[2] Dood en verderf aan zijn hele huis; want hij heeft zich op schandelijke wijze laten misleiden en ons allen verraden aan de beesten uit het gebergte!
[3] Daarom moet hij eerder sterven dan wij ! Reeds snellen van alle kanten uit de bergen scharen reusachtige krijgers hierheen; zij komen om ons te verdelgen! - ja, ja, om ons allen uit te roeien komen zij vreeswekkend hierheen!
[4] Daarom moet jij, ellendige Lamech, vóór die tijd onder onze handen boeten, omdat je ons zo schandelijk aan de handen van moordenaars hebt overgeleverd!
[5] Jouw lijfwacht uit de bergen zal je nu weinig meer helpen; vernietigd moet je worden tezamen met je aanhang en je nieuwe lijfwacht!'
[6] Na zo'n loffelijke proclamatie werd het tumult nog luider, en een grote menigte rebellen begon met knuppels en andere wapens het paleis van Lamech binnen te dringen. Spoedig hoorde men hard draven en een luid veelstemmig schelden en vloeken en slaan op de trappen van het paleis; dichter en dichter bij kwam dat dodelijke tumult en lawaai.
[7] Lamech en Thubalkaïn schrokken daar zo van, dat zij bijna hun bezinning verloren; ook de vrouwen en de meisjes en de nieuwe vrouw van Thubalkaïn schrokken daar zo geweldig van dat zij schreeuwden en beefden.
[8] Maar Kisehel zei met krachtige stem tegen Lamech: 'Broeder Lamech, wat sta je daar vol angst en beven als iemand wie reeds het mes op de keel gezet zou zijn?
[9] O jij dwaas! Heb je dan niet ondervonden hoeveel alle macht die je tegen mij hebt uitgeoefend je van nut is geweest?! Moesten niet onder onze blikken honderden als verstard hun wapens wegwerpen en zich voegen naar onze woorden?!
[10] Als je de goddelijke kracht zo aan ons hebt ervaren, hoe kun je dan zo ontzet zijn over dit tumult?!
[11] Verman je en wees welgemoed! Laat de rebellen eerst aanrukken, en wees niet eerder bang dan dat zij jou en ons werkelijk hebben overweldigd! Blijf maar rustig zolang dat helemaal niet het geval is, en vertrouw werkelijk op God; want Zijn macht is groter dan die van alle verblinde rebellen op aarde! - Vermannen jullie je dus allemaal! Amen.'
[12] Na deze woorden begon Lamech samen met de anderen weer vrijer om zich heen te kijken en zei tenslotte:
[13] 'O vrienden, wees niet boos op me, omdat ik in jullie aanwezigheid zo van streek geraakt ben; maar zo'n plotseling lawaai heeft op zichzelf reeds iets schrikwekkends - en het is beslist nog schrikwekkender, als het gepaard gaat met zulke bedreigingen! Daarom zijn wij zwakke kinderen van de laagte ook zeer wel te verontschuldigen, als wij bij zo'n gelegenheid door een grote angst worden overvallen; maar nu zal niets Lamech meer doen verschrikken, - zelfs niet de dood zelf!
[14] Want van nu af aan wil ik gedurende de rest van mijn leven daartegen vechten en altijd strijden voor de verheerlijking van de goddelijke naam!'
[15] En Kisehel antwoordde hem: 'Broeder, pas nu beval je mij helemaal; want zo ben je een volkomen broeder voor me! Maar zie, de rebellen komen; bereid je daarop voor, en trek alleen tegen hen op en je zult een geweldige overwinning op hen behalen.
[16] Want zij zullen nu voor jou als stof en kaf uiteen vliegen; sta dus op! Amen.'
«« 203 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.