. Hij stond snel weer van de grond op en wilde naar Abel vluchten; maar zie, de slang slingerde zich om zijn voeten, zodat hij de plek niet kon verlaten.
[9] En de slang hief haar kop op, opende haar muil en bewoog haar gespleten tong en zei tegen Kaïn: "Waarom wil je van mij wegvluchten? Zie, ik ben een wezen, net als jij en moet in deze ellendige gedaante rondkruipen; verlos me en ik zal jouw gelijke zijn en mooier dan je vrouw Ahar, en jij zult aan God gelijk worden, sterk en met gezag over alles wat er op aarde is!"
[10] En zie, toen zei Kaïn tegen de slang: "Jij liegt; want toen ik je in het gras vond, aan stukken scheurde en opat, heb je mij bedrogen! En waarom zal ik dan nu je woorden geloven?! Want ik moest toen vanwege jou veel lijden; daarom ken ik je leugens en kan ik je stem nooit vertrouwen. En heb je zojuist ook niet de woorden van Jehova van boven gehoord?!
[11] Daarom, als er ergens een besef van waarheid in je is, verklaar me dat dan allemaal met je stem en overtuig me van het tegendeel, dan zal ik je geloven en aan je wens voldoen!"
[12] En zie, toen sprak de slang nogmaals en zei: "Kijk, het is allemaal de schuld van je broer Abel! Hij wil naar de macht grijpen om te heersen om jou van het recht van de eerstgeborene te beroven; en dat zet hij allemaal zo listig op touw, dat hij zelfs de liefde van de Godheid verblindt en vroom doet voor Haar ogen, opdat Zij hem over alles wat er op aarde is zal laten heersen en hij jou dan spottend met voeten kan treden. Want destijds, toen je mij in het gras vond en gedaan hebt wat ik je aanraadde, zou je een heer geworden zijn over alles, als de geniepige sluwheid van jouw fijne broer niet van tevoren had ontdekt wat er met je zou gaan gebeuren, - hij kwam toen meteen met gehuichelde broederliefde naar je toe alsof hij je wilde helpen; ja, hij heeft je ook geholpen, maar niet op de troon die jou alleen toebehoort, maar in de ellende en in een volkomen nietigheid van je verheven wezen, wat je bij jezelf toch allang zou hebben moeten bespeuren.
[13] Zie, zelfs om deze kleinigheid was hij jaloers op je omdat de Heer jouw offer net zo aangenomen had als het zijne, en wist met zijn schandelijke vleierij de toch al zwakke wil van Jehova zo te sturen dat Hij jouw offer afwees en jij bovendien nog een flinke terechtwijzing over je heen kreeg.
[14] En zie, het zinde hem al helemaal niet dat de Heer jou niet meteen vernietigd heeft. Kijk naar hem, hoe hij vol arglist biddend de Heer alsnog wil overhalen om aan jou datgene te voltrekken wat Hij nu nog genadig heeft nagelaten.
[15] En zie, de grote geniepigheid van Abel is nu, dat hij door zijn schandalige, huichelachtige veinzen de Heer in Zijn verblinding er tenslotte toe wil brengen dat Hij hem al Zijn macht overdraagt, waarna deze Abel Hem dan van de troon zal stoten. En zodoende zal God dan op de aarde smachten; hij daarentegen zal als een god voor eeuwig op de troon van Jehova heersen.
[16] Neem daarom nu een besluit; het is de laatste keer dat ik nog in staat ben je van de nodige kracht te voorzien om God en jezelf te redden! Ga daarom vlug naar hem toe en spreek hem met strelende woorden aan, opdat hij je gewillig hiernaartoe volgt! Dan zal ik hem bij zijn handen en voeten vastpakken; jij neemt dan een steen en slaat hem daarmee krachtig op zijn hoofd en zo zul je hem overleveren aan de dood waarmee hij je door Jehova heeft laten dreigen! En zo zul je je van een anders gewisse dood bevrijden en je zult de ogen openen van de blinde liefde van de bedrogen God, die jou dan tot heer op aarde zal maken en de dood der zonde zal ondergeschikt aan je zijn."
[17] En zo, overgehaald door de boosheid van zijn hart, verliet Kaïn zijn plaats en ging naar Abel toe en zei met zoetgevooisde stem tegen hem: "Broer, broer, kom toch naar mij toe en bevrijd me van de slang die mij nogmaals te gronde wil richten!"
[18] Maar Abel antwoordde hem: "Dat wat jij gelooft dat nog moet gebeuren, is al gebeurd; maar wat je in je verdorvenheid van mij vraagt, zal ik in mijn liefde voor jou doen. De dood die jij mij denkt te geven, zal over jou komen; en mijn bloed, waarmee je de aarde zult drenken, zal tot God roepen en zal over jouw hoofd en dat van al je kinderen komen; en de steen waarmee je je broer zult doodslaan, zal een steen des aanstoots worden en al je kinderen zullen er te pletter op lopen; de slang zal echter al het bloed te gronde richten en de kinderen van de zegen zullen wraak roepen over jouw bloed; en dan zal er OVer jullie een grote duisternis komen en niemand zal de stem van zijn broer verstaan, zoals je nu al de mijne niet meer verstaat omdat je je hebt laten verblinden door je eigen grote boosaardigheid door de gedaante van de slang in en buiten je, die was, is en eeuwig zal zijn de ware vloek van het gerechtvaardigde gericht van God!
[19] En zie, omdat de Heer mij het plan van al jouw geheime boosheid heeft getoond en me van je grote woede op de hoogte heeft gesteld, weet ik wat je met mij wilt en zult doen en waarom!
[20] 0, je blindheid zal duren tot aan het einde van alle tijden der tijden; breng mij maar weg als een onschuldig offer en doe met me naar de boosaardigheid in en buiten je, opdat jouw slang tot een eeuwige leugenaar bestempeld zal worden en jij hierna aan jezelf mag ervaren, wie van ons beiden bedrogen is!
[21] En de schande die je de Heer hebt aangedaan zal je ketenen en na de daad zullen je ogen en je oren opengaan, opdat je zult zien, hoe de Heer mij tot Zich zal opnemen als het laatste Hem welgevallige offer uit jouw hand; want voortaan zal geen offer, maar de dood je gegeven worden, door welke je je broer hebt geofferd.
[22] En zie, ik heb alle macht over je en het zou gemakkelijk voor me zijn je te vernietigen net zo als die berg aan de overkant van de rivier in de richting van middernacht!
[23] Zie, ik zal de berg aanroepen en zeggen: 'Hier ben ik, Abel, de gezegende van de Heer, vervuld met de macht en de kracht van de Heilige Geest; daarom, verdwijn in het niets, opdat Kaïn kan zien, hoe groot zijn leugen is!'
[24] En nu zie je Kaïn, hoe de machtige berg opgehouden heeft te bestaan door de in mij wonende kracht van de geest van de liefde. Welnu, het zou voor mij even gemakkelijk zijn om jou te vernietigen! Maar om je in te laten zien dat God geen zwakheden heeft en er in je broer geen schandalige heerszucht huist, volg ik je gewillig als een lam naar de slachtbank."
[25] En zie, toen nam Kaïn heel vriendelijk Abel bij de arm en zei: "Abel, wat denk je wel van mij?! Ik zoek jouw hulp en jij wilt mij reeds van tevoren beschuldigen dat ik je wil doden; kom nu maar en volg me naar de plaats waar de slang op je wacht en vernietig haar net zo als de berg en bevrijd mij en maak jezelf vrij van de beschuldiging van de slang!"
[26] En Abel antwoordde hem kort: "Wat is het verschil tussen jou en de slang?! - Denk je nu, verblinde, dat ook ik een broedermoordenaar ben?! Daarom ga ik met je mee en sterf om te leven en jij blijft leven voor de dood!"
[27] En zie, dat waren Abels laatste woorden tegen Kaïn en van de lippen van Abel kwam geen geluid meer dat de oren van Kaïn bereikte; en zo volgde hij Kaïn gewillig waar deze hem naartoe bracht.
[28] En toen ze nu op de plaats aankwamen waar de slang op Kaïn wachtte, de plek waar Kaïns boze opzet vorm kreeg, omslingerde deze Abels voeten en handen en gooide hem op de grond, nam een grote steen en verbrijzelde daarmee het hoofd van Abel, zodat zijn bloed en zijn hersenen in de wijde omtrek de aarde besproeide.
[29] En de slang maakte zich los van de voeten van Abel, nam de steen in haar bek en droeg die tot voor de deur van Kaïn en verborg zich in het zand onder de doornstruiken, bevrijd.
«« 19 / 187 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.