[2] Dit wonder was er weliswaar al langere tijd, maar behalve Hored had nog niemand het ontdekt; als een wonder al langere tijd bestaat, wil dat niet zeggen dat het geen wonder meer is, en het nut ervan wordt daardoor zeker niet minder.
[3] Dat de zon en de gehele schepping reeds een zeer oud wonder zijn, zal wel niemand bestrijden; houdt soms met de ouderdom van dit wonder het zeer goed geordende, bepaalde nut ervan op?
[4] Zeker niet; want de buitengewoon oude zon verspreidt heden ten dage nog, precies zo'n licht als ten tijde van Adam.
[5] En zo was het ook met dit klankwonder, omdat reeds van eeuwigheid voorzien was welk doel ermee beoogd was, zoals nu met Hored.
[6] Dit wordt nu aangehaald, om te voorkomen dat iemand onmiddellijk zegt: 'Dat was immers maar een heel natuurlijk verschijnsel!'
[7] Uit die bewering zou men dan in zekere zin moeten afleiden dat de natuurlijke verschijnselen een minder groot wonder zijn dan wanneer er plotseling een vlammende berg van het firmament naar beneden valt.
[8] Dit klankwonder nu had zo weldadig op Hored ingewerkt, dat hij daardoor volkomen in zichzelf begon te keren en een mens werd die door en door vervuld was van berouw, liefde en leven.
[9] Maar hoe bracht dit wonder het tweede wonder tot stand? Daarover zal dadelijk gesproken worden; luister dus:
[10] Deze Hored nu was vanaf zijn geboorte vervuld van liefde en vervuld van de meest deugdzame geest; vandaar dat hij reeds als knaap stenen ter hand nam, als hij niets anders bij de hand had tijdens momenten waarop zijn liefde hem overweldigde; deze drukte hij dan niet grote heftigheid tegen zijn borst.
[11] Uit deze liefde ontwikkelde zich echter mettertijd een soort van liefde voor de natuur, die tenslotte de overhand kreeg over zijn liefde tot Mij en zijn liefde tot de vaderen, broeders en zusters. Wat moest dus voorshands wel het natuurlijke gevolg van de afdwaling van die liefde zijn?
[12] Kijk Hored aan, vraag naar zijn toestand en het zal iedereen duidelijk worden op welke manier hij tenslotte een geheel pure. koude wereldse wijze was geworden
[13] Hij begon toen de dingen in de natuur met scherpere ogen te bekijken: hij onderzocht de kruiden, - in zijn ogen borgen zij geen leven in zich dat hem voortaan nog zou hebben kunnen verwarmen; hij ontleedde bomen, - maar ook daarin vond hij geen levenswarmte; hij begaf zich in het water - en stelde vast dat het koud was; dan weer nam hij leem - en ontdekte dat die week en zeer kneedbaar was, zodat hij daaruit van alles kon vormen. Maar hij ontdekte al spoedig twee grote nadelen, namelijk: zolang een dergelijk maaksel door het vocht dat het bevatte, zacht bleef, was het ook zo door en door koud dat zijn huid ervan schrok; verwarmde hij het echter in de zon, dan werd het weliswaar vaster en vaster, maar drukte hij het dan tegen zijn borst dan bracht het zoveel pijn bij hem teweeg, dat hij zijn hard geworden werkstuk van zich wierp.
[14] Dan weer nam hij stenen en sloeg die tegen elkaar, zodat daaruit niet zelden rijkelijk vlamachtige vonken sproeiden. Dat wekte zijn verwondering, waarop hij dan ook bijna alle stenen die hij vond in stukken sloeg en daarin naar het vuur zocht, maar dat ook natuurlijk nooit vond, waardoor hij tot de slotsom kwam: de hele wereld is een hongerige tijger, die altijd wil vreten, maar nooit iets voor zijn buurman wenst over te laten - behalve enkele ongenietbare dode botten!
[15] Dergelijke wijze gezegden bevielen hem goed en hij had er in de loop van de tijd een groot aantal uit de natuur afgeleid, zodat hij daardoor ten slotte begon te gelden als een grote wijsgeer uit de morgen, welke wierook hem wel het allermeest beviel, - daardoor begon hij zijn wijsheid dermate op te voeren, dat zelfs de hoofdstamvaderen niet eens durfden te spreken in zijn bijzijn, maar allen prezen hem en gaven hem de algemene zegen; daardoor werd hij dan ook sterk genoeg geacht om als apostel naar de laagte te gaan, wat vóór hem niemand had gedurfd.
[16] Hij wist zich in Hanoch vanwege Mijn naam door woord en daad een groot aanzien te verschaffen en kreeg daarom het beste als loon voor zijn wijsheid en voor zijn niet weinig gevreesde macht. In dit loon vond hij volledige schadeloosstelling voor al zijn aan de stomme natuur verspilde liefde; toen hij echter deze liefde vond, beminde hij mateloos en wierp zijn wijsheid geheel en al over boord; daardoor werd hij een en al zinnelijkheid, waardoor hij nu in Naëhme Mijn straf zag en dat in zijn geredde toestand, toen zijn liefde zich weer in wijsheid begon te verliezen.
[17] Hij werd zelfs ten aanzien van Mij weer de wijze van vroeger, geheel gevuld met kilheid.
[18] Wat nu met hem aan te vangen? Een te sprekend en te bruusk wonder kon hem alleen maar doden. Daarom was dan ook die harmonische balsem voor hem in het gesteente gelegd, opdat hij daardoor zou ervaren dat Mijn liefde niet alleen het hart in de mens, maar ook de allerhardste steen vervult!
[19] Hoe dit geneesmiddel bij Hored aansloeg, - om dat te ervaren willen wij hem zelf een zeer weldoend bezoek brengen om het allemaal uit zijn eigen mond te vernemen en daar nog heel wat leren en waarnemen! Amen.
«« 36 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.