De landing van de Meduhedieten in Japan

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)

«« 34 / 187 »»
[1] Nu laten wij dit kleine gezelschap achter in de school van de schepselen en laten hen wilde bessen, gras en wortels eten tot de bestemde tijd; maar wij zullen ons naar Ihypon begeven (tegenwoordig 'Japon' of ook wel 'Japan') en daar wachten op de naderende Meduhedieten en we zullen ons ook nog een korte tijd bij hen ophouden.
[2] Door de gunstige wind die Ik veroorzaakte en met kleine omwegen om een kalme zee te kunnen bevaren, zijn de Meduhedieten na dertig dagen en nachten dus gelukkig en wel behouden onder luid gejubel, vrolijkheid en lofprijzingen van Mijn naam op het genoemde grote eiland geland en wel in de brede monding van een uit het binnenland komende, kalm stromende rivier. Op de rug van deze rustige en tamelijk brede rivier werden zij in hun bakken door een tamelijk sterke, gedienstige wind tot in het binnenste van het land gedreven.
[3] Toen zij nu helemaal tot het midden waren gekomen, viel Meduhed op zijn knieën neer, geheel ontroerd door de wonderlijke schoonheid van het land en dankte Mij een uur lang uit de verstilde diepte van zijn hart en aller ogen en oren waren op hem gericht.
[4] En toen hij het Mij welgevallige gebed had beëindigd en daarin ook Mijn verdere wil had geschouwd om het geredde volk voorspoed te brengen, stond hij weer op en wachtte tot alle bakken met elkaar een aaneengesloten geheel vormden.
[5] Toen dit alles langs de lage oever volgens Mijn wil was gebeurd, ging hij op Mijn stille bevel alle bakken af en vermaande de scharen in alle liefde, niet eerder het land te betreden, dan nadat allen drie uur lang de Heer in hun harten hebben gedankt voor deze oneindige genade. En pas als de Heer in en voor hun ogen het geschonken mooie land met een zichtbaar teken zal zegenen, zal hij als eerste aan land gaan. Dan moeten zij eerst hun kinderen aan land zetten en tenslotte zelf met de vrouwen het land betreden; en daar moeten zij dan weer voor God op hun knieën vallen en Zijn heiligheid aanbidden en Zijn onbegrensde goedheid en oneindige liefde loven.
[6] En zie, toen zij dit nu met grote vreugde in hun hart hadden gedaan, richtten zij op de roep van Meduhed hun ogen omhoog, zagen een lichte wolk het hele land omhullen en zagen een overvloed van grote druppels een uur lang uit de wolk neervallen. Toen zagen zij deze wolk van zegen zich weer delen en daaronder zagen ze een kleine regenboog brandend oplichten, en zij voelden ook een heel zachte wind uit de richting van de morgen waaien, die hen bij monde van Meduhed luid verkondigde, dat Ik nu het land voor hen had gezegend, waarop zij in de reeds vermelde orde aan land klommen en dat wederom met grote vreugde in hun harten deden, zoals de wijze en vrome Meduhed hen liefdevol had aangeraden. En toen dit nu gebeurd was, riep Meduhed hen allen bij zich en hield een krachtige rede, die aldus luidde:
[7] "Mannen, broeders, zusters en ook jullie kinderen die mijn woord reeds begrijpen! Onthoud allemaal goed, wat ik jullie nu door de grote genade van God zal verkondigen! De grondslag van al ons denken en handelen moet zijn, dat wij nooit de heilige wil van God uit het oog van ons hart verliezen en die altijd zeer nauwgezet met dank en lofprijzing vervullen. Want alles wat van Hem afkomstig is, is groot, heilig en daarom ook van het grootste belang; al komt het ons in onze kleine wereldse ogen ook nog zo klein voor, toch is het van oneindige waarde omdat het van God komt, die nu ons aller Heer is. En indien wij ons geheel naar Zijn wil schikken zouden wij ook nog, zoals ons allen beloofd is, gelijk kunnen worden aan Zijn grote kinderen die jullie hebben leren kennen aan de voet van de rotswand boven Hanoch.
[8] Zie, de Heer, onze grote God, die onze allerheiligste Vader wil zijn, verlangt dat wij ten eerste elkaar liefhebben en wel eenieder zijn naaste als broeder en zuster zeven maal meer dan zichzelf. Eenieder moet streng zijn voor zichzelf en mild en zacht tegenover zijn broeders en zusters. Laat nooit iemand denken dat hij groter en meer waard is dan de zwakste onder jullie broeders; want voor God geldt er niets anders dan een rein, deemoedig hart. Laat degene aan wie de Heer ooit Zijn genade zal schenken, zoals aan mij, zichzelf als de minste beschouwen en bereid zijn, evenals ik, om allen te dienen en naar de wil van God allen voor te gaan bij het geven van het goede voorbeeld. Slechts kinderen zijn door hun oorspronkelijke zwakheid en de noodzakelijke opvoeding onvoorwaardelijke gehoorzaamheid verschuldigd aan hun ouders; en als zij in zichzelf tot de erkenning van de wil van God zullen zijn gekomen, laat dan in plaats van de gehoorzaamheid, die zij dan alleen aan God zijn verschuldigd, een grote mate van kinderlijke liefde en achting voor de ouders treden. Jullie moeten echter altijd volgens de wil van God je oor te luisteren leggen bij de wijste onder jullie en je oog op hem richten om de raadsbesluiten van God voor het algemeen welzijn alsook voor ieder individu te ervaren; maar hoed je ervoor ooit zo'n wijze op de een of andere manier meer achting, liefde en verering te geven dan een andere nog niet wijze, maar toch zeer bereidwillige, lieve broeder.
[9] En laat jullie achting voor de wijze door Gods genade uit niets anders bestaan dan liefde tot God, liefde tot de naaste en bereidwillige gehoorzaamheid aan de voorschriften van God door het deemoedige hart Van een wijze broeder gegeven.
[10] Laat er nooit een onwaarheid over je lippen komen; want de leugen is de grondslag van al het boze. Houd je ver van al het leedvermaak over de boetedoening van een zondaar, maar laat je liefde een gevallen broeder weer op de been helpen.
[11] Het land behoort gelijkelijk aan allen, zonder onderscheid; laat de behoeftige om zijn honger te stillen nemen, wat de bodem zo rijkelijk voort zal brengen en laat de sterke met plezier voor de zwakken oogsten.
[12] Maak de dieren tot vriend, zodat zij jullie hun warme melk niet zullen onthouden. (13 juli 1840)
[13] Laat ieder zich schikken naar zijn broeder en bereid zijn hem te dienen, maar laat niemand ooit de ander bevelen, maar jullie moeten elkaar in liefde tegemoet treden, opdat jullie eens kinderen van de liefde van één Vader zullen mogen worden.
[14] Hoewel de Heer altijd meer geeft dan voor de mens nodig is om in leven te blijven, moeten jullie echter desondanks toch niet onmatig zijn in allerlei genietingen, maar volgens de wil van God vanwege je gezondheid matigheid betrachten bij alles wat jullie doen en nuttigen. Want zo spreekt de Heer: 'Gezegend zij een juiste maat en een gerechtvaardigd doel; maar vervloekt zij de onmatigheid en verdoemd de doelloze wegen, want daarop zullen slechts de hoererij en de ontucht gaan en daar de nacht van het verderf en de eeuwige dood vinden!' Verzamel daarom de overvloed van de zegen en richt overal voorraadhuizen op, maar niet van steen naar het voorbeeld van Hanoch, maar van hout. Sla daartoe vier glad afgewerkte stammen zo in de grond, dat ze keurig in een vierkant twee manshoogten boven de grond uitsteken. Leg dan hierop overdwars ook vier bomen volgens de jullie reeds bekende bouwwijze. Maak dan daarover een raamwerk voor het dak en dek dat af met riet en gras. Maak dan ook tussen de vier uit de grond stekende houten pijlers uit riet gevlochten wanden, maar laat in iedere wand een opening, vier maal zo groot als een hoofd van een man en maak aan de morgenzijde ook een deur, maar niet afgesloten, opdat iedereen naar behoefte vrije toegang heeft. Sla nu tot op de helft binnenin zo'n voorraadhuis enkele kleine palen in de grond, die ongeveer een halve manslengte boven de grond uitsteken. Bevestig daarop dunnere balkjes; leg daar dan eveneens rietmatten op om daarop dan de overmaat van de zegen voor jullie broeders en ook voor jezelf te leggen. Verzamel in de andere helft droog geworden, lang gras en leg dat tot op kniehoogte op de grond als rustplaats, opdat jullie daarop 's nachts slapen en je moe geworden ledematen uitrusten en je ingewanden zich verkwikken.
[15] Leg je werktuigen en ander gereedschap onder de matten met voorraden. Niemand zal zich echter ooit een dergelijk huis toe-eigenen, maar laat één voor allen werken en allen voor één en dus allen voor allen, opdat er niemand onder jullie en al je nakomelingen honger zal lijden.
[16] Maak dichtbij de bergen die niet roken of zelfs branden, en die je van hier uit in de verte ziet, mansdiepe kuilen; daar zullen jullie de reeds bekende broodaarde vinden. Hiervan zullen jullie voor je gezondheid overeenkomstig de wil van God slechts met mate eten en niet dagelijks, maar nu en dan als je ontlasting te zacht geworden is.
[17] Verder zullen jullie in de bergen, die je nu ook mag beklimmen als zij niet branden, mooie, zeer harde, gladde stenen vinden; verzamel ze en breng die tot voor je woningen. Ten eerste moet je daarop de korrels van een soort gras vermalen, dat jullie in grote hoeveelheden aan de oevers van de rivier aan zullen treffen en van het meel moeten jullie met wat water deeg maken in een vat; jullie moeten daartoe dan ook een reeds bekende bakplaats maken en daarop van het deeg een gezond brood bakken. En ten tweede moeten jullie ook wat zachtere stenen platen nemen, waarvan er eveneens een grote hoeveelheid aan de voet van de niet brandende bergen ligt en hierop moeten jullie dit alles op de aan jullie bekende wijze optekenen, zodat nog zelfs ons verre nageslacht de nu aan jullie geopenbaarde wil van God zal vernemen.
[18] Want luister! Zo spreekt de Heer: 'Zolang jullie en je nakomelingen in deze gegeven ordening zullen blijven, zo lang zal ook nooit een vreemd volk dit land kunnen benaderen en je vrede kunnen verstoren, en Ikzelf zal je duizenderlei mooie en nuttige dingen leren kennen en leren maken. Maar indien jullie ooit uit Mijn ordening zouden treden en in je godvergetenheid zou blijven volharden en niet weer terstond tot Mijn ordening zou terugkeren, dan zal Ik een ander volk verwekken en het hiernaartoe leiden en dat zal je onderwerpen en tot slaven maken. Dan zal er een keizer komen, die je heiligdom zal vernietigen en jullie zal slaan en velen zal laten doden en hij zal jullie als ezels voor de ploeg laten spannen en je tuchtigen als een kameel. Hij zal zich alles toe-eigenen en zal jullie honger laten lijden en jullie verbieden je dorst te lessen met het sap van vruchten, maar hij zal jullie als een tam dier naar het water drijven. En jullie zullen voor hem, net als voor Hanoch, steden moeten bouwen en hem en zijn dienaren goed voeden, opdat hij krachtig zal worden om jullie te bestrijden en te doden.
[19] Dan zullen jullie voor je arbeid geen vruchten en geen brood meer krijgen, maar dode tekenen als bewijs van de hoeveelheid verrichte arbeid, voor welke tekenen men jullie een weinig te eten zal geven. Ja, als jullie dan nog niet tot de ordening zullen terugkeren, zul je de keizer zelfs een vijfde deel van de moeizaam verworven tekenen zonder vergoeding als een belasting op het werk moeten teruggeven; dat zal het teken zijn, dat jullie zelfs zullen moeten gaan vragen om te mogen werken en dan zullen jullie voor zo'n vergunning de vermelde belasting moeten betalen.
[20] En ik zeg jullie dat er in het ganse land niet één plekje meer zal zijn, dat de keizer zich niet zal hebben toegeëigend. En dan zal hij het land als een leengoed onder zijn gunstelingen en hovelingen verdelen; maar jullie zal hij tot verachte lijfeigenen van de gunstelingen en de hovelingen maken en deze zullen dan heer zijn over jullie dood en leven en jullie gekookt gras en slechte wortels te eten geven, want zij zullen zich de beste vruchten toe-eigenen. En degene die zich dan aan zo'n vrucht zal vergrijpen, zal onmiddellijk met de dood worden bestraft.
[21] Dan zal de keizer jullie mooiste vrouwen en dochters nemen voor de geilheden van hem en van zijn gunstelingen en hovelingen, maar jullie zullen je jongens in de rivier werpen en daarvoor in de plaats zijn kinderen moeten voeden, zodat deze je dan kunnen mishandelen. Maar Ik zal om jullie jammerklachten niet te horen, tot aan het einde der tijden Mijn oren dichtstoppen en het zal jullie dan duizendmaal erger vergaan dan het jullie in Hanoch is vergaan!'
[22] Neem ook van dit alles goede nota en schrijf het op de genoemde zachte stenen.
[23] Zo zien jullie dan, mijn lieve broeders, wat de wil van God is; doe daarom wat jullie aangeraden is en jullie kunnen gemakkelijk, ja nog duizend keer gemakkelijker een zelfstandig volk blijven zonder ook maar op enigerlei wijze je rechten te verliezen. Word daarom vol liefde en genade en houd je ver van slechte eigenbaat, dan zullen jullie blijven wat je bent, een volk van God. - En nu tot slot is het de wil van God, dat jullie de bakken van de ene kant van de rivier naar de andere met elkaar zullen verbinden door middel van stokken over de bakken heen en zo een brug over de rivier maken, opdat wij ook het land aan de andere kant van de rivier kunnen betreden en daarvan onbeperkt gebruik kunnen maken.
[24] Val nu neer op je aangezicht en dank de Heer voor deze grote genade, dat Hij tot ons aller welzijn ons heeft onderricht en Zijn wil bekendgemaakt en zeg met mij:
[25] 'O Gij grote, bovenmatig goede en heilige, almachtige God, wij danken U in het stof van onze nietigheid. Laat toe, dat onze met zwakke stem uitgesproken dank vanuit de diepte van onze boosheid tot Uw heilige oren doordringt en zie vol genade in ons deemoedige en schuchtere hart! O Heer, wij zien niet hoe leeg ons gemoed is; vervul ons daarom genadig met de warmte van Uw liefde en trek Uw genade nooit terug van ons, arme kinderen van de zonde! Laat ons, indien wij ons ooit zo mochten vergeten dat wij tegen Uw heilige wil zouden handelen, in ieder geval niet door mensen tuchtigen, maar tuchtigt U ons volgens Uw rechtvaardigheid en grote mildheid en verander ons in onze harten volgens Uw grote barmhartigheid, zodat wij eens waardig mogen worden om ook maar in het geringste op Uw kinderen te gelijken! En blijf voor ons onze grote, heilige God en onze Heer, en word eens ook onze lieve, heilige, allerheiligste Vader! - O Heer, verhoor ons smeken en hoor vol genade onze zwakke bede! Amen.'
[26] Ga nu en breng alles volgens de raad en op de juiste tijd ten uitvoer en overtuig jezelf van alles, opdat jullie tot het inzicht mogen komen hoe waarachtig en getrouw de Heer is! En als jullie alles hebben gedaan en de Heer niet hebben vergeten voor en na iedere arbeid, voor en na ieder maal, voor en na het slapen, voor en na de opgang en voor en na het ondergaan van de zon - en zeer in het bijzonder ook indien jullie elkaar beslapen, moeten jullie voor en na de handeling over alles de Heer om Zijn zegen vragen -, dan zullen jullie kinderen van het leven en het licht verwekken, in het tegenovergestelde geval slechts kinderen van de dood en de duisternis.
[27] Ik zal mijn hele leven hier blijven, in de buurt van de rivier waar wij aan land gegaan zijn; en ginds in die wijde grot op de mooie berg aan de overkant van de rivier zal mijn woning en die van mijn kinderen zijn, zodat jullie mij te allen tijde kunnen vinden zo dikwijls iemand wat op zijn hart heeft. De Heer geeft mij deze grot en de berg in eigendom uit liefde voor jullie, op.dat jullie mij altijd zullen kunnen vinden.
[28] Maar voor jullie is het hele, grote, mooie land. Ik zal volgens de wil van God nog zeer oud worden en nog een late getuige van al jullie goede of slechte handelingen zijn. En van al degenen die hier nu in leven zijn, zal ik de allerlaatste zijn en jullie volgen voor het aangezicht van de Heer.
[29] Jullie, mijn tien begeleiders, die ook reeds wijs geworden zijn, zullen het volk meenemen en leiden en het in wijsheid over het land verdelen en hun leren wat ze nodig hebben; en kom zo dikwijls als de maan vol is naar mij toe om raad en om onderricht. Amen."
[30] En zie, toen Meduhed zijn rede had beëindigd, boog het hele volk voor hem en allen vielen nog eenmaal, zonder dat Meduhed het beval, op hun aangezicht en dankten Mij voor een dergelijke heilzame leer. Men stond toen weer op en nam eerbiedig voedsel tot zich, legerde zich toen op de grond en rustte en bad van tijd tot tijd gedurende drie dagen. Toen stond men op, nam de werktuigen en zette eerst de brug in elkaar en ging daarna met de zegen van Meduhed naar zijn volgende bestemming naar alle richtingen het land in en prees en loofde Mij allerwegen. En het is gemakkelijk te begrijpen dat velen van hen wijs werden op de manier van Meduhed; en zo leefden zij ongeveer negentienhonderd jaar als een gelukkig volk, bijna tot aan de tijd van Abraham en zij werden niet meegesleept door de zondvloed van Noach.
[31] Maar later begonnen zij Mij allengs te vergeten omdat Ik hen tot het meest ontwikkelde en rijkste volk op aarde gemaakt had en zij kregen een voorliefde voor allerlei houtsnijwerk en vervielen daardoor volledig tot de duistere afgoderij en allerhande hoererij.
[32] En nadat Ik het gedurende zeshonderd jaar lang door de vingers had gezien en niemand en nogmaals niemand zag, die berouw had en ook maar de geringste aanstalten maakte zich te bekeren en te verbeteren, verwekte Ik, waarmee Ik hen reeds bij monde van Meduhed had laten dreigen, in de omgeving van het huidige Mongolië een volk tot algemene gesel. Ik liet dat volk door een engel, die onzichtbaar was, naar Ihypon voeren en maakte vanuit het huidige China een brug van eilanden voor hen. Verschillende eilanden, die in een enigszins gebogen lijn liggen, getuigen nog tot op heden van het feit dat dat volk net als de Israëlieten over de Rode Zee, met droge voeten en ook bijna op hetzelfde tijdstip daar konden komen. Bij die gelegenheid liet Ik toen door het vuur van de aarde om Ihypon heen tal van grotere en kleinere eilanden zich verheffen en Ontstaan als eventueel toevluchtsoord voor enkele van de zeer weinige wijzen, die daar in grotten woonden en Mij in stilte dienden, totdat Ik hen terugriep van de wereld.
[33] In zulke grotten bevinden zich ook nog als getuigenis van Mijn liefde dergelijke beschreven tafelen, die nu weliswaar niemand meer zal kunnen lezen, veel minder nog dan de Egyptische hiërogliefen, die niemand dan alleen een volledig wedergeborene zal kunnen lezen, en waarvan af en toe iets geraden kan worden door een zware lichamelijk zieke vrouw, wier ziel slaapt, door middel van haar slechts voor enkele momenten opgewekte kindgeest.
[34] En zo bevindt zich in de grot (die vroeger of destijds Meduhedgrot heette) ook nog het aan jullie reeds bekende hooglied, alsook nog enige bekende werktuigen; deze grot is nu evenwel ontoegankelijk, omdat zij zich op een hoge berg bevindt, hetgeen Ik later door vuur en tot nu toe aanhoudende aardbevingen liet bewerkstelligen.
[35] En zo is dit land nog heden ten dage een keizerrijk, half mongools en half oer-ihyponisch. Laat de ongelovige erheen reizen en zich overtuigen; maar hij zal er weinig baat bij hebben als hij niet de volledige wedergeboorte bereikt heeft. En heeft iemand dit bereikt, dan zal hij niet alleen het hele oppervlak van de aarde, maar ook de diepte ervan met heldere verheerlijkte blik helemaal schouwen.
[36] (Want alles wat Ik jullie hier geef, is voor Mijn kinderen waar en getrouw; want Ik geef het niet aan de wereld, maar aan Mijn zwakke kinderen. Daarom moeten zij Mijn liefde en wijsheid en Mijn woorden en Mijn genade niet met de maatstaf van de wereld meten. Want Ik wil niet schitteren voor de wereld, maar slechts door jullie geliefd zijn. Want Ik heb genoeg zonnen om voor de ogen van de wereld iets te laten schitteren. Maar als jullie met je wereldse geleerdheid aanmerkingen hebben op Mijn geschrift wat denken jullie dat Ik dan eens met je wereldse onzin zal doen? - Leer het daarom van Mij; pas als jullie door Mij onderwezen zijn, zullen jullie zien en erkennen wiens voorschriften hoger staan, - de Mijne of die van de wereld. Want de wereld heeft het woord in de zin, Ik echter heb de zin in het woord, - daarom dwaalt degene die niet naar Mij op zoek is, op een ontzettende manier!)
[37] Voor Ik jullie echter verder in Mijn huishouding zal leiden, wil Ik je in het kort iets over Mijn engel* (* Betreft het gedicht 'De engel'.) zeggen, - vooral tegen diegenen die vanuit wereldse motieven in bijna iedere regel wel wat op de grammatica aan te merken hadden. Daar hun hart daarbij niet speels is, moeten zij daar waar Mijn zwakke geheimschrijver van Mijn nieuwe Woord ergens een streepje teveel of te weinig gemaakt heeft tengevolge van zijn aloude gewoonte van onopmerkzaamheid, het volgens hun inzicht aanvullen, zo ook wat verkeerd gespeld is en het puntje op de i; maar wie het zou wagen, ook maar één woord te verplaatsen of een betere verklaring te zoeken of zonder noodzaak een bepaalde overbodige basis te zoeken, die zal Ik met boze ogen aanzien. Zoek niet het woord in de zin, maar de zin in het woord, als jullie tot de waarheid willen komen; want de waarheid is in de geest, maar de geest is niet in de waarheid; dat zou ook onmogelijk zo kunnen zijn, omdat de geest vrij is en voorrang heeft op iedere regel om waarheid uit zichzelf te scheppen. Daar jullie dat zelfs al van je genieën zeggen, waarom kijken jullie dan vervolgens met zeer kritisch ogen naar Mijn geest, alsof een schooljongen je het een of andere slechte proefwerk ter correctie zou hebben gegeven?! Daarom, als iemand meent dat Mijn kleding niet deugt voor deze wereld, laat die Mij maar thuis houden; maar het zal voor eenieder verdienstelijker zijn, aan Mijn geschrift een aan haar ontnomen regel toe te voegen dan wereldse kritiek, - want het is veel zaliger om te geven dan om te nemen! Begrijp dit goed! Amen.
«« 34 / 187 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.