Mahalaleëls dank voor het ontvangen licht. Liefde tot God is van een hogere orde dan vrees voor God, en tranen van vreugde zijn de Heer aangenamer dan tranen van berouw

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)

«« 136 / 280 »»
[1] Dat had Mahalaleël pas de ogen geopend en hij werd daardoor vervuld van dank in zijn geest en verheugde zich zozeer, dat hij gewoonweg een paar sprongen maakte, omdat hij nu de genade van het goddelijke woord had begrepen.
[2] Sommigen verbaasden zich en vroegen aan elkaar: 'Wat is het dan, waarover vader Mahalaleël zich zo verheugt?
[3] De woorden van Abedam zijn wel verheven en heilig zoals altijd en eeuwig; maar of zij iemand nu zo bijna uitgelaten vrolijk moeten stemmen, laten wij maar in het midden!
[4] Wij zijn al tevreden als wij de zeer geheime betekenis van deze verheven woorden uit de mond van de Allerhoogste ook maar enigszins hebben begrepen.
[5] Maar hoe iemand in plaats van uit allerdiepste eerbied in het stof van zijn nietigheid neer te zinken, zo buitengewoon vrolijk en blij kan jubelen, dat moge degene begrijpen die dat kan; maar wij blijven rustig bij onze verheven eerbied!
[6] Maar Mahalaleël was altijd bij tijd en wijle zonderling; waarom zou hij het dan nu niet zijn?! - Nee maar, kijk nu toch eens hoe de oude vader nog als een hert kan springen!'
[7] Nu liet Abedam toe dat het gezicht van de buitengewoon vrolijke Mahalaleël weldra oplichtte zoals de lichte, rode ochtendwolkjes, als zij als eerste door de stralen van de opgaande zon beschenen worden.
[8] Toen degenen die zo vol kritiek en verbazing waren, dat opmerkten, schrokken zij geweldig en raakten in grote verwarring; want zij meenden nu dat zij door hun opmerkingen hadden gezondigd!
[9] Maar spoedig richtte de hoge Abedam zich op en wendde Zich met de volgende woorden tot hen:
[10] 'Kinderen van de middag! Waarom beven jullie hier nu voor de aanblik van een vrolijk mens wiens hart vol van vreugde is, omdat hij Mijn genade heeft begrepen en aangenomen?!
[11] Hebben jullie schalkse woorden dan geen goede invloed gehad op jullie gemoed, dat het nu zo wankelt en beeft alsof het in de nacht onder het slijk van alle zonden is begraven?
[12] Wat zijn jullie toch nog grote dwazen! Wat is dan beter: angst of vreugde ten aanzien van Mij?
[13] Waarlijk, waarlijk, wie nog vol angst en eerbied voor Mij staat, die is ook nog niet rein; want alleen een wankelend, onzuiver en daardoor zwak hart dat nog niet één geworden is met Mijn wil, vreest Mij, de almachtige sterke, eeuwige God.
[14] Maar wanneer een hart in de almachtige sterke eeuwige God met al de liefdeswarmte zijn liefdevolle Vader en Zijn grote genade getrouw heeft herkend, verleert het de angst en de grote vrees voor Hem; het hoeft Hem alleen maar boven alles lief te hebben, en doet dan wat Mahalaleël nu heeft gedaan.
[15] Zeg nu zelf wat hoger staat voor Mij: een angstig of een in Mijn naam bovenmatig vrolijk hart?!
[16] Ik zeg jullie echter: ook al zijn tranen van het berouw gerechtvaardigd en Mij welgevallig, de tranen van vreugde in Mijn Vaders naam staan nog veel hoger dan de zon op een heldere middag boven de aarde.
[17] Want tranen van berouw zeggen dat iemand de grote afstand van zijn liefde en trouw ten opzichte van Mij beseft en zijn ziel weer vol verlangen is om tot Mij, de Vader, terug te keren.
[18] De vreugdetranen zijn daarentegen toch zeker een teken van het volledige terugvinden, waarbij de zoon zich verheugt omdat hij de Vader heeft gevonden, de Vader echter, omdat Hij Zijn zoon heeft teruggevonden!
[19] Open daarom nu ook jullie harten en verheug je omdat de Vader naar jullie toegekomen is en jullie Hem hebben gevonden. En verwonder je er in de toekomst niet te zeer over wanneer jullie weer iemand tegenkomen die vrolijk is in Mijn naam; want jullie weten nu uit Mijn mond dat degene die vrolijk is om een goede reden, Mij veel aangenamer is dan iemand die angstig en verdrietig is, ook al is dat om een goede reden.
[20] Daarom moeten jullie iemand die bedroefd is ook altijd troosten; maar met iemand die vrolijk is moeten jullie ook van ganser harte vrolijk zijn. Amen.'
«« 136 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.