[2] En al degenen in wier aderen nog slechts een zwak, lauw leven stroomt, - ook jullie, die zwaarbeladen zijn en gebukt gaan onder de druk van zo menig zware last van jullie matte leven, - hierheen, hierheen met jullie, allemaal! Hier zullen jullie in oneindige overvloed het allerhoogste leven aantreffen!
[3] O woorden, woorden! Wat zijn, wat waren dat voor woorden?!
[4] O Abedam, meer dan heilige God en Vader! Nu hebt U ook het middelpunt van de aarde en de bergen, de zee en alles wat er ook maar enigszins levenloos was, een eeuwig onvergankelijk leven gegeven!
[5] Wat kan, wat zou nog in de dood kunnen verblijven, waar het oereeuwige, heiligste Leven van alle leven zulke woorden over dit leven uitspreekt?!
[6] Vader, meer dan heilige Vader, alleen U zij eeuwig alle dank, alle eer, alle aanbidding, alle lof, alle liefde, alle prijs, alle roem en van de gehele oneindigheid een totale gehoorzaamheid in alle trouw der liefde; want alleen U bent immers als Enige eeuwig waardig dat alles van ons te ontvangen, evenals van de gehele oneindigheid!
[7] O hoe intens licht is het nu toch geworden in alle delen van mijn hart en hoe etherisch licht en aangenaam in al mijn ingewanden!
[8] O Leven des levens, hoc liefelijk bent U; wat een zaligheid is het U te voelen in de volheid van al Uw macht en kracht!
[9] O broeders, o vaderen, o kinderen! ])e zaligheid van het leven is groot als de Heilige in ons een vrij leven leidt; maar wie een eigen leven wil leiden, dat duister is in al zijn vezels, voor hem is het een grote, ondragelijke last.
[10] Laat daarom iedereen een volkomen door liefde gerechtvaardigd leven leiden, opdat hij de eindeloze volheid van het ware leven vanuit God proeft.
[11] Want er is niets groters dan het leven - en niets dat wonderbaarlijker is en goddelijk verhevener dan alleen het leven.
[12] Laten wij ons daarom allemaal dankbaar verheugen over het leven, wij, ,tic niet waren en nu toch zijn in het aangezicht van Hem, die eeuwig was, nu hier is en eeuwig zal zijn, en het leven heelt laten ontstaan en ons nu het ware leven heeft gegeven, ja het leven dat Hijzelf van eeuwigheid tot eeuwigheid geleefd heeft in en uit Zichzelf in Zijn goddelijke heiligheid en eindeloze volheid en volkomenheid!
[13] Verheug je daarom over dit leven dat Hij ons allen nu heeft gegeven!
[14] Waar zou de zon toe dienen, als er buiten Hem geen leven meer zou zijn dat haar zou kunnen zien, zou kunnen voelen en van de heerlijke uitstroming van haar stralen zou kunnen genieten?!
[15] Waar zou de aarde toe dienen met alles wat er op haar en in haar is; waartoe het firmament met zijn lichtende sterrenwerelden; ja waartoe de oneindigheid zelf, als er buiten Hem geen leven meer zou zijn dat Hem zou kunnen herkennen, die het vanuit Zichzelf vrijgemaakt heeft en dat van alles zou genieten wat Hij voor dat leven geschapen heeft?!
[16] Verheug je daarom, gehele oneindigheid over het leven, zoals ik mij nu daarover verheug; want van Hem, van Hem hebben wij het immers allemaal ontvangen, niet als een last, maar als een wonderbaarlijke zaligheid van alle zaligheden! Want wat zouden alle zaligheden zijn zonder deze; wie zou zich zonder deze zaligheid aan al die zaligheden kunnen verzadigen?!
[17] Deze allerhoogste zaligheid heeft Hij ons gegeven; laat ons daarom onze grote levensvreugde aan Hem, de Gever, als de allerbeste dank opdragen zowel nu, als eeuwig! Amen.'
«« 125 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.