De analogie van het gesternte

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)

«« 6 / 187 »»
[1] Verhef nu je blik van de aarde naar de zon, die een getrouw beeld is van de wedergeborenen! Kijk goed en je zult spoedig gewaarworden, dat er zich menigmaal vlekken op haar evenaar bevinden. Zie, volgens de natuurlijke uitleg van de verschijnselen, zoals jullie dat noemen, zijn dat uitbarstingen vanuit haar binnenste net als vuurspuwende vulkanen op aarde en zijn het overeenkomstige uitbraken van de woede van de Godheid en kleine blijken van Haar alles vernietigende macht, die volgens de natuurwetten zich altijd door grote of kleine onweersbuien, afhankelijk van de grootte van de vlekken, op de aarden plaatselijk kenbaar maakt; maar dan wordt de Liefde des te werkzamer en verzacht alles weer met de wateren van erbarming, en op de zon met de grote stroomvloeden uit de oeverloze zee van Haar erbarmende genade. En zie, zo wordt alles weer tot de juiste orde teruggebracht en buiten deze ordening, waarin Ik vanaf de eeuwigheid der eeuwigheden de eeuwige Liefde Zelf ben en waaruit en waarin alles wat bestaat werd gemaakt, kan niets bestaan noch ontstaan; en wie gezien zijn vrijheid, uit deze ordening treedt, die handelt tegen de liefde en tegen het leven en zal voor eeuwig te gronde gaan.
[2] Nu heb je de zon aanschouwd en haar aard begrepen, die eenvoudig is en moet zijn, zodat zij kan bestaan voor het doel waarvoor zij er is en volgens de ordening van de liefde er moet zijn.
[3] Wend dan je ogen naar de wedergeboorte van de geest en naar het volk van God en naar de wet van de liefde en naar het leven van vrijheid in het licht van de genade uit de wateren der erbarming, en de zon zal onthuld voor je ogen zweven en geen rimpel zal voor je verborgen blijven!
[4] Maar zie, de zon heeft eveneens haar polen, vanwaar al haar licht en haar warmte uit het centrum van de rust der genade zich over haar gehele oppervlakte uitgiet; en als zij die rust op haar polen niet zou hebben, dan had zij ook geen licht. Want zie, de rust is ter opname van licht en warmte onontbeerlijk en moet overeenkomen met de rust van de liefde in God; slechts uit de rust komt de ontvankelijkheid voor leven en licht voort.
[5] En zie, als de lucht rustig is, dan is het op aarde ook zuiver en licht; maar waaien er heftige winden in verschillende richtingen, dan komen er spoedig zwarte wolken en die verduisteren het licht.
[6] Jullie begeerten zijn als de winden, waardoor je met allerlei zorgen omgeven wordt, welke net als de wolken die door de winden aangevoerd worden, verhinderen dat het licht van de genade in je stroomt, zoals de wolken verhinderen dat de stralen van de zon op de aarde vallen.
[7] Dus moeten jullie je helemaal geen zorgen maken, maar al je begeerten en de daaruit voortkomende zorgen moeten jullie op Mij richten en aan Mij overdragen, zodat jullie rust hebben en Ik voortdurend bij je kan binnenstromen.
[8] En zie, zoals de aarde volgens Mijn ordening om de in rust zijnde poolas draait, zodat geen enkele zijde onbelicht blijft, wat door de macht van Mijn liefde bewerkstelligd wordt, zo moeten ook al je handelingen voortspruiten uit Mijn liefde die van oorsprong af aan in jullie is en afhankelijk van je geschiktheid aangevuld wordt door het gegeven woord van de eeuwige Liefde volgens de wet van de genade en de erbarming; en zoals de nacht de aarde verfrist, zal de liefde jullie verfrissen en zoals de dag de aarde verlicht, zullen jullie verlicht worden door het licht uit de zon van de genade.
[9] Jullie moeten zijn als de winter, die koud is in zijn rust, maar juist daardoor ook het best in staat is tot opname van warmte tot in het diepst van de aarde. En bij diegene waarbij de winter aangebroken is, zal ook het voorjaar aanbreken, dat is als het eerste leven der liefde in je, en zal de zomer aanbreken met haar grote werkkracht uit het leven der liefde, dat in je sterk geworden is door de genade. Dan zal de rustige herfst aanbreken met de vruchten van de werken der liefde en genade, waarin jullie dan als geheel nieuwgeborenen in het leven van de zon zullen binnengaan om het aangezicht van jullie heilige Vader te aanschouwen, en zoals zij heel de wereld te verlichten door de grote kracht van de genade, van de liefde en de erbarming van jullie boven alles goede, heilige Vader.
[10] Maar wie niet als de maan is en niet wordt zoals de aarde, kan ook niet gelijk de zon worden, - maar is als een komeet, die ook niet de geringste bestendigheid heeft en wiens wezen een gestolen wezen is uit de genade uitstromingen van de zonnen, en zijn baan is ongeordend zoals de wegen van dieven en rovers, en hij wordt door de angst voor het licht van de ene kosmische ruimte naar de andere gedreven om in eeuwigheid geen rustpunt meer te vinden; en het licht zal hem op al zijn wegen vervolgen en zijn nietigheid belichten.
[11] En het zal hem uiteindelijk nog vergaan zoals de vallende sterren, die uit de genade geworpen en verstoten worden tengevolge van hun nietigheid en verteerd worden vanwege de beroving van de genade; want het gestolen licht zal hen voor eeuwig vernietigen en zij zullen voortaan niet meer bestaan, zoals de vruchten van de bomen die te vroeg aan het licht werden blootgesteld, nog voor de liefde hen bevestigd had; en daar zij geen vastheid hebben, omdat zij te weinig met de liefde verbonden zijn, worden zij zwakker en zwakker en vallen dan van de boom af en worden vertrapt en te gronde gericht.
[12] Zie nu, hier heb je de zonnen, aarden, manen, kometen en vallende sterren en ook elk apart deeltje van het grootste tot het kleinste ten voeten uit volgens hun wezen en volgens hun betekenis, onthuld voor je!
[13] De geest van liefde en genade is in je en is in alle wijsheid. Wie hem verneemt zal alles tot in de diepste diepten doorgronden; en hij zal de doden navorsen en zij zullen hem antwoorden, en hij zal de levenden doorzien en hun liefde zal hem verkwikken en hun licht zal hem verheugen; en hij zal zijn oor op de aarde te luisteren leggen en het gras zal hem de geheimen van de liefde vertellen, en het aardrijk zal hem zijn diepten onthullen, en de bergen zullen zijn stem horen en de klank van zijn woord zal tot in het merg van de aarde doordringen; en wanneer hij de zee zal aanschouwen, dan zullen de stralen uit zijn ogen alle druppels ervan doorlichten en ieder zandkorreltje doordringen; en indien er daar nog vol ongeduld geesten op hun gericht wachten, zullen ze naar het licht van zijn ogen toestromen, zoals de vissen en het kruipend gedierte van de zee en van de wateren zich naar een boven het wateroppervlak gehouden fakkel bewegen, en zij zullen zich laten vangen om verlost te worden uit de kerkers van de eeuwige nacht, en zij zullen de liefde herkennen en hun dorst stillen met het water der erbarming en opgroeien tot de zwakte, tot de sterkte en tot de kracht uit de liefde van de Vader en van het Woord, dat de liefde is in de Vader en van de Geest, die de kracht is in beiden.
[14] En zie, dit alles en nog veel meer andere zaken zal Mijn Geest je leren, indien jullie Zijn stem horen! Zijn stem is niet luid, maar zeer stil, maar juist daardoor alles doordringend als de warmte van de liefde en als het licht van de genade en als de kracht van de erbarmende liefde van jullie heilige Vader.
«« 6 / 187 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.