[2] Maar hij liep vergeefs de hele hoogte af en vond Henoch nergens. Hij zond ook in alk richtingen boden uit; zelfs naar de laagte zond hij boden om te zoeken.
[3] Het was echter te vergeefs, want Henoch was nergens meer onder de levenden op aarde aan te treffen.
[4] Toen dachten Lamech en ook de weinig andere nog levende vaderen dat Henoch misschien was gestorven. Daarom liet Lamech aan iedereen vragen of iemand daar iets van wist
[5] Maar iedere ondervraagde haalde beslist zijn schouders op en zei, sinds de vorige sabbat niets van Henoch gezien te hebben.
[6] Een heel jaar lang zocht men overal; maar niemand wist ook maar in het minst iets van wat er met hem, namelijk Henoch was voorgevallen.
[7] Lamech die nog in de laagte leefde, had uitgebreide zoektochten willen ondernemen; maar toen hij reeds tienduizend boden had uitgerust, sprak de Heer tot hem:
[8] 'Doe geen vergeefse moeite zoals de dwazen op de hoogte, want zie, Ik heb Henoch, zoals Ik hem had beloofd, met lichaam, ziel en geest tot Mij genomen! Daarom kun je hem nu wel overal zoeken, maar je zult hem nooit vinden! Rust twee boden uit en zend hen met dit bericht naar de hoogte, opdat mijn dwaze kinderen te horen krijgen waar Henoch heen is gegaan!'
[9] Na deze mededeling zette Lamech zijn grootse zoekproject stop en zond slechts de twee aangewezen boden met de van Mij ontvingen mededeling naar de hoogte en liet door hen aan Lamech op de hoogte verkondigen wat hij van de Heer had vernomen.
[10] En toen Lamech op de hoogte dat bericht ontving, was hij verbijsterd, zoals ook vrijwel alle kinderen op de hoogte; want ten eerste was volgens hun begrip ook Henoch zo goed als gestorven en van de aarde verdwenen, en ten tweede was er niemand in de plaats van Henoch als hogepriester aangesteld.
[11] Toen sprak Lamech tot de hele menigte: 'Luister, mijn broeders en kinderen, en ook jullie enkele overgebleven vaderen! De Heer heeft nu ook Henoch, die wij allen een jaar lang vergeefs hebben gezocht, tot Zich genomen of gedood, zoals Hij dat nu reeds met velen van ons heeft gedaan.
[12] Hij heeft echter geen andere hogepriester aangesteld; dat is nog vreemder dan het sterven zelf! Henoch had mij tevoren wel gezegend, voor hij naar buiten ging om niet terug te keren, maar dat kan ik niet als inwijding tot hogepriester aannemen. Daarom zal dit ambt van nu af onvervuld blijven!
[13] Wie van jullie sabbat wil houden, kan hem houden; wie dat echter niet wil, kan doen wat hij wil! Want ik meen, voor de dood is iets al gauw goed.
[14] De Heer kan doen wat Hij wil, maar ik van mijn kant zal niet veel doen voor de dood!
[15] Laat al het land braak liggen en houd op kinderen te verwekken en leg geen zaad meer in de aarde, en bedek je ogen en kijk niet meer naar die verschrikkelijke drogwereld, maar laat ieder van jullie zo spoedig mogelijk de dood verwachten! Is deze over ons gekomen, dan hebben wij ons doel bereikt.
[16] Een mooi doel voor vrijdenkende wezens! Daarom zij besloten, de aarde te ontvolken! Dan kan God daarop doden zoals Hij wil! Begrijp me goed: de aarde dient ontvolkt te worden!'
«« 118 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.