[2] Maar toen de talrijke kinderen de bereden tijger in het oog kregen, werden zij gegrepen door een grote vrees; want zij kenden de wrede volharding van dit dier en hadden die ondervonden bij een gelegenheid, toen enige jongelieden zich opmaakten om een reis naar Hanoch, waarover zij hadden horen spreken, te ondernemen.
[3] Het dier mocht hun weliswaar geen kwaad doen, maar alleen hun door zijn grimmigheid uitstralende gedaante en van woede ontstoken beweging, doen terugschrikken en zo weerhouden van hun dwaasheid; maar het dier leerde hun toch zijn spierkracht kennen doordat het een os, dat wil zeggen een uit het struikgewas naderbij gesnelde reuzen-oeros, voor hun ogen verwoed aanviel en deze onmiddellijk met huid en haar verslond.
[4] Deze scène dwong de weinige reislustigen ook terstond om te keren en ontnam hun geheel en al de verdere lust tot reizen en dat des te meer, toen de aanvoerder van de kleine schare door de tijger zelfs met een duchtige zwiep van zijn staart krachtig bediend werd.
[5] Vandaar dat deze kinderen tengevolge van een dergelijke les ook bijzonder veel respect voor dit dier hadden en zich er niet weinig over verwonderden dat zij Asmahaël op de nek van het dier zagen zitten en zich geheel op zijn gemak liet dragen.
[6] Omdat Adam echter meteen hun vrees opmerkte, zei hij tegen Henoch: "Zie, de kinderen vrezen de geweldige drager van Asmahaël, ga ernaartoe en sterk hen in de naam van de Heer, opdat hun vrees van hen afgenomen wordt en zij ons zullen kunnen naderen om mijn zegen te ontvangen. Amen."
[7] En onmiddellijk liep Henoch naar de schuwe kinderen en sprak hen met de volgende woorden aan: "Luister allemaal, kinderen van Adam, kinderen vol wijsheid! Wat is het dat je doet terugdeinzen bij de aanblik van een machtig, maar toch zeer gehoorzaam dier?
[8] Waarom hebben jullie je van Seths wijsheid afgekeerd - en hebben angst voor datgene wat jullie moet gehoorzamen?!
[9] Het komt, omdat je eens zelf uit het gebied van de gehoorzaamheid, die de grondslag is van alle wijsheid, bent getreden en daarna teruggewezen werd door de macht van de onbuigzame gehoorzaamheid van een dergelijk dier, anders is het nauwelijks voor te stellen vanwaar je vrees afkomstig zou zijn!"
[10] De kinderen antwoordden: "Luister, Henoch, eerste zoon van Jared, het is zoals jij zegt: vijf jongelingen waren heimelijk en tegen onze wil ongehoorzaam, - want hun oog had een begerige blik op Hanoch geworpen; maar hun voeten werden onmiddellijk door een dergelijk dier naar het gebied van de grondslagen der wijsheid terugverwezen.
[11] Omdat zij ons naderhand mededeelden, welke grote kracht en wreedheid zij bij een dergelijk dier ondervonden, zijn wij daarvoor bevreesd!"
[12] En Henoch antwoordde hen: "O, alsof ik niet wist wat jullie harten reeds lang beklemt! Jullie mogen de hemel danken dat het slechts je kinderen waren, waarin een slecht zaadje, door jezelf geplant, wortel wilde schieten, anders was deze tijger een kwade verrader voor je geworden en degene die het dier op zijn nek draagt, had je wijsheid tot een grote zotheid gemaakt!
[13] Ga nu echter onverschrokken naar aartsvader Adam toe, opdat die jullie zal geven waaraan je nu boven alles behoefte hebt; vat dus moed in naam van de Heer en volg mij zonder angst! Amen."
[14] En terstond begaf de ene groep na de andere zich naar Adam en zij vielen voor hem neer en Adam zegende hen.
[15] Toen allen de zegen hadden ontvangen, kreeg Enos de opdracht hun duidelijk te maken dat zij op moesten staan.
[16] Toen dat naar oud gebruik was gebeurd, brachten zij onmiddellijk brood, melk en honing en gaven dat aan Adam en al zijn zonen. En die namen alles aan en loofden Mij voor dergelijke gaven aan de kinderen. Vervolgens lieten zij hen dertig schreden terugtreden, opdat Henoch nu weer over het grondgebied van de middag enige woorden uit de diepte van het leven in God zou spreken.
[17] Maar juist toen deze kinderen van de middag zich wilden terugtrekken, begon de tijger zo geweldig te brullen, dat de grond onder hun voeten trilde en al de kinderen van de middag van angst op de grond vielen en vol vrees om hulp begonnen te roepen.
[18] Adam zelf wendde zich tot Henoch en vroeg wat dat moest betekenen.
[19] Ook Seth en de overigen deden dat, omdat buiten Henoch en Asmahaël niemand een dergelijk gedrag van de tijger begreep; want Henoch begreep het uit Mij, zijn leerling echter uit Henoch, vandaar dat hij dan ook zonder enige angst rustig op de nek van de geweldig brullende tijger zat.
[20] Henoch wendde zich vol eerbied tot Adam en zei: "O vader, als je wilt, raak dan de tong van het dier aan en het zal je meedelen, waarom het zo geweldig brult!"
[21] Adam zei: "Henoch, is mijn vinger dan machtiger dan de jouwe?"
[22] Maar Henoch antwoordde: "Vader, jouw vinger is uit God, de mijne slechts uit u; daarin schuilt de macht van jouw vinger ter verheerlijking van Jehova's naam!"
[23] Adam raakte de tong van het dier aan en meteen liet het luid klinkend de volgende verstaanbare woorden horen, die aldus luidden: "Adam, groot einde en begin van de hele schepping uit de hand van God! Zie, degenen die je liet terugtreden, gehoorzaamden blindelings; maar hun wil zondigt in deze blindheid! Wek daarom eerst de trouw in hun hart op en maak hun wil nederig; kijk dan pas welke vruchten de middag je zal brengen. Maar als je in de geest maaltijd wilt houden, wijs je kinderen dan niet terug; want als ik een maal houd, laat ik mijn kinderen niet achteruit gaan - en ik ben slechts een tijger! Amen; luister: Amen."
«« 67 / 187 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.