[2] Maar daar Henoch dat al gauw merkte, vroeg hij aan Kisehel wat hem bij dit betoog van de draak eigenlijk zo intrigerend voorkwam.
[3] En Kisehel antwoordde Henoch luid: 'Je vraagt dat aan mij, terwijl jij toch de enige verlichte hogepriester van de Heer bent?! Zie, het zou meer op zijn plaats zijn, als ik jou zou vragen wat jij van dit alles vindt! En daarmee heb ik nu aan jou deze vraag gesteld; geef me antwoord, als dat voor jou enigszins mogelijk is!
[4] De zaak is van ontzettend groot belang! Daarom zal ik bij deze gelegenheid dan ook behoorlijke tegenwerpingen maken, die jij zult moeten beslechten; want hier hebben wij allen het machtigste licht nodig, willen wij niet in een vernietigende dood overgaan! Zeg daarom, broeder Henoch, wat voor geldige bezwaren je tegen dit drakenbetoog hebt in te brengen, en vertel me wat wij er allemaal in ernst van moeten denken!'
[5] En Henoch antwoordde Kisehel: 'Maar luister, broeder! Wanneer men dit drakenbetoog niet op het eerste gezicht doorziet, dan moet men toch nog tamelijk blind zijn! Hoe gebruik je dan de genade van de heilige Vader, dat je met zo'n vraag bij me kunt komen?
[6] Het lijkt er bij jou werkelijk heel erg op dat je je door deze hoogst leugenachtige woorden van de aartsvijand van de Heer hebt laten beetnemen?!
[7] Heb je dan niet gemerkt hoe hij van het ene uiterste naar het andere sprong en zichzelf geweldig heeft tegengesproken?
[8] Heeft hij mij niet verzocht hem te vernietigen? En aan het eind deed hij alsof hij zoveel macht had dat het voortbestaan van God zelfs van zijn eigen bestaan afhing!
[9] Heeft hij niet gezegd hoe hij altijd in de hoogst ondenkbare mate door de Heer op de meest liefdeloze en onrechtvaardigste wijze werd geleid, gedreven en vervolgens op totaal onbarmhartige wijze ellendig werd getuchtigd? En nu aan het slot brak hij zelf in grimmige woede uit en bezwoer ons dat hij de Heer wilde en ook zou tuchtigen als een oude misdadiger.
[10] Mat hij zich aan de ene kant niet een meer dan goddelijke macht aan? En aan de andere kant laat hij zich door nieuwgeschapen eendagsvliegen gevangen nemen en dat tegelijkertijd in de gehele oneindigheid, en moet hij genoegen nemen met deze ellendige gedaante!
[11] Zei hij niet dat de Godheid pas nu inziet, dat hij in deze gedaante het gevaarlijkst voor Haar is? Dan zou deze verschijningsvorm voor hem, als Gods grootste vijand, toch juist de meest voordelige moeten zijn! Waarom noemde hij die dan eerder een allerellendigste?
[12] Moet hij in dat geval Gods gedaante dan niet als de beste beschouwen, als hij de zijne zo ellendig noemt, terwijl hij zijn eigen gedaante daarentegen dan weer als verreweg de beste beschouwt, omdat hij zich daarin voor God als zijn vijand het allergevaarlijkst waant? !
[13] De ene keer noemt hij heel de heerlijke schepping een vrijblijvend, willekeurig gedachtespel van de Godheid, waartoe wij dus ook behoren; meteen daarop geeft hij echter weer toe dat onze levenskracht een heel klein deeltje van het werkelijk goddelijke Wezen is, dat zich op zijn eigen manier zelfs tegen vernietiging zou kunnen beveiligen, echter zonder daarbij iets te winnen!
[14] Zie, zo is het geheel vol schrille tegenspraak. Hoe is het toch mogelijk dat jij, daar je toch een hoogst gewekte bode van de Heer bent, dat niet op het eerste gezicht hebt ingezien?
[15] Waarom verborg de grote leugenaar zich zo snel? Als hij de waarheid had gesproken, zou dat niet nodig zijn geweest; maar omdat hij heeft geroken wat ik hem van mijn kant zou hebben voorgehouden, vluchtte hij ijlings uit ons gezicht om door mij niet verder ter verantwoording te worden geroepen.
[16] Dat is toch zijn oude, makkelijk herkenbare wijze van bedrog, waardoor hij aan vader Adam ontkwam en hem toen zelfs tweemaal ten val bracht, eenmaal hij de ongezegende verwekking en de tweede keer hij de ontwijding; van de dag des Heren! En jij kunt mij dan nog een vraag stellen, dat het lijkt alsof je deze oude aartsleugenaar en bedrieger geloof schenkt?!
[17] O wee jou, heilige hoogte van de Heer! Wanneer je kinderen zo gemakkelijk de bedrieglijke woorden van de draak geloven, dan zul je je nog eens voor de laagte moeten schamen en zul je deze overvallen als een gier en haar tot in de kern te gronde richten!
[18] Ja, Gods kinderen zullen het gericht naar zich toetrekken, terwijl het zijn kan dat de kinderen van de wereld getrouw blijven tot aan het einde van de wereld!
[19] Maar indien wij als steunpilaar van de wereld beginnen te wankelen, wat zal er dan van de wereld terechtkomen?
[20] Ik zeg jullie echter, mijn lieve broeders: Zalig en waarachtig gelukkig is hij die de aanvechting ondergaat, want als hij die heeft doorstaan, zal hij pas het ware doel van het leven ontvangen, dat de heilige, liefdevolle Vader aan ons allen heeft beloofd, als wij Hem waarachtig van ganser harte liefhebben.
[21] Beweer nu vooral niet dat de Vader ons heeft verzocht; want zo verleidt de goede Vader niemand tot het kwade en Hij hoeft ook niemand in verzoeking te brengen. Maar Hij zag in jou nog een duistere lustprikkeling en daarom heeft Hij toegelaten dat die naar buiten trad en datje die nu hebt moeten aanzien om zelf te ontdekken of je er nog gevoelig voor was.
[22] Je hebt nog een gelovige begeerte getoond; weet dan ook, dat indien iemand een begeerte tot onwaarheid heeft getoond, hij met de begeerte ook het onware heeft ontvangen en dat is een zaad van de zonde! En wanneer de zonde dan rijt en uitgeleefd wordt, dan baart zij ook spoedig de dood, die in haar is.
[23] Vergis je dus niet, lieve broeders; want alle goede gaven en alle waarachtige, volmaakte geschenken komen alleen van de Vader van al het licht en al het leven. In Hem is eeuwig geen verandering, noch enige wisseling; zoals Hij is, zo was Hij sinds eeuwigheid.
[24] Hij heeft ons als eerstelingen van Zijn schepselen verwekt uit Zijn liefde volgens Zijn wil door Zijn eeuwige woord van waarheid en daarom zijn wij ook eerstelingen en geen miljardelingen volgens de leugen van de draak. Dat heeft de Vader ons geopenbaard.
[25] En ik meen dat de goede, heilige Vader toch meer geloof verdient dan de leugenachtige draak! - En laat ons dan zo in vrede verder trekken! Amen.'
«« 275 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.