De geheime opvoeding van Rudomin tot protect. De grootsheid van het geestelijke in de mens

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)

«« 79 / 280 »»
[1] Na deze goed geordende vertelling van Rudomin liep Henoch, van binnenuit gedreven, naar Abedam en vroeg heimelijk aan Hem:
[2] 'O Vader Abedam, zie, Rudomin heeft weliswaar met een uitermate krachtige stem over de grootheid van de mens gesproken, die hij in zichzelf aanschouwde - maar heeft hij in dit geval niet een beetje overdreven?
[3] Het gaat er alleen maar om dat hij alles getrouw heeft weergegeven, deze eigenschap heeft hij vroeger nooit zo gehad en hij overdreef daarom alles wat hij ook maar vertelde.
[4] Van een zandkorreltje maakte hij dikwijls een hele wereld en van een mug een olifant of zelfs een mammoet, reden waarom zijn broers en zusters dan ook niet goed met hem overweg konden, omdat hij hen altijd door zijn reusachtig geschreeuw tot zwijgen dwong, - hetgeen mij er dan ook in de loop der tijd toebracht hem als vader te vragen om zijn erfdeel van mij te nemen en naar de middag te vertrekken.
[5] Dat deed hij dan ook, omdat hij inzag dat er mij veel aan gelegen was omwille van de vrede en de rustige huiselijke orde. Hij nam zich wel een vrouw, maar wat zijn nakomelingen betreft heeft hij in tachtig jaar niet meer dan drie kinderen verwekt.
[6] Hij is dan ook beslist een enigszins merkwaardige mens, hoewel hij door mij verwekt is; daarom verwonderde zijn overdreven vertelling mij nu dan ook en die noopte mij om tegen mijn gewoonte in van tevoren naar U, o lieve Vader, te komen en U om vergeving te vragen, als deze zoon nu ten opzichte van U misschien een dergelijke onhebbelijkheid heeft begaan.'
[7] Toen Abedam deze woorden van Henoch had gehoord, wendde Hij Zich tot hem en zei: 'Mijn lieve Henoch, zie, voor de wereld had jij geen andere zorg meer dan alleen deze en je bezorgdheid was gerechtvaardigd, omdat je bezorgd was uit liefde tot Mij; maar hier zeg Ik je, dat je bezorgdheid al heel lang voor niets was, omdat je je zorgen maakte vanwege de mogelijke onbetrouwbaarheid van je zoon.
[8] Want zie, toen hij nog in het lichaam van zijn moeder was, was Ik immers reeds zijn opvoeder en Ik heb hem zo volkomen grootgebracht als wij hem nu meemaken!
[9] Weliswaar heb ook jij hem een opvoeding voor Mij gegeven, maar Ik zeg je, Mijn bovenal geliefde Henoch: die was toch niet zo goed als de Mijne, die hij geheel in het geheim van Mij ontving, zonder dat jij of hij er enig vermoeden van hadden.
[10] Krachtens die opvoeding is hij thans dan ook hier en heeft nu ten overstaan van jullie allemaal het zeer getrouwe bewijs geleverd dat hij beslist niet met lege handen uit deze school van Mij gekomen is.
[11] Wees daarom dan ook volkomen onbezorgd: want zie, - leugenaars maak Ik nooit, als Ik hen met Mijn liefdes en wijsheidsstem roep tot waarheidpredikers voor het volk, maar alleen degenen die net zo zijn als jij, Mijn geliefde Henoch, met een allerzuiverst hart!
[12] Omdat Ik jouw zoon geroepen heb kun je geheel en al onbezorgd zijn over zijn mogelijke slechte eigenschap; want dat was immers alleen maar Mijn werk! - Begrijp je Mij, Mijn geliefde Henoch?
[13] Dat moeten jij en jullie allen inzien! Ik liet Rudomin zelfs wat zijn lichaam betreft groot worden; vanuit deze school van Mij heeft hij jullie altijd al verteld en geleerd dat een mens meer is dan een worm in het stof der aarde.
[14] Zijn krachtige stem, uit diezelfde school aan hem gegeven, liet jullie zien dat er in de borst meer kracht en sterkte heersen dan in het hoofd; en ten tweede liet deze stem je precies weten hoeveel machtiger de liefde is of toch op zijn minst moet zijn dan het verstand; en ten derde toonde hij jullie vanuit Mijn school door de macht van zijn stem, waaraan zijn broeders en zusters zwijgend moesten gehoorzamen, dat het hoofd met al zijn zinnen en berekeningen moet zwichten als het hart als een klaarblijkelijk betere leraar optreedt! - Begrijp je dat, Mijn geliefde Henoch?
[15] Verder maakte hij als gevolg van Mijn scholing van een zandkorreltje een hele wereld, zoals hij nu in zijn visioen de gehele schepping uit het meest nietige stofje maakt. Zie, daardoor liet hij lien wat voor wezens de mensen eigenlijk zijn en dat de gelijkenis van de mensen met God in hun hart rust, ten gevolge waarvan de mens in staat is grotere dingen tot stand te brengen, dan alleen maar de dingen aan te gapen en wanneer hij zich er genoeg aan vergaapt heeft ten slotte uit te roepen: 'Maar dat is toch mooi en wonderbaarlijk!' en er daarmee dan ook een einde gekomen is aan de omvang van zijn gemoedsbeweging.
[16] Ja waarlijk, Ik zeg hier tegen jullie allen, jullie moeten allemaal in je hart van muggen olifanten en mammoeten maken, - ja, de harten van jullie zielen, niet zelden nauwelijks groter dan een mug, moeten jullie tot louter olifanten en mammoeten laten worden, maar het dikwijls als bergen zo grote verstand moet in louter muggen veranderen, dan zou het gemakkelijk voor jullie zijn om de dingen uit Mijn school in Rudomin getrouw te begrijpen!
[17] Maar omdat bij velen van jullie nog het omgekeerde het geval is, is het ook voor het merendeel nog duister voor je, waarom en met welk doel Ik Rudomin geroepen heb.
[18] Jullie vragen nu: `Wat is dat nu weer deze innerlijke school? Hoe moeten wij dat opvatten?'
[19] Ik zeg jullie echter: Als jullie verschijnselen zien aan de hemel dan steken jullie je hoofden bij elkaar en broeden daar jarenlang over en zeggen tenslotte: `Dit zijn de gevolgen van dat verschijnsel, dus moet het dat hebben aangeduid!'
[20] Jullie hebben het fonkelen van de sterren gadegeslagen, waargenomen uit welke hoek de wind waait, het geroep van de vogels en andere dieren en het morren en suizen van de zee beluisterd en hebben daar overal op grote schaal te verwachten dingen uit opgemaakt.
[21] Zeg Me eens, waarom hebben jullie dan niet ook de onsterfelijke tekenen aan de mens zelf in je astrologie betrokken, - waarom niet de gesternten van deze levende hemel nader onderzocht?!
[22] Het getjirp van een krekel kwam je wonderbaarlijker voor dan het spreken van je onsterfelijke broeder, van de mens, van het verheven evenbeeld van Mijn eeuwige vaderliefde!
[23] O jullie nog erg blinden, wat is meer: het gedrag en de gebaren van een kind, of dat een berg neerstort door een miljoen bliksems?
[24] Zie, dat is de school van het eeuwige leven; dat is meer dan het werelden bevattende stofje aan Rudomins teen, - eindeloos meer dan alle ruimtelijke grootheid van de oneindige zichtbaarheid van de scheppingen!
[25] Leer in de mens de mens kennen en ook aan zijn tekenen; duidt deze in de geest van de liefde en alle waarheid vanuit haar, dan zul je pas in wijsheid ervaren wat het grootste is en wat er in Mijn school geleerd wordt en hoe die aan de mens te herkennen is door zijn levende tekenen!
[26] Waarlijk, Ik zeg jullie, reeds de traan van een nog maar pas geboren kind bergt iets in zich dat groter is dan een centrale zon!
[27] Hierin ligt ook de hele betekenis van het droomgezicht van Rudomin. - Begrijp dat en handel ernaar, dan zullen jullie allen gemakkelijk het eeuwige leven vinden! Amen.'
«« 79 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.