[2] Maar toen ook Thubalkaïn stierf en geen mannelijke erfgenamen naliet, maar slechts twee zwakke dochters (want de eertijds met Naëhme verwekte kinderen van het mannelijk geslacht waren, zoals bekend, geheel achterlijk en dus helemaal niet in staat het volk te leiden) wist men niet wie nu de leiding van het volk op zich moest nemen.
[3] En daar ook Hored, Terhad, Mum en Cutal al voor Thubalkaïn gestorven waren, was het des te moeilijker om een goede leider en bestuurder voor het volk te kiezen, omdat behalve de reeds zeer oude Naëhme en de twee dochters van Thubalkaïn er uit Lamechs familie niemand meer was.
[4] Ook de twee broers van Thubalkaïn werden tevergeefs gezocht, want ook zij waren op een wereldreis ergens gestorven, en daarom was er van hen evenals van hun nakomelingen geen spoor meer te vinden.
[5] De bewoners van Hanoch wisten bijgevolg niets anders te doen dan boden naar de hoogte te sturen en bij Lamech op de hoogte te informeren en te beraadslagen wat er nu moest gebeuren.
[6] En Lamech vroeg de boden of Naëhme met Hored dan geen nakomeling had.
[7] En de boden zeiden: 'Mannelijke noch vrouwelijke!'
[8] Daarop zond Lamech een bode naar Muthaël in de streek van de morgen en liet hem bij zich roepen.
[9] Muthaël kwam en Lamech zei tegen hem: 'Broeder, je hebt toch een reeds dertig jaar oude zoon van Purista! Deze is wijs en vervuld van de geest en de kracht uit God. Hoe zou het zijn als ik hem mijn handen op zou leggen en hem zou zalven tot leider van de volkeren in de laagte? Want daar leven nu zeker al tegen de drie miljoen kinderen uit de hoogte, en het zou dus helemaal niet verkeerd zijn als jouw zoon, die door God zo begenadigd is, voor deze volkeren een krachtige leider zou worden!'
[10] Maar Muthaël antwoordde Lamech: 'Broeder, je hebt toch ook een zoon die nog rijker is aan wijsheid en genade in de ogen van God! Waarom wil je hem dan niet de handen opleggen?
[11] Lamech zei echter: 'Muthaël, je weet dat ik altijd naar Gods raad handel, maar nooit naar die van mijzelf! En als dat nu duidelijk is gebleken, hoe kun je mij dan iets vragen wat nergens toe leidt en nergens goed voor is?
[12] Of je neemt in acht wat ik je heb gezegd of je doet het niet, maar je moet tegen Gods raad in mij geen vraag stellen!'
[13] Muthaël zag in dat hij een fout had gemaakt, en vroeg daarom Lamech om vergeving en liet onmiddellijk zijn zoon komen en hem zegenen tot leider van de volkeren in de laagte.
[14] Toen de zoon gezegend en gezalfd was, sprak Lamech tot de gevolmachtigde bodem 'Zie, deze jonge man van de hoogte heeft de Heer bestemd tot leider, leraar en bestuurder! Hij zal, door de Heer geleid, jullie naar de stad Hanoch volgen en er daar voor zorgen dat jullie altijd op de hoogte zijn van de wil van de Heer!'
[15] Hierop vielen de boden voor de nieuwe koning neer en bewezen hem de eerste eer en stonden toen op, God lovend, en begaven zich met de nieuwe koning naar de stad Hanoch, waar hij door talloze volksmenigten onder groot gejuich werd ontvangen en de grote en heerlijke residentieburcht werd binnengeleid.
«« 127 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.