De vaderen ontvangen de twaalf. Seths spraakgebrek door Abedam genezen. De spijziging van de twaalf

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)

«« 54 / 280 »»
[1] Zoals Garbiël en Besediël onderweg met elkaar spraken, spraken ook alle anderen met elkaar en kwamen zodoende, allen tezamen door Mij geleid, met een goed voorbereid en ten zeerste gesticht, aandachtig hart hoven op (Ic hoogte aan.
[2] Toen zij daar waren, gebood Abedam alle vaderen weer op te staan om het door Hem en Adam zelf op de hoogte gebrachte twaalftal te ontvangen.
[3] Toen nu de vaderen die wens van Abedam hadden vernomen, strekten alle vaderen, vrouwen en kinderen hun armen naar de twaalf uit en zo werden zij op de meest liefderijke manier opgenomen.
[4] Alleen Seth durfde zich niet aan te sluiten; want hij vreesde nu voor degenen tegen wie hij eerder nogal flink lekeer was gegaan.
[5] Maar Adam riep Seth dadelijk bij zich en vroeg hem: 'AbelSeth, waarom blijf je op een afstand, terwijl alles wat maar ademt op deze hoogte de stem van de heilige Vader volgt?
[6] Of zijn je armen soms stijf geworden, dat je die niet wilt uitstrekken naar degenen die de heilige Vader Abedam Zelf hierheen heeft gebracht? - Of is Zijn oproep je soms ontgaan?'
[7] Maar Seth viel neer voor Adam en Abedam en zei smekend: 'O vergeef mij, onbezonnen dwaas! Wat ik gedaan heb, - '
[8] Hier viel Abedam hem onmiddellijk in de rede en zei: 'Dat heb Ik gedaan en daarom was het juist en welgedaan!
[9] Maar jouw vrees is onterecht dat je het nu niet aandurft om hen hier op te nemen, terwijl Ik hen toch Zelf hierheen heb gebracht en jullie toen allen hiernaartoe heb geroepen en gezegd heb wat jullie moesten doen!
[10] Leg dus nu je dwaze vrees naast je neer en volg het voorbeeld van alle ;roderen, dan zul je je hart bevrijden en het verre houden van ieder verwijt van je eigen geweten, - en dat des te meer, omdat je in Mijn ogen een man bent vrij van alle zonden! - Begrijp het en handel ernaar! Amen.'
[11] Nu stond Seth op en strekte ook netteen vriendelijk zijn armen naar het twaalftal uit om hen op te nemen.
[12] Toen die nu merkten dat ook de voordien boze vader Seth zijn armen naar hen uitstrekte, vielen zij allen aan zijn voeten neer en vroegen hem om vergeving, daar zij zeker geloofden dat zij hem eerder door hun onbezonnenheid geërgerd hadden.
[13] Maar Seth kon door louter gevoelens van liefde aangedaan geen enkel woord over zijn lippen krijgen; maar wat zijn tong gedurende korte tijd niet bij machte was te doen, toonden zijn handen en zijn borst des te meer, omdat hij intussen naarstig de een na de ander met eigen handen van de grond ophief, hem daarmee in zijn gemoed symbolisch opbeurde, en vervolgens aan zijn borst drukte.
[14] Toen hij nu door deze handeling getoond had dat hij eigenlijk helemaal niet en nooit kwaad was geweest, maar dat hij hetgeen hij hen eerder aangedaan had, zeker alleen maar uit een innerlijk hogere drang had gedaan ter wille van hun eeuwige levenswelzijn, werd hij daarbij toch gewaar dat het twaalftal zijn tekens niet geheel kon begrijpen en wendde hij zich tot Abedam en wees Hem op zijn tong en op zijn borst.
[15] Want Seth had vanaf zijn geboorte het probleem, dat hij dikwijls gedurende langere tijd niet in staat was ook maar één woord over zijn lippen te krijgen, wanneer diepe gemoedsaandoeningen zijn ziel overweldigd hadden.
[16] Maar nu raakte Abedam de mond en de borst van Seth aan en zei tegen hem: 'Seth, Ik zegje, open je mond en je tong zal je voor eeuwig niet meer in de steek laten; en lucht nu dus je hart. Amen.'
[17] En toen stroomden er de allerheerlijkste woorden uit Seth, die aldus luidden:
[18] 'O kinderen, o kinderen van de liefde van de heilige Vader, zou ik eertijds niet vanuit een rechtmatige, heilige innerlijke drang met eerlijke, krachtig klinkende woorden jullie hebben moeten afwijzen uit mijn hart, dat jullie overmatig hevig liefheeft, - voorwaar, mijn vrienden, mijn hart zou jullie allen verslonden hebben door de vurigste liefde!
[19] Jullie, kinderen, vrienden, toen jullie allen toch zo snel en zo bruusk van de heilige hoogte afgevlucht zijn door mijn woorden die jullie naar Adam, de vader, verwezen, deed mij dat pijn vanwege jullie, mijn kinderen en vrienden, omdat je niet naar Adam wilde gaan, naar wie mijn woordje in alle ernst verwezen had, om jullie vraag aan hem te stellen, waarom je met moeite en vrees de heuvel was opgegaan!
[20] Want zie, zolang de lieve, de heilige Vader, door Adam geleid, jullie groep nog niet had bereikt, zolang was ik ook bang, ja heel erg bang in mijn liefhebbende hart om jullie, mijn vrienden en kinderen!
[21] Maar toen ik na korte tijd de heilige Vader jullie allen zo liefdevol aan Zijn borst zag drukken, toen viel een zware steen, als de aarde zo zwaar, mij opeens van het hart dat nog zo van leed vervuld was, omdat ik jullie, kinderen, voor mij, je liefhebbende vader, verdrietig moest zien vluchten!
[22] Maar laat ons nu alles vergeten! De heilige Vader heeft het immers zo gewild; geef Hem daarom ook voor eeuwig jullie dank en de zuiverste liefde, waartoe onze harten ooit in staat zijn!
[23] En nu, kinderen en vrienden, zoals ik nu merk, hebben jullie je vandaag nog niet gesterkt met spijs en drank; kom daarom hierheen naar de manden en eet en drink van alles wat je daarin aantreft, - want alles is door de heilige Vader gezegend!
[24] O kom, o kom en nuttig dit voedsel tot het eeuwige leven!'
[25] En nu gaf ook Abedam hen te kennen om Seth te volgen en te doen wat Seth hen aangeboden had.
[26] En zij volgden Seth naar de mand van Adam en aten en dronken allen welgemoed uit diens mand.
«« 54 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.