[2] De gasten begroetten Adam daarop met kinderlijke liefde en willigden zijn wens graag in en betraden Adams hut.
[3] Adam vroeg Seth het maal gereed te maken en Seth zorgde daar ook voor.
[4] Hij ging daarom met snelle passen naar zijn woning en droeg zijn kinderen op om drie middelgrote korven gevuld met de beste vruchten, melk, bessensap, water, brood en honing te brengen.
[5] Vlug snelden de kinderen van Seth naar diens grote voorraadkamers om de wil van hun vader te vervullen; maar hoe verbaasd en droevig kwamen zij al gauw uit de voorraadkamers terug, daar zij die geheel leeg aantroffen!
[6] Toen zij dat aan Seth meedeelden ging hij zelf mee de kamers in en zag tot zijn niet geringe spijt de woorden van rijn kinderen bevestigd.
[7] 'Wat moet ik nu doen?' vroeg hij aan zijn eigen hart; maar dat bleef nu stom, zodat hij daar geen goede raad kon vinden.
[8] Hij verliet daarom zijn woning en begaf zich weer naar die van Adam.
[9] Daar aangekomen vertelde hij met een spijtig gezicht de buitengewoon jammerlijke toestand van zijn voorraadkamers.
[10] Toen de reeds tamelijk hongerige Adam dat had gehoord, werd hijzelf bedroefd, wendde zich tenslotte tot Henoch en vroeg hem of zijn voorraadkamers misschien beter voorzien waren dan die van Seth.
[11] En Henoch antwoordde daarop: 'Luister, als het met de kamers van vader Seth werkelijk is zoals hij ons allen hier verkondigt, ben ik er bij voorbaat van overtuigd dat mijn voorraadkamers er niet zo armzalig voorstaan als de zijne!
[12] Maar ik denk dat vader Seth in zijn grote ijver deze keer niet goed genoeg heeft rondgekeken in zijn huis; sta mij nog eenmaal toe te zeggen: Seths voorraadkamers zijn boordevol; en vader Seth zou er nog eens naartoe moeten gaan, opdat hij ze volledig gevuld aan zal treffen!
[13] Want Abba Jehova is niet alleen vervuld van liefde en erbarmen als Hij zichtbaar in ons midden wandelt, maar Hij is, ook als Hij voor onze ogen verborgen is, geheel en al Dezelfde; daarom zij Hem al onze liefde, alle lof en alle eer eeuwig! Amen.'
[14] En Seth zei: 'Henoch, je hebt juist gesproken; de goede, meest liefdevolle Vader zij al onze liefde en aanbidding! Want Hij heeft zich nu groot betoond aan mij en buitengewoon barmhartig, want waarlijk: mijn voorraadkamers waren tot op de laatste druppel leeg, en nu zie ik die weer volop aangevuld in mijn hart!'
[15] Meteen ging Seth wederom zijn woning binnen en al zijn kinderen en zijn vrouw ijlden hem tegemoet en riepen: 'Vader, vader! Onze voorraadkamers zijn boordevol met allerlei heerlijke en welriekende spijzen!'
[16] En Seth viel neer op zijn aangezicht en wilde danken en bidden; maar een stem riep als het ware uit de hemelen: 'Mijn lieve broeder Seth, Ik ken je toch en jij kent Mij ook; sta daarom op en zorg voor Adam en zijn door Mij beminde gasten! Amen.'
[17] Nu sprong Seth op en keek om zich heen, teneinde iets te zien van de heilige Abba.
[18] Maar de stem sprak weer: 'Seth, wat zoek je door met je ogen rond te kijken? Is dan niet jouw hart Mijn huis in jou? Ga daarom maar en bedien de gasten! Amen.'
[19] Nu ging Seth en voorzag de bekende gasten overvloedig en vertelde wat hem overkomen was.
[20] En Henoch antwoordde daarop: 'Zo is het en zo zal het blijven, dat het oor het leven nader staat dan het oog; maar alleen het hart is de eeuwige woonplaats van het leven! Daarom zij Hem, de Vader van het leven, voor eeuwig de volledige toewijding van onze harten! Amen.'
[21] Daarop zegende Adam de gasten, prees God met hen, en begaf zich toen met hen te ruste.
«« 171 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.